Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie II

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie II

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Toen zeide Jozef tot Farao: De droom van Farao is één; hetgeen God is doende, heeft Hij Farao te kennen gegeven.

Die zeven schone koeien zijn zeven jaren; die zeven schone aren zijn ook zeven jaren: de droom is één. En die zeven ranke en lelyke koeien, die na gene opkwamen, zijn zeven jaren; en die zeven ranke van de oostenwind verzengde aren zullen zeven jaren des hongers wezen. Dit is het woord, hetwelk ik tot Farao gesproken heb: hetgeen God is doende, heeft Hy Farao vertoond."

Genesis 41: 25 - 29.

In onze tekstwoorden worden we bepaald bij:

Het oogmerk Gods met de droom van Farao.

1. Dat oogmerk is voor FaraO' verborgen.

2. Wordt door Jozef verklaard.

3. Strekt tot behoud van Israël.

Het heeft de Heere behaagd om de droom dienstbaar te steUen tot het openbaren van verborgenheden. Onder het Oude Verbond heeft God toekomstige zaken menigmaal door de droom bekend willen maken. We zien dat bij Abraham, Jacob, Jozef, Daniël en ook Salomo, de Heere verscheen in een droom des nachts. Ook heeft de Heere het toekomende wel eens bekend willen maken aan degenen die niet tot Zijn volk bejioorden. Abimelech, Farao en Nebukadnezar hebben dromen gedroomd waar zulke gewichtvoUe gebeurtenissen zinnebeeldig in werden voorgesteld. De huisvrouw van Pilatus werd in de droom gekweld vanwege de onschuld en veroordeling van Christus. Doch onder de kerkelijke openbaringsvorm hebbe» we deze dingen niet meer te verwachten. De Heilige SchriEt in haar volkomenheid is het door welke de Heere Zich openbaard aan de Zöjnen. Zij hebben Mozes en de profeten, dat zij die horen. Lukas 16 : 29. Nu neemt dat de mogelijkheid niet weg, dat ook nu nog toekomstige gebeurtenissen, wegen van druk en kruis, moeiten en verdriet op de verbeeldingskracht der ziel kunen worden in-gewerkt in de slapende door de droom des nachts. Doch daar hebben we niet meer naar te staan. Veelal is het wat het spreekwoord zegt: dromen is bedrog. En welk een benauwde en goddeloze dromen kunnen er niet gedroomd worden. Duivelse en natuurüjke dromen waar Gods kinderen opi een vreselijke wijze mee gekweld kunnen worden. Doch hier lezen we van een Goddelijke droom waarin aan Farao bekend werd gemaakt wat er in de aanstaande jaren ging gebeuren. God openbaarde dat in de droom aan Farao, maar hield tegelijk de betekenis van het gedroomde verborgen. Het oogmerk Gods met die droom was Farao onbekend. Hij heeft de wijzen en tovenaars geroepen, maar ook die hebben de betekenis niet verstaan. Al waren er net zoveel wijzen en tovenaars als dakpannen in Egypte, God had de betekenis ook voor hen verborgen. En als God Zelf een zaak verbergt wie zal hem dan kunnen verklaren ? Waar God Zelf een sluier op legt is niemand in staat die op te lichten. Aan wijzen ontbreekt het in onze dagen ook niet, maar het is nu eenmaal voor de wijzen en verstandigen verborgen. Farao kwam met deze verborgenheid ook niet bij God. Van achteren bezien was dat vanzelf, want God wilde daar Jozef voor gebruiken. Daarom, moest de zaak voor Farao en de wijzen verborgen blijven. God wilde de aan Jozef geschonken wijsheid aan het licht brengen. Er werd dus plaats gemaakt voor Jozef. Een mens zoekt het altijd bij het schepsel. Farao zoekt het bij de wijzen, maar die lieten hem net zo wijs als hij was. Een mens zoekt het toch altijd maar weer waar het niet te vinden is. We lezen in Lukas 10 : 21: „Te dien ure verheugde zich Jezus in de Geest en zeide: Ik dank U Vader, Heere des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt en hebt die den kinderkens geopenbaard, ja Vader want alzo is geweest het welbehagen voor U."

Christus dankte de Vader voor wat Hij Zijn kinderen geopenbaard had. Het is de Vader die Zijn kinderen onderwijst door het profetisch ambt van Christus. Hij had de zeventig die wedergekeerd waren onderwezen en doorgeholpen. Wat voor hen verborgen was geweest had de Vader geopenbaard. Wat is de verborgenheid toch groot. Maar zo is het ook weer voor wien de Heere de weg der zaligheid gaat openbaren. Als de enige weg der behoudenis. Die weg is totaal verborgen. Het ware Godswerk in de ziel kenmerkt zich altijd weer hierin dat God niet wat openbaart om behouden te worden, inaar om verloren te gaan. Van nature liggen we al verloren. Maar met alle beschouwelijke en historiële kennis heeft een mens daar praktisch niet het minste begrip van. Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen die des Geestes Gods zijn, want zij zijn hem dwaasheid en hij kan ze niet verstaan omdat zij geestelijk onderscheiden worden (1 Kor. 2 : 14). Farao heeft van de droom die God hem gaf niets verstaan.

Maar toch heeft deze droom hem zo aangegrepen dat hij niet tevreden kon zijn eer de betekenis hiervan werd uitgelegd. Waren de schenker en de bakker door hun droom die van God werd gegeven geheel ontsteld, verbaasdheid en ontroering had ook Farao aangegrepen. Dit was iets ongewoons. Dat hier meer in verklaard lag werd wel aangevoeld. De schenker en de bakker hadden ook gedroomd en die droom was in vervulling gegaan.

Dat zij beiden in dezelfde nacht een droom hadden gedroomd die voor hen van zulke betekenis was, had Farao ook wel wat te zeggen. Jozef had die dromen uitgelegd. Zijn de uitleggingen niet Godes heeft Jozef gezegd.

Hierin zien we dat Jozef er zelf ook buiten gezet werd. Hij is goed aan de weet gekomen vanwaar het komen moet. Met de droom die hij zelf gedroomd had en aan zijn broeders verteld, was hij in de grootste eUende terecht gekomen. En toch zou het nog jaren duren eer de eerste droom in vervulling zou gaan. Nu ihoet hij door de uitlegging van de droom de schenker de uitkomst uit de gevangenis verklaren en zelf een gevangene blijven. Het loon op de arbeid moest hij ook missen want toen de schenker weer in vrijheid gesteld en verheven werd heeft hij zich over Jozef niet veel meer bekommerd. Die moest het nu maar weer zien. Die schenker liet Jozef wel aan zijn lot over. Daar moest Jozef dus ook nog afgebracht worden. En dat niet alleen. Jozef moest er met zichzelf tussenuit. In zulk een weg houd je niet veel vrienden over. Welk een beproeving is het voor Jozef geweest. Gods weg gaat door de zee en Zijn pad in diepe wateren. Degenen die -God met een weinig licht komt te bedelen en door wie Hij verborgenheden wil openbaren, komen het meest in de gevangenis terecht. De broeders van Jozef zijn wel buiten de gevangenis gebleven. Die weten van geen tranenbrood

en van geen banden tot hun dood. Voor Gods volk moeten alle dingen medewerken ten goede. Doch dat kan men in zulk een weg maar niet bezien. Ook gaat men dan veelal naar de oorzaak zoeken waarom men nu toch in zulke weg terecht is gekomen. In dit alles wordt het welbehagen Gods volvoerd. Van achteren zal straks worden verstaan:

Wie kan Gods wijs beleid doorgronden ? Een man werd voor hen heen gezonden: De vrome Jozef ryk in deugd Tot slaaf verkocht in zijne jeugd. In yz'ren boeien wreed gekweld Werd hun tot heil in eer gesteld. ,

Psalm 105 : 10.

Jozef is een type van Christus. De Middelaar is door Jozef afgeschaduwd zowel in Zijn ver­ nedering als in Zijn verhoging. Welk een weg van vernedering was het voor Jozef om als slaaf verkocht te worden naar Egypte. Wat een valse beschuldigingen zijn er niet tegen hem ingebracht door de vrouw van Potifar. Gelegenheid zich op zijn vrije consciëntie te beroepen tegenover Potifar werd hem niet gegeven. In deze kan hij geen el tot zijn lengte toedoen. Het enige wat Jozef overhield was een vrije consciëntie voor een alwetend God. En wat dat inhoudt weten diegenen die in dergelijke omstandigheden een weinig met de gang van Jozef geconfronteerd werden. Doch God gaf Jozef genade in de ogen der Egyptenaren. Net zomin als Jozef int de weg van vernedering het minste aan de soevereine leiding Gods kon af doen, nog minder kunnen de heersers in Egypte de verhoging van Jozef tegenhouden. Al drukte men zijn voeten in de stok en zijn persoon in de ijzers. God zou hem geven het einde en de verwachting. Tot den tijd toe dat Zïjn Woord kwam heeft hem de rede des Heeren doodouterd. Als het Gods tijd is gaat het vanzelf. Dan hoeft Jozef er niets meer aan te doen. Maar dat valt niet mee voor het eigenlievende vlees. Doch hierin heeft men lijdzaamheid van node om die tijd af te wachten. Doch de lijdzaamheid hebbe een volmaakt werk opdat gij moogt volmaakt zijn en geheel oprecht in geen ding gebrekkelijk, schrijft Jacobus in hoofdstuk 1: 4 van zijn zendbrief. Nu had de beproeving bij Jozef lijdzaamheid gewerkt en He lijdzaamheid bevinding en de bevinding hoop. En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde Gods in zijn hart was uitgestort. Romeinen 5:5.

Wordt vervolgd.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1976

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Meditatie II

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1976

De Wachter Sions | 8 Pagina's