Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE Bijbelse Geschiedenis 57

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE Bijbelse Geschiedenis 57

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De genezing van een geraakte en de ergernis der farizeeën.

Vragen 241 t.m. 250.

Tijdens Zijn omwandeling op aarde heeft de Heere Jezus zeer vele wonderen en tekenen gedaan. Johannes —aan het einde van zijn Evangelie gekomen zijnde —acht dat, zo zy elk bijzonder geschreven werden, de wereld zelve de geschreven boeken niet zou bevatten. De apostel drukt daarmee uit dat van Christus' woorden en daden veel meer te zeggen en te schrijven was, dan de Evangelisten gedaan hebben. Immers is alles wat de Heere Jezus gezegd en gedaan heeft waardig om opgemerkt en als met gouden letters geboekstaafd te worden. Nooit heeft Hij een ijdel woord gesproken of iets onbeduidends gedaan. Zijn wonderen waren zo menigvuldig en van zo velerlei aard dat zij een ongeloofUjk aantal boeken zouden kunnen vullen. Als we bedenken dat één wezenlijk wonder als een voldoende bewijs geacht kan worden van Zijn goddelijke zending, wat moet dan de herhaling der wonderen onder uiteenlopende omstandigheden en in tegenwoordigheid van verschillende getuigen ons temeer bevestigen dat Hij waarHjk de Zoon van God was. Staan wij nu eens stil bij de genezing van een geraakte te Kapernaüm. De Evangelisten schijnen aan deze gebeurtenis meer dan gewone aandacht te schenken. De reden daarvan is wellicht gelegen in de omstandigheid dat de Schriftgeleerden en de Farizeeën het ten kwade opnamen dat Christus zich het recht toekende om de zonde te vergeven. Wat de tijdsorde betreft moet deze geschiedenis hebben plaatsgevonden in de eerste tijd van Christus' openbaar optreden. In Kapernaüm had Hij al verscheidene wonderen gedaan (o.a. een melaatse gereinigd) en tot een breuk met de Farizeeën was het nog niet gekomen. Als Hij bij vernieuwing in dit stadje komt, stromen de mensen toe om Hem te horen. Weldra is het huis, waar Hij Zijn intrek genomen heeft, gevuld, ja zelfs de straat voor het huis staat vol van dezulken, die toch nog een woord willen opvangen. Ook de Farizeeën en Schriftgeleerden bevinden zich onder Zijn hoorders. Dddr wordt door vier mannen een geraakte op een bed gedragen. Deze ongelukkige man verkeerde in een deemiswaardige toestand. Hij was geheel verlamd. Geen van zijn ledematen kon hij gebruiken en welUcht ging zijn ziekte met meer of minder hevige pijnen gepaard. Was hij naar het lichaam zeer ellendig, niet minder drukte hem het gevoel van zijn zonden. Sommigen menen dat zijn kwaal in verband stond met een bijzondere zonde uit zijn vroegere leven. Zeker is het dat zijn lichamelijke kwaal hem tot de erkenning van zijn geestelijke nood gebracht had. Op aarde wordt zeer veel ellende gezien en doorleefd, maar helaas zijn er weinigen die —zoals deze geraakte— het verband tussen ellende en zonde gevoelen en betreuren. In welke betrekking de vier mannen tot hem stonden is ons niet bekend. Maar dat zij genezing voor hem wensten en dat zij geloofden dat die bij Jezus te vinden was, weten we zeker. Zie hoe vindingrijk de nood maakt. Als zij zien dat de schare de deur verspert waardoor het onmogelijk is om tot Christus door te dringen, gaan zij niet terug, maar zien uit naar een andere mogehjkheid om binnen de woning te komen. Zij weten het dak te bereiken, hoogstwaarschijnlijk langs een buitentrap, zoals sommige huizen hadden. En dan breken zij het dak open. Welk een verbazing zal het hebben verwekt als midden in het vertrek daar ineens een matras, waarop een verlamde man ligt, neerdaalt. Eén is er die aanstonds alles doorziet, zonder dat Hem iets behoeft te worden verteld. OpmerkeHjk is dat alle drie de evangelisten, die dit verhaal beschreven hebben, ons melden: En Jezus, ziende hun geloof, zeide .... Maar ook de gedachten van de Farizeeën en Schriftgeleerden waren voor Christus niet verborgen. Als Hij het troostvolle woord tot de geraakte spreekt: Zoon! wees welgemoed; uw zonden zijn u vergeven, doorgrondt Hij de overleggüig hunner harten. Voor de geraakte was het een woord van onuitsprekehjke troost. De Heere tastte met het vergeven van de zonde de wortel van aUe eUende aan, want de zonde is de oorzaak van onze eeuwige honger en kommer. Als de schuld der zonde wordt weggenomen is de ziel weer met God verzoend en bedekt met de mantel van Christus' gerechtigheid. Wij kunnen er zeker van zijn dat door dit woord een zware last van de geraakte werd afgenomen, waardoor zijn ziel in de ruimte werd gesteld. In het hart van de Farizeeën verwekte de uitspraak van Christus echter een dodelijke ergernis want zij verdachten Hem van godslastering. Dat Hij waarHjk God is, willen zij niet geloven. Maar Christus ziet wat er in hun binnenste omgaat en daarin betoont Hij Zijn goddelijke alwetendheid. Openlijk spreekt Hij hun verborgen gedachten uit en voorkomt hun tegenwerpingen. Wat is moeüijker, zegt Hij, schuld te vergeven of ook de gevolgen van de schuld te niet te doen ? Wat is lichter te zeggen tot de geraakte: De zonden zyn u vergeven ? of te zeggen: Sta op, en wandel ? Ieder zal moeten toegeven dat het tweede veel moeilijker is. Een zieke genezen kan immers gecontroleerd en waargenomen worden met menselijke zintuigen. Doch opdat gij moogt weten, dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde de zonden te vergeven (toen zeide Hy tot de geraakte): Sta op, neem uw bed op, en ga heen naar uw huis. Aanstonds strekte de geraakte zijn leden uit en kwam overeind en ging heen. Tot ontzetting van al de aanwezigen. OngelofeHjke dingen zijn gezien, zo geeft Lukas, de medicijnmeester dit geweldige feit weer. Hij wil zeggen: het is iets onvoorstelbaars, iets dat feitelijk onmogelijk lijkt, geheel met de wetenschap in strijd ! Maar toch, het is geschied, de man is genezen. Der Schriftgeleerden en der Farizeeën mond is gestopt, want het bewijs van Jezus' volmacht om de zonden te vergeven, was geleverd. Zij werden overtuigd, hoewel niet overwonnen en de verheerlijking Gods, waarvan de schare getuigenis gaf, verwekte niet anders dan haat en vijandschap tegen de Zaligmaker. Hetgeen we verder lezen over de roeping van een toUenaar, deed hun ergernis nog toenemen. Jezus van daar voortgaande, zag een mens in het tolhuis zitten, genaamd Mattheüs, en zeide tot hem: Volg Mij. Een tollenaar was een beambte van de belastingen. In die tijd was het een beroep dat slecht stond aangeschreven omdat er slechts weinigen waren die het op eerlijke wijze uitoefenden. De tollenaar die hier door Jezus geroepen wordt heette volgens Markus en Lukas: Levi, en volgens het Evangelie dat hijzelf geschreven heeft: Mattheüs. Het was iets zeer gewoons dat iemand twee namen had, of dat iemands naam later veranderd werd zoals Christus aan Simon de toenaam van Petrus gegeven heeft. Mattheüs werd geroepen met het korte maar afdoende: Vo/g Mt/. Dezelfde goddelijke kracht welke het woord vergezelde: Sta op en wandel, ter genezing van de geraakte. paarde zich aan dit woord ter bekering van een tollenaar. In de ziel van Mattheüs werd een zaligmakende verandering teweeggebracht. De roeping was levend en krachtig, hetgeen bleek uit de uitwerking. Want hij kwam op dit woord: hij stond op en volgde Hem. Hij weigerde niet te gehoorzamen en stelde evenmin uit. De kracht der goddeUjke genade is onwederstandelijk en ruimt alle hinderpalen uit de weg en komt alle bezwaren teboven. Noch zijn ambtelijke functie, noch zijn bezoldiging die hij ervoor genoot, konden hem terughouden, nu Christus hem riep. De Heere deed nog meer. Deze gelegenheid gaf Hem aanleiding kennis te maken met andere tollenaars en zondaars. Mattheüs richtte een grote maaltijd aan en daarbij nodigde hij behalve zijn oude metgezellen ook Christus en Zijn discipelen. In de ogen der Farizeeën was dit het toppunt van onbehoorlijkheid. Hun wrevel hierover kunnen zij tegenover Jezus' discipelen niet verbergen: Waarom eet en drinkt gij en Uw Meester met de tollenaars en zondaars ? De discipelen schijnen niet geweten te hebben hoe zij de aantijging der Farizeeën moesten beantwoorden, maar Christus nam het voor hen op. En voor Zichzelf. Hij was volkomen in staat zich te verdedigen. Die gezond zyn hebben de medicijnmeester niet van node, zegt Hij, maar die ziek zijn. Jezus Christus is de grote Geneesmeester. Zijn genezen van lichaamskwalen betekende, dat Hij als de Zon der gerechtigheid was opgegaan en dat er genezing was onder Zijn vleugelen, ook en vooral voor de kwalen der ziel. Zielen, die krank zijn door de zonde hebben deze Geneesmeester nodig, want him kwaal is dodelijk en niets en niemand kan hen helpen dan Hij alleen, die in de wereld gekomen is om zondaren zalig te maken. Gelukkig degenen, die Hem zo in waarheid nodig hebben.

Vragen:

241. Met welk oogmerk hadden de Farizeeën zich onder het gehoor van Christus gezet ?

242. Wat wil het zeggen: De kracht des Heeren was er om hen te genezen (Luk. 5:17} ?

243. In welk opzicht is de daad van de vier mannen, die de geraakte droegen, vooral te prijzen ?

244. Waaruit blijkt dat de geraakte bezwaard was wegens het gevoel zijner zonde ?

245. Hadden de Farizeeën er grond voor om Christus van godslastering te verdenken ?

246. Waarom was het bewys dat Christus gaf van Zijn macht om de zonden te vergeven, zeer overtuigend ?

247. Wat was een tolhuis ?

248. Waarom zou Mattheüs zichzelf niet met de naam Levi genoemd hebben ?

249. Wat was het voornaamste oogmerk van Mattheüs als hij een grote maaltijd aanrichtte?

250. Waarom worden de rechtvaardigen niet tot Christus geroepen ? (Matth. 9 : 13).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 augustus 1975

De Wachter Sions | 8 Pagina's

DE Bijbelse Geschiedenis 57

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 augustus 1975

De Wachter Sions | 8 Pagina's