Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Beproeft de geesten 2

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beproeft de geesten 2

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is gewoonte geworden, om als een zeker begin van de pinksterbeweging aan te wijzen, wat er op 6 april 1906 gebeurde in een evangelisatiezaal in Los Angeles aan Amenka's westkust. Er werd daar in de samenkomsten veel gebeden" om de uitstorting van de Heilige Geest. Op die bewuste avond ontvingen sommige van de aanwezigen de „Geestesdoop". naar zij meenden. Dat maakten zij zelf en hun omstanders op uit bijzondere lichaamsbewegingen en uit het „spreken in tongen", dat volgde. Wonderlijke klanken rolden in grote vaart uit hun mond. Dat was de tongentaai van het Nieuwe Testament (zie inzonderheid 1 Kor. 12 - 14). zo meenden zij.

In de, maanden, die volgden, stroomden honderden uit heel Amerika naar deze zaal toe. Op velen viel eveneens het pinkstervuur. Dergelijke gebeurtenissen gingen zich nu ook elders voordoen. Nog datzelfde jaar sloeg het vuur over naar Europa. In Nederland, om ons verder tot ons land te beperken, was de vroegere Leger-des-Hejls-officier G. R. Polman een van de eersten, die „de doop met de Heilige Geest" ontving en in vreemde tongen ging praten. Dat gebeurde 'm. 1908 in Engeland. Hij stichtte in Amsterdam een gemeente en begon vandaar ook in andere plaatsen te werken.

Wat leerden nu dus deze pinkstermensen} Wel, zeiden zij; er zijn twee soorten christenen, twee soorten bekeerde, wedergeboren mensen, tweeërlei kinderen Gods. Iemand zal zeggen: Ik weet alleen maar van bekeerd en onbekeerd. Neen, zeggen de mensen van pinksteren: je hebt ook weer twee soorten bekeerde mensen.

Je hebt in de eerste plaats de gewone bekeerde mensen. Dat zijn de kerkmensen, die in groten getale de kerken bevolken. Zij hebben Jezus als hun Heiland aangenomen. Zij willen Hem als hun Heere volgen. En dat is groot, zegt de pinksterman. Hun namen staan opgeschreven in de hemelen. Vast. Zij zullen zeker zalig worden.

Maar ach, arme mensen die zich daarmede tevreden stellen. Ja. het is genoeg tot zaligheid. Maar de Heilige Geest wil hun nog veel meer geven, als zij daar maar om vragen: de doop met de Heilige Geest en de gaven des Geestes, die daaruit voortvloeien.

Over die gaven denken de pinkstermensen dan onderling weet heel verschillend. Maar hierin stemmen toch allen overeen, dat het spreken in tongen een onmisbaar noodzakelijk bewijs wordt geacht van het gedoopt zijn met de Heilige Geest. - Waar de tongentaai gemist wordt, , kan niet van- een Geestesdoop worden gesproken.

Dus er zijn twee soorten wedergeboren mensen, .aegt de pinksterbeweging: gewone wedergeboren mensen en wedergeborenen, die ook nog met de Heüige Geest gedoopt zijn.

Jarenlang bleef de beweging in ons land maar klein. Daarin kwam echter na de oorlog verandering. Dat kwam voor een deel, doordat toen grote groepen mensen uit Indië naar ons land kwamen. Hun volksaard brengt met zich, dat zij grote behoefte hebben aan een gevoelsgodsdienst. Velen kon4en dat in de kerken niet vinden en kwamen in pinkstergemeenten terecht.

Maar de grote groei kwam, toen in de pinksterbeweging naast de tongentaai steeds meer nadruk 'gelegd werd op die andere gave: namelijk de gave der genezing. De gebedsgenezing — eigenlijk is die uitdrukking niet juist; de pinkstermensen zelf spreken bij voorkeur van geloofsgenezing — gitig grote aandacht trekken.

Vooral na de campagne van de Amerikaanse genezingsprediker T. L. Osborn, najaar 1958. schoten pinkstergemeenten overal in het land op, als paddestoelen uit de grond. Osborns tolk Joh. Maasbach ging na diens vertrek overal grote evangelisatiesamenkomsten houden. Het behoeft niet te verwonderen, dat deze predikifig op vele kerkmensen grote indruk maakte, vooral door het steeds weer herhalen van bepaalde bijbelteksten (b.v. „Christus is gisteren en heden Dezelfde", de leuze van Osborn; in het Nieuwe Testament werden mensen wonderlijk genezen, dus kan het nu nog) en door sterke verhalen van wonderlijke gevallen van genezing.

Tot in de jaren zestig was er sprake van een uitgesproken vijandige houding tussen de kerken en de pinksterbeweging. Men was zich bewust van een grote onderlinge kloof. Wie de opvattingen van de pinksterbeweging aanvaardde, verliet zijn kerk en ging over naar een dergelijke gemeente. Dat sprak vanzelf.

De laatste tien jaar is daar duidelijk verandering in gekomen. De houding van vele vooraanstaande predikanten in de Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken ten aanzien van de pinksterbeweging is vriendelijker geworden. Omgekeerd drukken ook vele pinksterleiders zich gematigder uit dan vroeger en zijn zij minder geneigd, alles wat in de kerken gebeurt, op één hoop te gooien. Aan weerskanten zijn mannen opgestaan, die de breuk tussen kerk en pinksterbeweging willen helen. Zij zeggen: Ten onrechte is de pinksterbeweging buiten de kerk gekomen; de Geestesgaven moeten binnen de kerken beoefend worden. Dit is de „charismatische beweging". Men zou dit dus kunnen noemen een binnenkerkelijke pinksterbeweging. De Vlaardingse hervormde predikanten Van Dam en Verhoef en de Rotterdamse gereformeerde Kraan zijn het vooral, die de pinksterboodschap met kracht in hun kerken propageren. Ook werken roomse priesters aan deze beweging mee. Zbi kan men in de charismatische beweging in één en dezelfde samenkomst de ene spreker horen vertellen, dat de doop met de Heilige Geest hem (behorende tot de Gereformeerde Kerken) een betere en trouwere calvinist heeft gemaakt, tervfijl de volgende met nog meer vuur een getuigenis weggeeft, dat hij in de charismatische beweging de betekenis van de ouderwetse Maria- en heiligenverering weer heeft ontdekt en is gaan waarderen !

De mening in de pinkstergemeenten over deze charismatische beweging is verdeeld. Sommigen zien et wel wat in, anderen moeten er

niets van hebben (zo verscheen kortgeleden een boekje van J. E. van den Brink te Gorinchem, waarin hij de charismatische beweging in krasse woorden afwees, o.a. om de vriendelijke houding jegens Rome).

Het is wel duidehjk, dat er in de pinksterbeweging allerminst een eenheid is. Sommigen binnen, anderen buiten de kerk. Sommigen in kringen en huissamenkomsten, anderen in gemeenten met voorgangers. Van nature hebben de pinkstermensen een afkeer van een geordend kerkelijk leven. Maar vooral in de wat oudere groepen, die met de jaren in rustiger water zijn gekomen, ziet men op dit punt een zekere verandering komen. In de „Broederschap van Pinkstergemeenten" zijn thans ongeveer vijftig gemeenten met zesduizend mensen georganiseerd. Daarnaast bestaan nog enkele kleinere verbanden, alsmede tientallen vrije, geheel op zichzelf staande, gemeenten onder allerlei namen: Volle Evangelie Gemeente, FiladeHiagemeente, Gemeente van Christus, Gemeente Gods en vele anderen meer. De VoUe Evangelie Zending van Johs Maasbach en de groep rond het blad Kracht van Omhoog van J: E. van den Brink zijn zeer anti-kerkelijk. Gematigder is het blad Opwekking van Ben Hoekendijk, . Van de beweging Stromen van Kracht hoort men de laatste tijd weinig meer. Verschillende groepen wijzen elkaar onderling nog weer fd af. Soms komt dat voort uit persoonlijke tegenstellingen tussen de voorgangers. Soms ook betreft het diep ingrijpende leergeschillen. Invloeden uit Amerika zijn daarbij duidelijk merkbaar.

Wij zullen op al die onderlinge verschillen niet ingaan. Het dichtst bij de kerken staat de Broederschap van Pinkstergemeenten. Dat is de grootste en ook de oudste groep. We zullen de soms zeer anti-bijbelse leringen, die'in sommige andere groepen gevonden worden (er zijn er b.v. die de Drieëenheid loochenen, of die alleen een doop „in Jezus' naam" geldig achten; er zijn er voor wie wonderlijke profetieën van hun leiders groter gezag hebben dan de Bijbel), verder buiten beschouwing laten en onze aandacht alleen richten op de leringen van deze Broederschap.

Wij willen daarbij in de komende artikelen inzonderheid het oog richten op drie leringen van de pinkstergemeenten:

a. het spreken in tongen.

b. de gave van genezing.

c. de doop met de Heilige Geest.

Sch.

(Wordt vervolgd).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 januari 1976

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Beproeft de geesten 2

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 januari 1976

De Wachter Sions | 8 Pagina's