Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE Bijbelse Geschiedenis 150

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE Bijbelse Geschiedenis 150

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Antwoorden 536 t.m. 540.

536. Met de landlieden worden in de gelijkenis de overpriesters en de schriftgeleerden bedoeld. Aan de voorgangers der kerk van die dagen was de joodse natie in zeker opzicht verhuurd. Zij hadden het bestuur van Godswege erover ontvangen, maar het was niet blijvend en onveranderlijk hun in handen gesteld. Zij hadden de verplichting jegens God om hun verbintenis met nauwgezetheid te vervullen en als goede huisbezorgers de hof huns heren te bewaren en te bearbeiden.

537. Met de dienstknechten welke de heer des huizes tot de huurders van zijn wijngaard zond om zijn vruchten te ontvangen wordt in deze gelijkenis gedoeld op de profeten, die tijdens het Oude Testament onder Israël zijn opgetreden.

Volgens Mattheüs betichtte de Heere Jezus de landlieden dat zij de een geslagen, de andere gedood en de derde gestenigd hadden (vers 35).

Lukas noemt ook nog geselen, smadelijk behandelen en verwonden en ook Markus zegt dat zij ledig weggezonden werden. Het is duidelijk dat in de drie beschrijvingen hetzelfde bedoeld wordt. Sommige bijbelverklaarders maken bedenkingen tegen deze beschuldigingen omdat we in de geschiedenissen der profeten niet die bejegeningen vinden, welke de Heere Jezus hier de joden ten laste legt. Dit bezwaar is echter geheel ongegrond, want schier al de boeken des Ouden Verbonds geven er getuigenis van dat het volk van stonde aan twistte met de profeten. die in de Naam des Heeren tot hen spraken. Zij hebben Mozes verworpen toen hij tot hen kwam om hen uit Egypte te leiden en tijdens de woestijnreis hebben zij meer dan eens stenen opgenomen om hem te doden. Hoe lankmoedig was de Heere daartegenover ! Hij heeft hun richters gegeven tot Samuel toe. Ook deze verwierpen zij en begeerden een koning over zich, die voor hen uitging als bij andere volken. David, de man naar Gods hart, de lieflijke in psalmen, hebben zij van de troon willen stoten, de profeet Elia moest vluchten om zijns levenswil, Eliza hebben zij bedreigd en uitgescholden, Micha in de gevangenis gezet en gespijzigd met brood der bedruktheid, Amos werd het zwijgen opgelegd, Zacharia gestenigd in de tempel, Jesaja is waarschijnlijk in stukken gezaagd, Jeremia hebben ze in de modderkuil en in de gevangenis geworpen, Ezechiël veronachtzaamd en bespot;

enz. Volkomen terecht heeft de'Heere Jezus in deze gelijkenis dus de aaneen geschakelde vijandschap van Abrahams zaad hun voor ogen gesteld. Het was geheel naar waarheid gezegd: Den enen hebben zij geslagen, en den anderen gedood, en den derden gestenigd. Reeds vroeger had de Heere Jezus hun hiervan beticht, als Hij sprak: Wie van de profeten hebben uw vaders niet gedood ? Het tegenstreven en het bedreigen dat zij al de profeten aandeden, rekende Christus tot dezelfde boosheid als het vermoorden dat zij sommigen gedaan hebben.

538. De landheer uit de gelijkenis kon billijk verwachten dat men zijn zoon zou ontzien. De knechten, die hij eerst gezonden had, waren slechts voorlopers van hen. Hoewel de over- • legging: Zij zullen mijn zoon ontzien, in de eigenlijke zin niet op God kan worden tqegepast, is de lering zeer duidelijk. Want hoewel Hij wist wat er gebeuren zou, als Hij Zijn Zoon in de wereld zou zenden, is het gebruikelijk dat het in de beeldspraak en in gelijkenissen wordt voorgesteld alsof God menselijke gewaarwordingen ervoer en teleurgesteld werd door het gedrag der zondaats. Hoe klaar en helder komt door dit gezegde naar voren dat uit een oogpunt van billijkheid niets onbetamelijker en strafwaardiger was, dan dat zij de Zoon hetzelfde zouden doen als zij de profeten hadden gedaan. Hij stond immers ver boven hen. De profeten hadden enige wonderen gedaan, maar de macht van de. Zoon was onbeperkt gebleken. Hij was God en van Zijn boven-menselijke waardigheid had Hij de overtuigendste bewijzen getoond. Het was zelfs zo dat de schare moest erkennen: 'Wanneer de Christus zal gekomen zijn, zal Hij ook meer tekenen doen dan die, welke Deze gedaan heeft ? (Joh. 7:31). Waarom verzuimden zij dan te overwegen dat Gods wraak hen zou treffen indien zij Hem hetzelfde zouden doen als zij de profeten gedaan hadden ? De oordelen die hun vaderen getroffen hadden omdat zij Zijn gezanten verwierpen had hun schrik moeten aanjagen en moeten nopen te overleggen: Deze is de Zoon, laat ons Hem ontzien !

539. In de gelijkenis wordt ons de verregaande boosheid van de landlieden voorgesteld door hun overlegging om de zoon van hun landheer te doden met het doel de wijngaard voor zichzelf te kunnen houden. Sommige van de dienstknechten, die tot hen gezonden waren, hadden zij ook gedood maar er kwamen anderen in hun plaats. Zij wisten echter dat de zoon een enige zoon was. Wanneer wij hem doden, zo beraadslaagden zij, dan zal de erfenis onze zijn. Met andere woorden, dan kunnen wij rustig in de wijngaard blijven alsof deze ons eigendom is. De strekking kon niet misverstaan worden. Aan de oversten, de priesters en de schriftgeleerden, was het beheer en bestuur van de kerk opgedragen en het was hun vergund daarvan allerlei nut te trekken. Alleen moesten zij in 't oog houden dat zij hun ambt zodanig waarnamen, dat de Heere des huizes, het Zijne niet onthouden werd. Zij waren echter zozeer met zichzelf ingenomen dat zij deden alsof de enige Erfgenaamniet meer bestond en zij poogden met alle middelen te voorkomen dat hun het gezag ontnomen zou worden. Daarom, als zij Jezus slechts uit de weg konden ruimen, dachten zij vrij spel te hebben om alles te doen wat zij w|lden.

Zij konden dan alle inzettingen en overleveringen in stand houden en het volk naar welgevallen tot onderwerping dwingen. De Erfgenaam, Die als Gezaghebber in de tempel optrad en de kopers en verkopers had uitgedreven, haatten en vreesden zij als het grootste onheil dat hun overkomen kon. Zij zagen het zeer goed in dat zij, Hèm latende leven, zelf niet konden blijven" regeren. Zodoende rekenden zij de dood van Christus ten nutte te zijn voor het voortbestaan van het volk. Deze mening had Kajafas in de raad openlijk uitgesproken en op zijn advies had men het besluit genomen: Komt, laat ons Hem doden !

540. Als de Heere Jezus wijst op de bouwlieden, die de uitverkoren Steen verworpen hadden, haalt Hij een profetie aan uit Psalm 118. Dit getuigenis was aan de schriftgeleerden zeker bekend. Daarom vraagt de Heere Jezus zo opmerkelijk: Hebt gij nooit gelezen in de Schriften: De steen, dien de bouwlieden verworpen hebben, deze is geworden tot een hoofd des hoeks. Het is een woord uit dezelfde psalm, waaruit de kinderen in de tempel hun hosanna's ontleend hadden. Ongetwijfeld heeft de Heere Jezus dit psalmvers aangehaald ter verklaring van de zojuist verhaalde gelijkenis. Het verwerpen van de Steen door de bouwlieden is hetzelfde als het vermoorden van de Zoon die gezonden was om de vrucht in ontvangst te nemen. De overpriesters en de ouderlingen waren de ontrouwe wijngaardeniers en de bouwlieden, die aan de hoeksteen een plaats ontzegden, waren zij eveneens. Aan het eind van de gelijkenis had de Heere gezegd: De heer des wijngaards zal komen en de landlieden verderven en den wijngaard aan anderen geven. Dit betekent dat de eigenaar de boosheid van de landlieden beschouwde als een reden om de pachtovereenkomst nietig te verklaren, waardoor zijn huurders al hun rechten en aanspraken op het gebruik van zijn bezitting kwijt raakten. Hun voorrechten werden hun niet slechts ontnomen, maar de heer besloot hen ook te straffen. Het volk van Israël had zich schuldig gemaakt door de profeten en de Zoon te vervolgen en te doden en'daarmee hadden zij God zozeer tot toorn verwekt, dat Hij hun al hun godsdienstige voorrechten ging ontnemen en hun overgaf aan hun blindheid en afkerigheid van het Evangelie des Zoons van God (zie Rom. 11 : 8 - 10). Hun verdrijving uit de wijngaard had echter tot gevolg dat zij aan anderen werd verhuurd, met andere woorden: hun verwerping werd de rijkdom der heidenen. Het Evangelie der genade w^erd tot ' volken gebracht, die hun vruchten brachten. De profetie van Jesaja ging in vervulling: Het welbehagen des Heeren, zal door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan. Daarom is het zo opmerkelijk, als'de Heere Jezus Psalm 118 aanhaalt, Hij dan niet verzuimt te wijzen op de diepzinnige uitspraak van de psalmist: Van den Heere is dit geschied, en het is wonderlijk in onze ogen. De verwerping van de Steen des hoeks door de bouwlieden was wonderlijk, maar niet in strijd met de raad Gods. Wonderlijk is dat Hij nochtans verhoogd werd en een voortreffelijke plaats verkreeg in het Godsgebouw. Ja, de verwerping door de bouwlieden was juist de weg, waardoor Hij de raad des Heeren tot een Hoofd des hoeks werd gelegd. En zo is de. oprichting van de geestelijke tempel van 't begin af tot de voltooiing toe een werk dat de verbazing der beschouwers opwekt, en zij zal zelfs in de hemel altoos stof tot verwondering uitmaken. Maar ook hier op aarde mag de kerk er al van zingen.

De steen die door d^ tempelbouwers Veracht'lijk was een plaats ontzegd. Is, tot verbazing der beschouwers. Van God ten hoofd des hoeks gelegd. Dit werk is door Gods alvermogen. Door 's Heeren hand alleen geschied; Het is een wonder in onz' ogen; Wij zien het, maar doorgronden 't niet.

Ps. 118 : 11.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 1977

De Wachter Sions | 8 Pagina's

DE Bijbelse Geschiedenis 150

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 1977

De Wachter Sions | 8 Pagina's