Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DANKDAGTIJD 1

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DANKDAGTIJD 1

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

meditatie

„Ziet, zy hebben des HEEREN Woord verworpen, wat wijsheid zouden zy dan hebben ? Jeremia 8 : 9b.

Het was een zeer boze tijd onder het volk van Israël, ook ten tijde van de godvruchtige Samuel. De ondankbaarheid van dat volk was schrikbarend groot. Het is dan ook een vreselijke, Godonterende zonde, ja, een zondekwaad dat naar de hemel schreit en roept om wraak. Dit kwam wel duidehjk openbaar bij dat volk toen Samuel oud was geworden. Toen wilde Israël niet meer één van de Heere aangestelde voorganger om Israël te richten. Neen, zij wilden net éénder als al de heidense volkeren rondom hen heen een koning die over hen zou regeren en hen richten. Maar daarmede verwierpen zij niet de godzalige Samuel alleen, maar in de grond van de zaak de levende God, Die Israels God genaamd werd. En dat vanwege de vele en grote wonderen vah dierbare verlossingen uit de hand hunner vijanden, steeds aan hun bewezen, en dergelijke andere meer. Want zo lezen wij immers in 1 Samuel 8:7: „Doch de Heere zeide tot Samuel: Hoor naar de stem des volks in alles, wat zij tot u zeggen zullen; want zij hebben u niet verworpen, maar zij hebben Mij verworpen." Och, zij hadden, van de dag af aan dat Hij hen uit Egypteland geleid had niets anders gedaan dan de Heere verlaten, andere goden gediend, hetwelk zij nog deden. Dus nooit anders gedaan dan ondankbaar geweest voor al de weldaden die zij hadden ontvangen. Mag de Heere dan niet met recht vergramd zijn op dat volk, zodat hetgeen dat zij dan zullen bouwen. Hij dat dan afbreekt en zij zullen zijn een landpale der goddeloosheid ? Want een zoon zal de vader eren, en een knecht zijn heer; maar zo mag de Heere dan met recht klagen: „Ben Ik dan een Vader, waar is Mijn eer ? En ben Ik een Heere, waar is Mijn vreze.? " Mal. 1.

O, wat is het een schrikkelijke verwerping als de godzaligen verworpen worden in het land, zodat men naar hun waarschuwingen niet meer wil luisteren. Dat men al hun vermaningen. bestraffingen en ondervwjzingen in de wind slaat, daar geen acht meer op geeft, noch aandacht aan besteed. Ja, nog erger als zij veracht worden en van alle kanten bespot en verguisd worden. Maar nog veel erger als men de grote Weldoener, de Almachtige Schepper van hemel en aarde, ja de eeuwige Verbondsgod verwerpt. Israël vroeg niet om een andere vrome man in Samuels plaats, maar, hoe verdienstelijk dat hij zich ook gemaakt had door Gods genade, zij verwierpen hem in zijn hogen ouderdom. De Heere had hem toch als richter over Israël aangesteld en vanwege Zijn godsvrucht is er een naam van hem onder Israël uitgegaan. We lezen daarvan in 1 Sam. 3 : 20: „En gans Israël, van Dan tot Bersebd toe, bekende, dat Samuel -bevestigd was tot een profeet des Heeren." Wat heeft hij altijd het welzijn van Israël gezocht, vermanende dat zij de afgoden zouden wegdoen uit hun midden. Dat zij zich met hun ganse hart tot de Heere zouden bekeren en Hem alleen dienen dat Hij hun dan zou verlossen van al hun vijanden die hen haatten met een wrevelige haat. Wat heeft hij niet keer op keer in de bres gestaan voor Israël, dus tussen een schuldig, afhoererend volk en een vertoornd God, Die hen als een rechtvaardig Rechter van voor Zijn heilig, vlekkeloos aangezicht rechtvaardig kon verstoten. O, welk een gebed voor hen gedaan uit de nood zijner ziel, zodat de Heere in Zijn grondeloze ontferming verhoorde en op het noodgeschrei grote wonderen deed en Israël wonderbaarlijk verloste. Maar dan mocht hij door Gods genade bovenal des Heeren eer bedoelen en Hem alleen de eer geven. Die alleen toekomt de lof, de eer, de dankzegging tot in alle eeuwigheid. Daarom smartte dit Samuel des te meer dat zij de Heere niet tot hun Koning wilden hebben, maar de heidenen liever gelijk wilden zijn. In deze verwerping openbaarde zich niets anders dan een vertrouwen op een vleseHjke arm en een wantrouwen jegens hun Eeuwige Weldoener. Ja, dat een aards koning als een nietig stof en as in zichzelf hen béter zou kunnen regeren, beschermen en beveiligen dan de Heere, de Koning der Koningen en Heere der Heeren.

O, schrikkelijk, Godbeledigende verwerping en Godtergende ondankbaarheid ! Dit verstond en begreep Samuel goed dat zij niet meer een afgezonderd volk wilden wezen, om alleen te wonen en dat zij onder de heidenen niet zouden gerekend worden, zoals Mozes hun bij zijn sterven heeft voorgehouden. (Deut. 33.) Samuel heeft deze ernstige zaak de Heere voorgelegd in het gebed of hij des volks eis zou inwilligen, v/ant hij bad de Heere aan. O, hij mocht onder al die droeve omstandigheden en benauwde tijden een toevlucht ontvangen bij de God zijns heus, die voor hem een Toevlucht is geweest te allen tijde. De Heere antwoordde hem temidden van al zijn droevenis dat hij naar de stem des volks moest horen, want zij zijn met u niet tevreden, maar zij zijn met Mij en Mijn koningschap niet meer tevreden, en willen zichzelf geheel uit gaan leven. Deze hun begeerte komt uit hoogmoed voort en niet uit ootmoed; uit vleseüjke gezindheid en niet uit geestelijke gezindheid. Wat is hier het woord van de Heere Jezus, hetwelk Hij gesproken heeft in Zijn omwandeling op aarde al bewaarheid: „Die u verwerpt, verwerpt Mij; en die Mij verwerpt, verwerpt Degene die Mij gezonden heeft." (Luk. 10 : 16). Maar hij kreeg bij zijn antwoord van de Heere ook een boodschap aan Israels volk. Dit was geen liefderijke maar een zeer harde boodschap die dat volk wel door merg en been had moeten dringen, dewelke hen wel had moeten doen sidderen en beven. Hij moest hen in des Heeren Naam op het hoogste betuigen en te kennen geven, hoe, en op welk een wijze die koning over hen zou regeren. Die koning zou hun beste akkers, wijngaarden en olijfgaarden nemen en deze aan zijn knechten geven. Hun zonen en hun dochteren zou hij in zijn dienst nemen en hen allen tot zijn knechten maken. Het zou een koning zijn die met hardheid en gestrengheid over hen zou heersen en dat zij onder zijn zware en harde juk zouden zuchten en roepen, maar dat zij geen verhoring zouden ontvangen, noch verlossing. Doch, trots deze verschrikkelijke boodschap, keerden zij niet terug van hun ingeslagen weg, dewelke enkel dwaasheid was, maar zij weigerden te horen naar het woord des Heeren. Ook deze ernstige waarschuwing werd door hen in de wind geslagen, maar werden overgegeven aan de verharding huns harten en zouden straks ondervinden in een ruime mate dat het kwaad, en bitter is tegen de Heere hun God en Weldoener zo te zondigen. O, zij stopten hun oren voor de goede raad die hun.gegeven werd, die verwerpende, maar hoe hoog hun nood dan straks onder het zware juk van hun koning worden zou, hetwelk zij nu moedwillig op zich laadden en dat zij daaronder zouden zuchten, de Heere zou naar hun zuchten en roepen niet horen. O, wat een verschrikkelijke verwerping van Hem die hen had doen rijden op de hoogten der aarde; zodat dat volk heeft mogen eten de inkomsten des velds; de Heere heeft hem doen zuigen uit de rotsteen, honing en olie uit de kei der rots. Zij hebben gegeten boter van koeien, melk van klein vee, met het vette der rammen en der lammeren en der boldcen die in Bazan weiden; en druivenbloed, reinen wijn

hebben zij gedronken. Zo is Israël als JescHurin vet geworden, ja zeer dik en met vet overdekt geworden en achteruit gaan slaan. Hier hebben zij op een allerdroevigste wijze hun Weldoener laten varen; die Bornput die hen gegenereerd heeft en Hem door wien zij zijn voortgebracht, versmadende de Rotssteen huns heils. Door deze daad deden zij niets anders dan de Heilige Israels lasteren, door vreemde goden. Hem tot ijver verwekken en door deze gruweldaad Hem tot toorn verwekken. (Deut. 32 : 13-16). Nu hebben zij de Heere niet gewild en naar Zijn stem niet willen horen, hoe groot dat zij door Hem beweldadigd waren en kon Hij hen nu naar recht overgeven in het goeddunken huns harten, waar zij nu al wandelden in huime raadslagen. Hier mocht met recht gezongen worden: ..Och, had naar Mijn raad; Zich Mijn volk gedragen ! Och had Israels zaad op Mijn effen paan, ijv'rig wülen gaan. Naar Mijn welbehagen. (Ps. 81 : 15).

En wie nu de Heere verwerpt, verwerpt ook Zijn Woord; wie Zijn Woord verwerpt, verwerpt ook de God van dat Woord èn dan zullen Zijn straffen die vreselijk zijn, want Hij straft niet gelijk een mens straft, niet uitblijven. Want Hij is niet ten enemale gehjk als wij, al meent een mensenkind dat in zijn grote dwaasheid; maar door zulk een verwerping is het met recht een God vergetend volk en in zulke gruwelen doorgaande zal Hij het uiteindelijk verscheuren zodat er geen redden meer aan is. Daar is het uiteindelijk met Israël terecht gekomen na dat de Heere lang geduld met hen geoefend had en het is te vrezen dat Neerlands volk en onze natie niet anders te wachten staat als het zo doorgaat in de zonde van ondankbaarheid, de Heere als de Alzegenaar, kwaad voor goed te vergelden. En dat inzonderheid door des Heeren Woord te verwerpen hetwelk ee"n onverklaarbare, schrikkeHjke en Godonterende verwerping is. Welaan dan, wij hadden gedacht uw aandacht daar een ogenblik bij te bepalen naar aanleiding van ons tekstwoord hetwelk u opgetekend vindt in de profetie van Jeremia, daarvan het achtste hoofdstuk, het 9e vers, het tweede gedeelte, waar des Heeren Woord aldus luidt:

, , Ziet, zy hebben des HEEREN Woord verworpen, wat wijsheid zouden zy dan hebben ? "

Ons tekstwoord spreekt van een: „Schrikkelijke, Godonterende verwerping."

En wel 1. Door een beweldadigd volk. 2. Van een onwaardeerbare schat. 3. Met een ellendig gevolg.

Wordt vervolgd.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 november 1977

De Wachter Sions | 8 Pagina's

DANKDAGTIJD 1

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 november 1977

De Wachter Sions | 8 Pagina's