Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het woord MARANATHA

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het woord MARANATHA

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vraag wordt weleens gesteld: waarom hebben de Statenvertalers soms woorden in de Schrift onvertaald gelaten ?

Daarop is niet één antwoord te geven.

Vooral in het Oude Testament komt het nog al eens voor, dat de Statenvertalers niet goed wisten, hoe ze een woord precies moesten vertalen. Dan lieten ze het liever onvertaald, dan dat ze maar wat zouden raden. We treffen dat nogal eens aan in de aanheffen van de Psalmen: woorden als neginoth (Psalm 4), nechiloth (5), scheminith (6), schiggajon (7), gittith (8) enz. Maar in het Nieuwe Testament ligt het vaak anders. Het Nieuwe Testament is geschreven in het Grieks. En nu komt het voor, dat in de Griekse grondtekst van het Nieuwe Testament Hebreeuwse of Aramese woorden staan, woorden als Hosanna, Amen, Abba. Terecht stelden de Statenvertalers zich op het standpunt, dat zij, wanneer zij het Grieks overzetten in het Nederlands, zij deze onvertaalde woorden ook onvertaald moesten laten. Immers, de bijbelschrijvers zelve hadden hun Grieks lezende lezers deze voor hen „vreemde" woorden óók onvertaald voorgehouden.

Soms betreft het woorden van Christus Zelf, die diepe indruk moeten hebben achtergelaten op de hoorders, zozeer zelfs dat men ze in de oorspronkelijke taal, waarin ze eens uitgesproken waren, bleef aanhalen, zoals „Effatha". „Talitha Koemi" of „Eloi, Elpi, Lama Sabachtani ? " Dat zijn Aramese woorden. (Het Aramees of Syrisch was een aan het Hebreeuws verwante taal. In de dagen van Christus' omwandeling op aarde had het Aramees in Palestina het Hebreeuws als omgangstaal verdrongen. Het Hebreeuws was alleen nog in gebruik als de taal in de synagoge).

Soms ook betreft het uitdrukkingen, die blijkbaar bekend waren in de eredienst van de oudchristelijke kerk, zoals Amen, Hallelujah, Hosanna (Hebreeuwse woorden, ontleend aan het Oude Testament), of zoals het woord Maranatha. Over dat laatste woord wilden wij nu wat meer schrijven.

Maranatha komt eenmaal voor in de Schrift, namelijk aan het slot van de eerste brief aan de Korinthiërs, als Paulus schrijft: „Indien iemand den Heere Jezus Christus niet liefheeft, die zij een vervloeking: Maranatha !"

Het is opmerkelijk, dat Paulus dit schrijft aan de Korinthiërs. De gemeente van Korinthe immers was overwegend een heiden-christelijke gemeente, Grieks sprekende christenen dus, voor wie (uitzonderingen als Aquila an PrisciUa daargelaten) het Aramees een vreemde taal was. Paulus schreef deze brief in het jaar 54 of 55 vanuit Efeze, ook een Griekse stad, twee of drie jaar nadat hij de gemeente in Korinthe gesticht had. Toch was het woord Maranatha voor de Korinthiërs blijkbaar zo vertrouwd, dat de apostel het niet behoefde toe te lichten.

Wat betekent deze uitdrukking ?

Mara is het Aramese woord voor „heer". Het achtervoegsel - na- betekent „onze". Marané betekent dus „onze heer (Heere)". Daarachter komt dan nog een vorm van een werkwoord, dat „komen" betekent.

Het bijzondere is nu, dat er taalkundig bezien met dat werkwoord twee mogelijkheden zijn. Maranatha kan een samenvoeging zijn van Marana - atha. Maar ook is mogelijk: Maranaethd. Dat verschilt dus maar één letter.

In het eerste geval luidt de vertaling: „onze Heere is gekomen". In het tweede geval is het een bede: „kom, o Heere". In beide mogelijkheden is de samentrekking: Marandtha.

Doorgaans hebben de verklaarders er het tweede in beluisterd. Maranatha dus als een bede van de kerk om Christus' wederkomst. Men kan dan verwijzen naar het een na laatste vers van de Schrift, Openb. 22 : 2Ö: „Amen, ja, kom, Heere Jezus!" De middelste woorden daar zijn nauwkeurig een vertaling van het Maranatha als bede.

Toch behoeft dat de andere mogelijkheid niet uit te sluiten. Integendeel, wij vermoeden zelfs, dat de beide betekenissen nadrukkelijk in dit woord gelegen hebben en bedoeld zijn. In deze uitdrukking sprak de gemeente dus zowel haar geloof uit in de Heere, Die gekomen was, als dat zij bad om Zijn wederkomst.

Marandtha - onze Heere is gekomen. Maranatha - kom, o Heere.

Langs een bijzondere weg weten wij, welke plaats het woord Maranatha in de eredienst in die tijd innam. Daarover D.V. een volgende keer.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 september 1975

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Het woord MARANATHA

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 september 1975

De Wachter Sions | 8 Pagina's