Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

II

„Gelyk een hert schreeuwt naar de waterstromen, alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God I Mijne ziel dorst naar God, naar den levenden God; wanneer zal ik ingaan, en voor Gods aangezicht verschenen ? Myne tranen zijn mij tot spijs dag en nacht; omdat zij den gansen dag tot mij zeggen: Waar is uw God ? "

Psalm 42:2- 4.

Psalm 42 wordt genoemd: „Het lied des verlangens naar God." De dichter drukt daarin uit zijn smartelijk gemis omtrent de levende God en tegelijk het klagen dat hij de Heere en Zijn zoete en zalige gemeenschap onmogelijk kan missen hetwelk hem smartelijke, ondraaglijke zielepijn doet omdragen. Het is een onderwijzing, voor de opperzangmeester, onder de kinderen van Korach. Dus aan de voorzanger opgedragen om door de kinderen van Korach in de tempel, als zangers des Heeren tot des Heeren eer en heerlijkheid gezongen te worden en tot de grootmaking Zijns Naams die nooit genoeg en naar waarde te prijzen is. Als David de dichter van deze dierbare psalm niet is, dewijl deze psalm zeker voor al Gods kinderen dierbaar zal worden door de zaligmakende bearbeiding des Heiligen Geestes, dan is het er toch een geweest die in dezelfde omstandigheden verkeerde en een innerlijke geestverwant van David was. En dat daaruit omdat hij Davids naam en opschrift niet heeft. David had onder de kinderen van Korach onder de vervolging van koning Saul zijn trouwe aanhangers en vrienden, die hem 'steeds onder alles door bijbleven. Ook toen hij vluchten moest voor zijn zoon Absalom, zijn de Levieten getrouw bij hem gebleven en daaronder werden de kinderen van Korach zeker niet gemist. Zo meent men dan dat een van de trouwe zonen van Korach deze psalm voor David heeft opgesteld en wel zo in Davids geest dat zijn zielslegering er zich duidelijk in openbaart. Algemeen is men dan ook van gedachte dat deze psalm afkomstig is uit de dagen zijner vervolging door zijn goddeloze zoon Absalom. O, wat werd David toen zwaar beproefd en gejaagd als een veldhoen op de bergen. Toen heeft hij zijn toevlucht gezocht in het Overjordaanse op het gebergte van Güead, te Mahanaïm. Wat was hij diep geschokt en werd hij in zijn ziel hevig aangevochten, verkerende in een smarteUjk gemis en beluisteren wij hier een levende klacht om 's Heeren gemeenschap, en dat geslaakt in:

1. Een smarteüjk gemis.

Dat kunnen wij beluisteren in de woorden: „Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen, alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God ! Mijn ziel dorst naar God, naar den levenden God." Hij vergelijkt zich bij een hert, ja bij een vervolgd, gejaagd en afgejaagd hert, dat nauwelijks aan de felle jager is ontkomen. Dat door de pijlen van de jager verwondingen heeft gekregen, daardoor een verschrikkelijke dorst heeft en geen water ontvangt, gevws van dorst moet sterven. Vandaar dat zulk een afgemat dier schreeuwt bij het gemis van water om water en is dat zeer smartelijk. Een hert is daarbij ook nog schuw en zeer vreesachtig van aard, doch snel van loop. Het schreeuwt dus naar waterstromen die uit opwellende fonteinen voortkomen waaruit het gedierte des velds drenkt en de woudezels hun dorst daarmee breken. Psalm 104. Des zomers in de warme landen drogen zij uit, als het lange tijd niet regent, vervlieten van hitte en ver­ dwijnen uit hare plaats, (Job 6). Dat is dan tot grote benauwdheid der dieren, die dan een ondraaglijke dorst krijgen en beginnen dan luidkeels te schreeuwen zoals in Joel 1 opgetekend staat: „Ook schreeuwt elk beest des velds tot U; want de waterstromen zijn uitgedroogd." Een hert dus door jagers en jachthonden achtervolgd en nauwelijks de dood ontkomen, in de rotsen een schuilplaats gevonden hebbende of in een woeste wildernis. Het wordt daar gekweld door een vreselijke dorst, wel uitziende naar frisse waterstromen- maar die niet vindende. Dat hert durft ook de schuilplaats niet te verlaten uit vreze door de vervolgers gevonden en gedood te zullen worden, maar uiteindelijk door zulk een dorst gekweld, dat het luidkeels begint te schreeuwen. Sommigen zeggen als zulk een gejaagd en gewond hert in de steenrots zich verborgen houdt, het water onder de rots door hoort ruisen, zodat het door de kwellende dorst zeer smacht naar dat water, dat water niet kan missen en toch moet missen en vandaar het schreeuwen naar de waterstromen. Onder de vervolgingen op zijn zwerftochten had David menigmaal zulk een hijgend hert gezien en gehoord. Hij moet nu naar de ziel ondervinden dat hij haar gelijk is, hij was er ziek van, met smart zoveel zielepijn omdragen dat hij uitgestoten en uitgesloten was van de openbare Godsverering, verdreven en vervolgd uit Jeruzalem was hij gescheiden van des Heeren dierbare en zalige gemeenschap, dewelke hij mocht genieten in het huis des Heeren, en daarom zegt hij: „Alzo schreeuwt mijn ziel tot God", vergelijkende zijn ziels gestalte met zulk een hert. Zijn aanspraak is tot God Die de alwetende Hartenkenner is, voor Wie hij zijn weg en handel bloot legde en zijn smartelijk gemis kenbaar maakte. Tot Hem, Die alleen harten kent en nieren proeft en voor Wien alles naakt en geopend ligt. De verborgenste plaatsen der aarde zijn voor Hem niet verborgen en de diepten der duisternis kent Hij en de schaduwen des doods, (Job 34 : 22). Tot Degene, die op alle harten der mensenkinderen let en de binnenste schuilhoeken des harten zijn voor Hem niet verborgen maar liggen naakt en geopend voor Hem. Hij mocht met een oprecht hart beHjden dat zijn ziel niet uitgaat naar aardse grootheid, eer en aanzien en naar vleselijke begeerlijkheden. Zijn hart strekte zich niet uit naar zijn kroon, scepter, koninklijk kleed en paleis. Hij zocht geen gemak noch vleseHjke rust, maar alleen de dierbare en zalige gemeenschapsoefening met de Heere. Dat was het liefelijkste voor zijn ziel wat hij zich maar kon indenken en tegelijk zijn enige levensbehoefte als water voor zulk een gejaagd hert. Zijn ziel schreeuwt alleen maar naar Hem bij Wien de ziel alleen maar leven kan en met smeer en vettigheid verzadigd kan worden, (Psalm 65). Het gaat hem als een dorstige reiziger in een droge, dorre zandwoestijn, wiens lederen waterzak ledig is, bij de waterfonteinen komt en dezelve opgedroogd vindt, dus geen water vindt tot lessing zijner dorst, en toch water moet hebben om te drinken of hij moet sterven; zo moet nu David Zijn God en Zijn gemeenschap hebben of sterven en omkomen. Hij kan het buiten Zijn tegenwoordigheid niet meer houden waarin alleen maar zijn sterkte, vermaak en zaligheid gelegen is en vandaar dat zijn ziel zo schreeuwt. O, als des Heeren volk de Heere en Zijn gemeenschap mogen genieten en Hij hun gemis vervult met Zichzelf in Christus dan zijn ze welgelukzalig en tevreden. Maar wordt dit hun onthouden zodat zij dat moeten missen met een levendig gemis, dan hijgt hun ziel, dan klopt hun hart van onrust als van iemand die naar de adem hijgt, en beeft hun lichaam zelfs bij ogenblikken. Elk mens moet de levende God missen en elkeen heeft een kostelijke, onsterfelijke ziel, het edelste deel dat hij omdraagt. Hiervan geldt: „Ziel verloren is al verloren en ziel behouden is al behouden." En daar heeft een mens zonder de levendmakende Geest niets mee te doen en beseft in waarheid niet dat hij een onsterfelijke ziel heeft. De mens schreeuwt wel hier op aarde om aardse goederen, eer en aanzien, om vleselijk vermaak of godsdienstig met het doel om in de hemel te komen.

Wordt vervolgd.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 1975

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 1975

De Wachter Sions | 8 Pagina's