Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLACHT en JUBEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLACHT en JUBEL

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Drie dagen, nadat u dit nummer van „De Wachter Sions" ontvangt, hopen we D.V. te herdenken, dat de Heere Jezus door goddelijke kracht uit het graf van Jozef van Arimathea werd opgewekt, uit de doden, om de rechtvaardigjnaking van Zijn volk, zoals Paulus ons onderwijst in Rom. 4 : 25.

Het dacht ons goed toe, daar ds. Beversluis in zijn „Klacht en jubel" ook enkele gedichten wijdde aan de heilsfeiten, bij deze gelegenheid op te nemen zijn zang:

OP HET PAASFEEST

De heem'len oop'nen zich en Christus' ziel daalt neder. Omringd door engelen, een hofstoet van omhoog. En neemt haar plaats in 'tzielloos lijf des Midd'laars weder.

Dat in de grafspelonk bedekt lag voor elks oog.

O, heerlijk morgenrood van de doorluchte dag. Die Sions Koning uit het graf zou zien verrijzen, Hem, Die Zijn leven aan het kruis voor zondaars gaf. Die daarvoor waardig is op hoge toon te prijzen.

Geen zegel van de keizer kan hier baten; Geen kring van wachters, om het graf, kan tegenstaan. Dat d'engel 't werk van heidens' onverlaten En joodse boosheid brak en deed vergaan.

Met oogverbhndend hcht en bovenaardse luister Omstraald, kwam d' engel neer, in 't midden van de wacht. Die, dodelijk verschrikt, snel wegvlucht in het duister Voor zulk een glans als nu, bij 't einden van de nacht.

Ontsloten werd nu 't graf; en Jezus, Sions Koning, Kwam uit als Overwinnaar van dood en hel en graf. De dood kon Hem, de Borg, niet houden in zijn woning. Hij brak des doods geweld en lei zijn kluisters af.

Voleind was nu, o Borg I, Uw werk in lage staat. En al Uw volk was met U in de dood besloten. Om nu ook te verrijzen en door U inderdaad Gesteld te worden tot: Uwe triomfgenoten.

Gij hebt de schuld betaald, gerechtigheid verworven. Gods recht is nu voldaan; het heil Uws volks verdiend; Des doods geweld vernield; Uw volk met U gestorven. Om met U nu te leven; door U met God bevriend.

Geen prikkel van de dood bleef voor Uw volk meer over;

Geen macht der hel, hoe sterk en loos, kan schaden. De Leeuw uit Tuda's stam ontwrong die macht de lover Der zegepraal; en won voor Zich Zijn volk door goddelijke daden.

Loof dan, o volke Gods !, uws Konings grote kracht. Zijn kruistriomf toch is de oorzaak van uw heil. Hij heeft nu uit de dood het leven voortgebracht En voor uw zaUgheid had Hij Zijn leven veiL

Heeft Hij nu in Zijn graf uw zondeschuld begraven ? Verrees Hij uit de dood, als uw volmaakte Borg ? Wel zoek niet in het graf, maar laat uw ziel zich laven Uit d'open Heilsfontein. Belast Hem met uw zorg.

Heeft Hij voor u verworven, dat gij in Zijne kracht Kunt opstaan uit het graf van uwe snode zonden.' Blijf dan niet langer leunen op uwe eigen macht. VerUes, verloochen die en steun niet op uw vonden.

In Jezus slechts is 't heil, dat uwe ziel kan baten. Hij is de Vorst, verhoogd, tot Isrels zaligheid. Aanschouw dan Godes Zoon in Zijne beide staten. Voor u doorleefd en strekkend tot 's Vaders heerlijkheid.

Niets anders, dan met Hem óók in de dood te gaan, In 't graf, waarin ge aan: al 't uw zult moeten sterven. Zal voor u zijn het zoet begin der zaM'ge pa^n. Die leiden tot uw kroon, die Jezus wou verwerven.

Geen and're weg dan door de dood tot 't zalig leven. Door 'taak'lig duister van het graf tot 'tvlek'loos licht.

Welzalig dan, zo g' in uw eigen weg moogt sneven. En bij het heerlijk werk des Borgs verdwijnt uit uw gezicht.

Deez' Koning zal nu voorts Zijn werk voor u volmaken;

Ten hemel stijgen en gekroond met macht en eer. Als een volzalig Vorst, voor Zijn gemeente waken; U leiden door Zijn Geest; u leren meer en meer.

Die hier uit 't graf verrees, is d'Eersteling uit de doden;

En steeg ten hemel op; als mens geheel ontdaan Van sterflijk- en verderflijkheid, om u, o volk! te noden

Hem na te staren in de weg, waarin Hij u is voorgegaan.

Zijn vlees, in 's hemels woning, strekt nu zijn voUt ten pand,

Dat het ook eenmaal daar, verheerlijkt, aan zal komen;

Geleid tot 's Vaders troon, door Jezus' liefdehand, Zal 't volk zich baden in de eeuw'ge vreugdestromen.

Dan zullen Sions burg'ren de erfenis verkrijgen. Vóór d' onbegonnen eeuwen reeds t' hunnen naam gesteld,

Dan zullen zij niet meer des Konings lof verzwijgen, Die dit voor hun verwierf; hier niet genoeg vermeld.

Daar zal geen zonde meer, geen duiv'len Hst hen kwellen;

Geen kruis en droefenis, geen dood meer zijn hun lot, Maar zullen zij volmaakt in hemeltaal vertellen Wat Jezus voor hen deed; in zaUg zielsgenot.

Daar zal hun oog steeds zien de Koning in Zijn schoonheid.

Daar zal hun ziel genieten de volheid van Gods min. Daar zal bevestigd worden de hier beleden waarheid: Het leven is mij Christus en 't sterven mijn gewin.

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1976

De Wachter Sions | 8 Pagina's

KLACHT en JUBEL

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1976

De Wachter Sions | 8 Pagina's