Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MIJN DUIVE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MIJN DUIVE

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Liefelijke benamingen staan in het Woord beschrev^ welke Christus aan Zijn bruidskerk heeft gegeven. Voor één daarvan moeten we in het Hooglied wezei Mijn dufve, zo kunnen we daarin enkele malen lezen Een duif, een reine vogel, in zichzelf zwak en broos\ een duif, van nature zo vreesachtig, zo hulpeloos. In Christus is de Kerk ook een reine Sulamith, maar alleen gereinigd door Zijn bloed, anders niet; als er staat: Geen reine uit een onreine, niet één, dan is Christus' duive in Hem rein, in Hem alleen. Er is ook schier geen enkel ander dier zo weerloos, als juist een duif, zo ontzettend zwak en zo broos Maar van Christus' duif geldt, hoe ook vreesachtig: Als ik zwak ben, o zo zwak, dan ben ik toch machtig in zichzelf, dan moeten ze het altijd verliezen, maar in Hem, in Christus, zijn ze meer dan overwinnaar. Een duif is symbool van oprechtheid en van eenvoud een duif schittert in de zon als zilver en goud. Al Gods volk moet zich wel honderdmaal afkeuren, er is in hen totaal geen oprechtheid te bespeuren; van nature, dan is leugenaar ook hun aller bestaan, maar'ze zijn oprecht gemaakt, daar komt het op aait dat zal bevindelijk geleerd moeten worden in de tijm geen snood bedrog meer, nee, maar blank' opreehth Ze hebben het niet langer buiten Christus gevonden: naar recht verloren, en behouden op rechtsgronden. Dat worden de eenvoudigen, die God wil gadeslaan die kunnen buiten Christus geen ogenblik bestaan. Zo een kan in zichzelf geen schoonheid vinden hoor, o nee, die zijn zo vuil, daar zijn geen woorden voor zo walgelijk, maar: door het Goddelijk oog belonkt, zijn ze een duif die ver boven andere vogelen pronkt Want immers: Gelijk een duif, door het zilverwit (zo zingen we) en het goud dat op haar vederen zit; wat die duif tot zo bizondere schoonheid strekt ? Het goud van Christus gerechtigheid, dat haar dekt Hoe duideHjk wordt met dit beeld de Kerk getekend; wat ze zelf zijn, maar ook als in Christus gerekend. Mijn duive; voor al Gods volk, zonder uitzondering, zal die benaming wezen tot eeuwige verwondering. Niet alleen duive, maar Mijn duive; wat dat zegt? Ze is de Mijne, Mijn eigendom, op grond van recht. Ik heb ze gekocht. Ik heb de duurste prijs betaald; Ik heb ze uit hun volkomen doodsstaat opgehaald. Ze zijn het arbeidsloon, door Mijn Vader Mij gegeven en daarom mogen zij met Mij en in Mij eeuwig leven Eén enige is Mijn duivê; er is maar één ware Kerk: Mijn duive, rein en oprecht, door zaligmakend werk. Eén Kerk, door één Geest geleid, één weg geleerd, één hoop, één grond, tot God in Christus bekeerd. Eén enige is Mijn duive, en zij zal dat ook eeuwig z anderen kunnen het menen, maar dat is maar schijn Want buiten Christus kan het ontzettend ver gaan, en daar valt de satan de Kerk ook zo veel mee aan dat het ook bij hen niet anders is dan gemene gena dat ze nog verloren zullen gaan met alle weldaden, maar toch mogen ze bij ogenblikken ook weer ge/oi^e Christus duive te zijn, en straks de strijd te boven. Gij zijt schoon. Mijn vriendin, uw ogen zijn duiveno^ ze ziet alleen op Hem, en zal eeuwig Hem verhogen. Die duiven-kerk, geleerd en geleid door de Geest (Die eens in duivengedaante op Jezus is geweest), zoekt en vindt haar zaligheid in Christus alleen: Hij is hun Steenrots, waar moeten ze anders heen. In de klove der steenrots zal de duif veilig wezen; daar is geen roofvogel of ander gevaar te vrezen. De ogen der Kerk zijn duivenogen, zaligmakend ver ogen om op God te letten, maar voor de zonde d/cMf ogen, die ware godsvrucht uitdrukken, nederige ogen duivenogen, zo oprecht, kuis, eenvoudig en ingetoge Hoeveel van die duiven zullen er nog zijn in ons lané en dan veelal nog als botte duiven, zonder verstand. Tóch auiven, ze zullen tóch eeuwig hun God verhogen in Hem, van Wie ook staat dat Hij heeft duivenogen

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juli 1976

De Wachter Sions | 8 Pagina's

MIJN DUIVE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juli 1976

De Wachter Sions | 8 Pagina's