Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE Bijbelse Geschiedenis 60

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE Bijbelse Geschiedenis 60

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Antwoorden 251 t.m. 253.

251. De eigenUjke oorzaak van de blijdschap van de herder die het verloren schaap terugvond is, dat hij veel van zijn schapen houdt. In deze gelijkenis wordt iemand voorgesteld die honderd schapen had. Een groot herdersvorst had er veel meer. Er wordt hier dus een eenvoudige herder bedoeld. Zulk een herder kent zijn schapen bij name en hij voelt het afdwalen van één schaap als een groot gemis. Hij gaat het zelf opzoeken. De beweegreden die hem drijft is medelijden. Een verdwaald schaap zal zelden of nooit de weg naar zijn stal terugvinden. Een hond of een ezel, ja zelfs een os zou nog terug kunnen keren, maar een schaap niet. Het verspilt zijn krachten om steeds verder af te dwalen, totdat het van een rots te pletter valt, in een waterpoel verdrinkt, of door een wolf verscheurd wordt. Maar de herder wü zijn schaap niet missen. Hij zoekt net ro lang tot hij hét vindt en dan behandelt hij het met de gootste tederheid, legt het op zijn schouders en draagt het naar huis. Zo'n schaap - vaak vuil en gewond - is een zware vracht en de huurling, die geen hart voor de schapen heeft, heeft er zoveel moeite niet voor over. Ook is hij niet zo verheugd, zoals we van deze herder lezen dat hij zijn geburen en vrienden roept om hen mee te delen dat zijn verloren schaap gevonden is. De verklaring van deze gelijkenis geeft de Heere Jezus in Lukas 15 : 7 als Hij zegt: dat er alzo blijdschap zal zyn inde hemel over één zondaar die zich bekeert, meer dan over negen en negentig rechtvaardigen, die de bekering niet van node hebben. De van God afgevallen zondaar zal nimmer uit zichzelf terugkeren. Hij zinkt steeds dieper en zwerft gedurig verder totdat hij in de eindeloze ellende en rampzaligheid wegzinkt. Evenals de herder opstond om het schaap te redden, zo is ook Christus opgestaan. Hij verliet de hemel der heerlijkheid en vernederde Zich om de gestalte van een dienstknecht aan te nemen. Hij kwam in deze wereld om te zoeken en zalig te maken dat verloren was. Hij rustte niet voordat Hij verzoening voor hun overtredingen had teweeggebracht en een deur des levens voor hen had geopend. Hij spaarde zichzelf niet maar stelde Zijn leven voor Zijn vrienden.

Groter liefde dan deze kon er niet betoond worden (Joh. 15 : 13). Evenals de herder zich verblijdde toen hij zijn schaap vond, zo verblijdt Zich de Zaligmaker in het redden van zondaren. Het is een vreugde voor Hem, hen als brandhouten uit het vuur te rukken, het was Zijn eten en drinken, toen Hij hier op aarde was, om het werk te voleinden dat Hem op de hand was gezet.

252. Bij de gelijkenis van de verloren penning valt de nadruk op de grote waarde die de vrouw aan dat voorwerp hechtte. Zij was hartstochteUjk bedroefd om haar verlies en keerde haar huis met bezemen totdat zij hem gevonden had. De zondaar is in de ogen Gods niet alleen als het schaap - een lijdend schepsel - waarover Hij met innerlijke barmhartigheid bewogen is, maar ook een kostbaar voorwerp. De volle nadruk valt op de vreugde van de vrouw, die het verlorene terugvindt en daarin wordt getoond hoe kostelijk de ziel van Gods gunstgenoten is in de ogen des Heeren.

De uitverkorenen liggen van nature als begraven onder het stof des doods, niemand heeft medelijden met hen, ja zij weten ook zelf nie dat zij verloren liggen, zoals een penning daa koud en dood in een hoek Hgt. Men zou den ken dat God nooit naar zo iemand zou om zien vanwege zijn nietigheid en waardeloos heid. Maar dit is onwaar. De Heere Jezus leid deze gelijkenis in met het woordje: „of", d.w.2 is het niet zO'} Tot in de kleinste bijzonder heden tekent hij de zorgvuldigheid van eei zoekende vrouw. Hij wil zeggen: is het in he natuurlijke niet zo, dat een vrouw een lam] aansteekt, haar huisraad verplaatst, de bestol de hoeken uitveegt enz. om het verlorene t zoeken ? Zal dan God, de grote Eigenaar Zij uitverkoren, maar door de zonde uit Zijn ge meenschap verloren schepsel, niet terug zoeken .? Is Hij niet veel gewilliger om zor daren te behouden dan zij zijn om behouden t worden } In hun behoudenis worden immei Zijn deugden ten hoogste verheerlijkt en groot gemaakt, zelfs door de engelen in de hemel.

253. Het is vooral de derde geHjkenis - di van de verloren zoon - waarin de Heere Jezu de vergevende genade Gods laat uitkomei Wat van een schaap en een penning niet ge zegd kan worden, geldt wel voor de jongeÜn die het huis van zijn vader verliet, namelij dat hij zich moed- en vrijwillig in de ellend gestort had. Een schaap dwaalt af en moe door de herder opgezocht en teruggebracK worden, de penning blijft onbewegeÜjk onde het stof begraven liggen totdat hij bij het licl' der kaars tevoorschijn gebracht wordt, maar i de verloren zoon wordt de zondaar-zelf ge tekend, zoals hij met schuldbeHjdenis tot zij vader terugkeert, nadat God hem tot zichzel had doen komen. Enkele Schriftverklaardeii zijn van oordeel dat in elk der drie gelijkenL^ sen één der GoddeHjke Personen op de vooi grond treedt. De herder, die het verlore schaap zoekt, is dan Christus, de vrouw, die d kaars ontsteekt is de Heilige Geest die h<

biiinenste des zondaars doorzoekt, de vader 5van de twee zonen is God de Vader, die de befrouwhebbende zondaar genadig ontvangt. Hoe- Jwel deze verklaring misschien niet geheel oncgegrond is, menen wij dat de Heere Jezus dit ttoch niet rechtstreeks bedoeld heeft en dat Zijn oogmerk slechts was door onderscheidene ge- ''lijkenissen uit het dagelijks leven een afdoend fantwoord te geven op de murmureringen der ïarizeeën. Dit blijkt ook duidelijk uit hetgeen Aie kanttekening zegt van de gelijkenis, van de -verloren zoon „dat door deze, alsook de twee "voorgaande gelijkenissen, Christus voor ogen ïtelt de bereide goedwilligheid Gods om de 'zondaren, als zij zich bekeren, in genade te ï)ntvangen; en wil daarmee bewijzen, tegen het -murmureren der farizeeën, dat Hij dan ook fweldeed als Hij met de zondaren omging om hen tot bekering te brengen, en dat zij veel itneer zich daarover behoren te verblijden."

T yiijn God, wat is de mens dan op deez' aarde l fPe broze mens, hoe klimt hij tot die waarde, .pat Gy aan hem in zoveel gunst gedenkt, , En 's mensen zoon Uw teerste liefde schenkt! Psalm 8:4.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 september 1975

De Wachter Sions | 8 Pagina's

DE Bijbelse Geschiedenis 60

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 september 1975

De Wachter Sions | 8 Pagina's