Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het handschrift  van  onze munten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het handschrift van onze munten

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onlangs lazen wij een notitie van de bekende geschiedkundige prof. dr. H. E. van Gelder over de herkomst van het randschrift „God zij met ons" op onze guldens en rijksdaalders. Zij leek ons interessant genoeg, om ook aan de lezers van De Wachter Sions door te geven.

Prof. Van Gelder wijst erop, dat dit randschrift teruggaat op de Muntwet van 28 september 1816. De bedoeling ervan blijkt duidelijk uit de memorie van toelichting bij dit wetsontwerp, gericht aan koning Willem I en opgesteld door de minister van financiën, jhr. C. C. van Oterleek. Deze schreef onder meer:

„Het munten der stukken, gelyk men spreekt, in den ring en derhalven met ingesneden letters op de snede aan Uwe Majesteit voordragende, als ene middel om, en het sieraad der stukken te bevorderen, en het hesnoeyen mgeyelyker te maken, is het my voorgekomen, dat het geschikt zoude zyn, het oude randschrift van vele der Munten, door onze Voorvaderen na het afschudden des Spaanschen Juks, vervaardigd te volgen, te weten Si Deus nohiscum quis contra nos, en te stellen kortelyk God zy met ons! eene heilbede die elke rechtgeaard ingezeten des Ryks, en voor hei Land, en voor den persoon van Uwe Majesteit hartgrondig uitboezemt."

Het Latijnse „Si Deus nobiscum quis contra nos" is een vertaling van Romeinen 8 : 31 „Zo God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn ? " Het zal zeker voor velen een verrassing zijn, te vernemen dat het randschrift een verkorting is van deze bijbeltekst.

Kenners en verzamelaars van oude munten zullen wel kunnen zeggen, of deze Latijnse spreuk inderdaad iil vroeger tijden veel is gebruikt. Het lijkt mij niet zonder bedenken, wanneer de roem van Gods volk (Romeinen 8) door een natie wordt overgenomen. Maar wanneer wij het mogen opvatten als een gebed, is veel van het bezwaar weggenomen. En zeker geldt dat van de verkorte vorm, waarin het randschrift nu al meer dan anderhalve eeuw voorkomt op onze munten.

Steeds weer gaan er stemmen op, om het randschrift van onze guldens en rijksdaalders weg te nemen. Om het „snoeien" van de munten tegen te gaan, is het niet meer "nodig, want de materiaalwaarde van de nikkelen munten is nog maar gering, terwijl'het „snoeien" ook kan worden tegengegaan op de wijze, zoals dat bij de kwartjes en dubbeltjes gedaan wordt. Maar in de stemmen die opgaan, spreekt doorgaans ook iets anders. De naam des Heeren moet weg uit de samenleving. —

Het is hetzelfde streven, waardoor ook, de bede aan het einde van de troonrede verdwenen is. Ook het „Wij, Juliana, bij de gratie Gods koningin der Nederlanden" enz. in de aanhef van de wetten ontmoet steeds meer tegenstand. Zo is ook in de Verenigde Staten de vereniging van godloochenaars een actie begonnen om het „In God we trust" („wij vertrouwen op God") te bannen van de Amerikaanse bankbiljetten.

Tegen de laatste spreuk - „wij vertrouwen op God" - zouden wij van onze kant ook nog wel een zeker bezwaar kunnen hebben, daar wij moeten vrezen, dat het al te lichtvaardig uitgesproken wordt.

Maar de bede op onze munten blijve gehandhaafd. Wie daartegenin brengt, dat zij niet meer beleefd wordt, maakt dezelfde fout als"minister De Gaay Fortman, die het weglaten van de bede uit de troonrede verdedigde met het argument, dat de meeste ministers deze bede niet meer beleefden.

Het randschrift „God'zij met ons" blijve gehandhaafd als een oproep tot gebed en tegelijkals een aanklacht tegen een volk, dat zijn verleden vergeten is en dat niet meer besejEt, dat het alleen Gods genade is, dat het uit het diensthuis vaiï Rome en Spanje eens uitgeleid is en door de eeuwen bewaard is gebleven tot op deze dag.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 november 1977

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Het handschrift  van  onze munten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 november 1977

De Wachter Sions | 8 Pagina's