Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DANKDAGTIJD (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DANKDAGTIJD (3)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Ziet, zy hebben des HEEREN Woord verworpen, wat wijsheid zouden zij dan hebben ?

Jeremia 8 : 9b.

Trots al hun zonden en afwijkingen, daar het steeds openbaar kwam dat zij een hardnekkig en wederspannig volk waren, niets anders deden dan de God huns heils tot toorn verwekken, heeft Hij hun uit grondeloze liefde weer verlost van de hand dergenen die hen drukten. Maar alleen dan wanneer zij in ware boetvaardigheid wederkeerden en losmaakten de knopen der ongerechtigheid. Hij heeft hen op een wonderlijke wijze en langs wonderlijke wegen in het land gebracht, vloeiende van melk en honing. Al de vijanden die hen dat wilden beletten heeft Hij op een wonderlijke wijze voor hun aangezicht geslagen. Amelekieten, Moabieten, Kanaanieten en zoveel anderen meer. Hij heeft wind en water, zon, maan en sterren wiUen gebruiken om hen in Kanaan vredig te doen wonen opdat een ieder mocht zitten onder zijn wijnstok en vijgeboom, door al het goede dat de Heere, in Zijn vrije souvereiniteit aan hen bewezen had. Onderhouden heeft Hij hen omtrent het tijdelijke leven zodat Hij hun eten, drinken en kleding heeft gegeven. Hij heeft hen verzadigd met het Manna uit de hemel en zijn met manna's hemelsbrood verzadigd (Ps. 105). Hij heeft hun dorst gelest door hun water te geven uit de kei der rots. En van al de goede woorden tot hen gesproken heeft Hij er niet één van op aarde laten vallen en gedaan zoals Hij gesproken had. Met recht was het dus een beweldadigd volk dat niet beantwoordde aan de weldaden hun bewezen, maar integendeel hun Weldoener verwierpen. Hun handel en wandel was wel in goddeloosheid en in hoogmoed, maar niet in afzondering en ootmoedigheid onderscheiden van alle andere volken. En dit mocht de Heere met recht van hen eisen want Hij had hun bekend gemaakt wat goed was, dat zij recht deden, weldadigheid liefhebben en ootmoediglijk wandelen met de Heere (Micha 6:8). Maar heeft de Heere ons en ons land door alle eeuwen heen ook niet grotelijks beweldadigd boven zoveel andere volken der aarde. Heeft Hij ons ook niet keer op keer, op een wonderlijke wijze verlost van de hand onzer vijanden. Wat zijn er in ons land al geen bidders en zuchters geweest die met Kerk en staat dag en nacht worstelden aan des Heeren genadetroon. Uit het diensthuis van het heidendom opgehaald, heeft Hij het licht van Zijn Woord helder doen schijnen en helder op de kandelaar geplaatst, waarbij ook veel bloed vergoten is. Beweldadigd heeft Hij ons door ons op een wonderlijke wijze te verlossen van Spanje en Rome's heerschappij dewelken ons vreselijk verdrukten om ons onder hun heerschappij en tyrannie te houden. Wind en water heeft Hij daartoe wiUen gebruiken om Zijn daden onder ons heerlijk te maken. O, dat de grootheid en de sterkte Zijns arms duidelijk te zien is geweest en opgemerkt. De grote, onoverwinnelijke vloot van Spanje heeft Hij door de storm en winden laten vernielen zodat er bijna niets van is overgebleven. Zo heeft Hij onzen vijand geslagen dat heel Spanje toen in grote rouw gedompeld is geworden. Geen wonder dat toen Neerlands penning het opschrift kreeg: „Gods adem heeft ze verstrooit."

Wonderlijke wegen heeft Hij met ons kleine landje gehouden zodat Hij door alles heen ons een land des eigendoms heeft gegeven in Zijn grote goedgunstigheid. O, wat heeft er eertijds een eer in ons land gewoond en zoveel van Zijn keurlingen had Hij hier die Hem in oprechtheid des harten eerden, dienden en vreesden, ook in de regerende personen. Tijden zijn er geweest dat gezegd mocht worden van ons: „WELgelukzalig zijt gij land, welks koning een zoon der edelen is." (Pred. 10 : 17). O, een beweldadigd volk die wat psalmen hebben gezongen op het land en te water onder al hun druk om der waarheids wÜ en dat tot eer van Hem die waakt voor Zijn eigen eer. Die eer zal Hij aan geen ander geven en Zijn lof niet aan de gesneden beelden en afgoden, want Hij is een jaloers God op Zijn eigen eer.{Jes. 42 : 8). Welk een beweldadiging heeft Hij ons niet gegeven in de wonderbaarlijke verlossing van Den Briel, Alkmaar en Leiden toen het er zo hopeloos verloren met ons land en volk voorstond. Toen heeft in die dagen Prins Willem van Oranje heldhaftig gesproken dat hij een verbond gesloten had niet met enig hooggeplaatste koning of keizer, of met enig machtig land, hetwelk allemaal maar nietige mensenkinderen zijn. Maar hij had een verbond gesloten met den Potentaat aller Potentaten, dat is de eeuwige Verbondsgod, die Almachtig, Alwetend en Overalomtegenwoordig is en tegen Wien niet enig mensenkind maar iets vermag mef Hem, van wie Job getuigd in hoofstuk 42 : 2: „Ik weet, dat Gij alles vermoogt, en dat geen van Uw gedachten kan afgesneden worden; ja, met Hem, voor Wie niets iets te wonderlijk zou zijn. Zo heeft Hij ons door alle eeuwen heen beweldadigd door ons telkens weer te verlossen uit de hand onzer vijanden en van degenen die ons haatten en op onzen ondergang loerden. O, wat moest het voor ons allen, klein en groot niet een eeuwig wonder zijn dat wij tot op den dag van heden, door Zijn goedgunstigheid nog een land en volk zijn in het midden van de rei der volkeren. Bij de laatste wereldoorlog, hoe zwaar de slagen ook in ons midden geweest zijn, hoe rechtvaardig ook verdiend. Hij heeft ons door onze wederpartijders niet geheel laten vertreden, maar beweldadigd door een weinig verademing te geven. Maar, o, vreselijk iets, al die weldaden hebben niet geleid tot vernedering en verootmoediging en tot een wederkeren tot onze Weldoener, maar tot verharding, verwildering en bespotting van de God aller zegeningen. En wat heeft Hij ons weer met vele weldaden overladen, trots alle wederspannigheid en onze ongehoorzaamheid, tegen en aan Hem, ons nog goed gedaan van de hemel, ons regen en vruchtbare tijden gevende, de harten vervullende met spijs en vrolijkheid. Hij heeft nog willen opendoen Zijn goede schat de hemel, om het land regen te geven op Zijn tijd, en het land zijn vruchten weer heeft mogen voortbrengen. Door de honger heeft Hij ons nog niet doen omkomen, van dorst heeft Hij ons nog niet doen sterven; van kleding heeft Hij ons nog willen voorzien, en nog niet tot een naaktheid, kaalheid en o'mgording des zaks gesteld. Uit onze landpalen zijn wij nog niet verjaagd om in de vreemde rond te dolen; onze huizen, landerijen, wijngaarden, of welke bezittingen dan ook heeft Hij tot nog toe niet aan anderen gegeven. In gevangenissen en kampen heeft Hij ons noch niet laten brengen, zodat wij nog vrijelijk mogen in- en uitgaan, al wordt dit in ons land al steeds gevaarlijker wegens de toenemende misdaden en terreur. Zo mogen wij nog als een beweldadigd volk delen in de zegeningen des verbonds hetwelk de Heere eenmaal met Noach heeft opgericht. (Gen. 8). Ook nog beweldadigd dat Hij tot de dag van heden noch de zuivere waarheid in ons midden gelaten heeft, hoe schaars dat het dan ook mag wezen, zeggende dat het woord des Heeren schaars geworden is. (1 Sam. 3). Dat er oök nog enkelen van Zijn volk gevonden mogen worden al is het getal der ware levenden kinderen Gods zeer dun en wij wel mogen uitroepen dat het overblijfsel Jakobs zeer dun gewordeii is; doch bij zovele anderen landen vergeleken nog daarin beweldadigd. Maar, o wee nu oiizer, nu heeft er met dat alles een schrikkelijke, Godonterende verwerping plaats gelijk weleer door Juda's volk, regering en leiders. Daarmede zijn wij dan gekomen tot onze tweede hoofdgedachte:

Van een onwaardeerbare schat.

Wordt vervolgd.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 november 1977

De Wachter Sions | 8 Pagina's

DANKDAGTIJD (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 november 1977

De Wachter Sions | 8 Pagina's