Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

I ADVENT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

I ADVENT

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

i „Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijnen eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve maar het eeuwige leven hebbe." Joh. 3 : 16.

Het was een zeer donkere tijd toen Achaz, de zoon van Jotham de zoon van Uzzia, koning over Juda was. (Jes. 8). Het was onder zijn regering van kwaad tot erger geworden. Als een ijverig afgodendienaar voerde hij alle soorten van afgoderij in en verbrandde zijn eigen zonen ter ere van Moloch. Was Juda bevoorrecht geweest met Jotham die nauwgezet de dienst des Heeren in ere hield, thans was Juda te beklagen nu zij met de zoon van Jotham een koning ontving die in goddeloosheid alle koningen overtrof. Doch met het volk yan Juda was het in het algemeen niet anders gesteld. Zo de Koning, zo was het volk.

Wat was er meer te verwachten nu men geheel van de rechte weg was afgeweken ? Het volk werd door innerlijke verdeeldheid verzwakt, terwijl van buiten een wereldmacht zich op maakte om hen te oyervallen. En in plaats van bukken onder de dreigende hand Gods zocht men hulp bij Egypte en Syrië. Doch de koning van Assyrië zou opkomen en Israël en Syrië ten onder brengen. Achaz had gehoopt op Assyrië als bondgenoot te kunnen rekenen. Hiermee is hij bedrogen uitgekomen. Het is maar even en dan moet Achaz voor Tiglath Pilezer bukken. Juda's bijzondere plaats onder de rij der volken is weg.

Wat is daar van overgebleven. En het zou nog donkerder en banger worden in hèt land van Juda. Doch laat de Heere de boetbazuin nog dreunen over Juda. Tot de wet en tot de getuigenis ! Zo zij niet spreken naar dit woord, het zal zijn dat zij geen dageraad zullen hebben. En dan volgt er op: „En een ieder van hen zal daar door gaan, hard gedrukt en hongerig; en het zal geschieden wanneer hem hongert en hij zeer toornig zal zijn, dan zal hij vloeken op zijnen God als hij opwaarts zal zien. Als hij de aarde aanschouwen zal, zie, daar zal benauwdheid en duisternis zijn, hij zal verduisterd zijn door angst en voortgedreven door donkerheid." De raad des AUerhoogsten zou onwaardiglijk worden verworpen. En onder de slaande hand Gods zouden ze vertoornd worden op God, omdat Hij hun niet hielp tegen hun vijanden. Het volk verhardde zich onder dit alles, en beet in de stok waarmee het geslagen werd. En hoe korter hun ondergang nabij kwam, hoe meer de verharding doorwerkte. Rechtvaardig had God het volk kunnen verdelgen als in de dagen van Noach. Toch zou Hij dat niet doen. We lezen in het 23.e vers: „Maar het land dat beangstigd was zal niet gans verduisterd worden gelijk als Hij het in den eersten tijd verachtelijk heeft gemaakt naar het land van Zebulon aan, en naar het land van Naftali aan, alzo heeft Hij het in het laatste heerlijk gemaakt, naar de weg zeewaarts aan gelegen over de Jordaan aan Galilea der heidenen."

Het waren de inwoners van de landstreek die bij de inneming van Ht land Kanaan Zebulon en Naftali ten deel viel tot wie het Woord des Heeren gericht werd. Zebulon (woning of bijwoning) was de zesde zoon van Jakob die uit Lea geboren werd. De stam van Zebulon in het 'handelen zeer bedreven was ook krijgshaftig. Zij streden met Naftali mee in de tienduizenden tegen Sisera (Richteren 4:6) Naftali was even dapper in oorlogshandelingen als Zebulon. Voor het sterven heeft vader Jakob uitgeroepen over hem: „Naftali is een losgelaten hinde, hij geeft schone woorden." (Genesis 49 : 21). Naftali was de tweede zoon van Rachals dienstmaagd Bilha die zij Jakob baarde.

En van Zebulon riep de aardsvader uit in vers 13: „Zebulon zal aan, de haven der zeeën wonen, en hij zal aan de haven der schepen wezen; en zijn zijde zal zijn naar Sidon." Door dé Geest der profetie maakte de aardsvader de ligging van Zebulon geografisch bekend. Het gebied van Zebulon strekte zich uit van de zee van Tiberias tot aan de Middellandse zee, tussen Aser en Issaschar en werd noordoostelijk begrensd door Naftali. Dit was de landstreek van Zebulon en Naftali welks inwoners het voorwerp waren van deze profetie.

Daar het gebied van deze stammen ver naar het noorden lag werden zij ook het eerst door de Assyriërs weggevoerd en verstrooid onder de heidense volken. Welk een bange tijd werd doorworsteld. Benauwdheid zou het volk aangrijpen en duisternis zou de aarde bedekken. Maar dan roept de Heere door de mond van Jesaja: „Maar het land dat beangstigd was zal niet gans verduisterd worden." Sommigen nemen dit voor het negende hoofdstuk, omdat de profeet hier het volk begint te troosten, nadat van te voren het volk door de zware dreigementen beangstigd was geworden, zie hiervan de kanttekening.

Welk een donkere tijd was het toen Jesaja in 's Heeren Naam het volk terug riep tot de Wet en de getuigenis. Achaz de koning van Juda weigerde een teken te vragen voor het volk en voor zichzelf. Toeii heeft Jesaja gezegd: „Daarom zal de Heere Zelf een te: ken geven, ziet een maagd zal zwanger worden en een Zoon baren en Zijn naam Emanuël heten." Doch welk een bange en donkere tijd zou er voor Juda en Efraïm nog beleefd worden. Een Edomiet, een gezworen vijand van het volk zou op de troon komen eer deze profetie in vervulling zou gaan. Geen profeet zou er meer overblijven En voor de enkele gelovige die er nog waren werd het zowel als voor het volk met recht een reis door de nacht. En wie weet hoe lang. Alle verwachtingen werden door de onbegrijpelijke en onnaspeurlijke leiding Gods totaal afgesneden.

Het volk had zwaar gezondigd, de ongerechtigheid vermenigvuldigd en de lankmoedigheid ' Gods getart. De tijd daar zijnde heeft Hij Efraïm en Juda bezocht. Eerst door Tiglath Pileser en daarna door Salmanasser als middel in Zijn hand zodat het volk beefde voor haar toekomst. Niet anders dan ellende op ellende, verwoesting op verwoesting was het lot van een volk dat de maat der ongerechtigheid volmaakte en zich niet ^ vernederde onder de krachtige hand Gods. We hebben erop gewezen hoe de Assyrische hulp aan Israël het rijk tot een val werd, op Juda zal die wereldmacht nog even stuiten ten tijde van de vrome koning Hizkia, maar ook voor Juda is de ondergang besloten. Tot de wet en tot de getuigenis en zo niet het zal zijn dat ze geen dageraad zullen hebben.

Een donkere nacht zou zich uitstrekken niet alleen over Zebulon en Naftali. Het ganse tien stammenrijk zou verwoest en verstrooid worden terwijl Jeruzalem zou worden verwoest, en Juda weggevoerd in ballingschap.

Doch de twee eerstgenoemde stammen die door hun vooruitgeschoven ligging naar het noorden het eerst in dit oordeel betrokken geweest waren, worden in de toezegging van het Messiaanse heil het eerste genoemd. Alzo heeft Hij het in het laatste heerlijk gemaakt naar de weg zeewaarts aan gelegen over de Jordaan, aan het Galilea der heidenen. Zo is deze troostrijke belofte eeuwen voor haar vervulling gedaan op Gods tijd bevestigd geworden met de geboorte van Christus.

Door Goddelijke openbaring vermaand zijnde in de droom zijn Jozef en Maria met het Kindeke vertrokken naar Nazareth in Galilea. Hoe is Galilea niet heerlijk gemaakt door Zijn predikaties. Jezus omging geheel Galilea lerende

in haar Synagogen en predikte het Evangelie des Koninkrijks en genezende alle ziekten en alle kwalen onder de volken. Het wonder op de bruiloft verricht was in Galiléa. Dit begin der tekenen heeft Jezus gedaan te Kana in Galiléa, en heeft Zijne heerlijkheid geopenbaard en Zijne discipelen geloofden in Hem (Joh. 2 : 11). Ook waren Zijn verkoren discipelen Galileërs. Het verachte had Hij uitverkoren en tot Zijn vrienden gemaakt. Het land van Zebulon en Naftali en het Galiléa der heidenen, ja over Efraïm en Juda tesamen als het land van de schaduwen des doods, over hetzelve zou een licht schijnen.

Wordt vervolgd.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 1977

De Wachter Sions | 8 Pagina's

I ADVENT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 1977

De Wachter Sions | 8 Pagina's