Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een brief uit EDERVEEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een brief uit EDERVEEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daar onze verjaardagen weer achter ons liggen wil ik weer een briefje schrijven aan al de lezers en lezeressen van de Wachter Sions. Velen hebben ons overladen met brieven, ansichtkaarten, visitekaartjes, bloemen, fruit enz. Voor mijzelf nog diverse dieetartikelen. 'k Heb nog steeds lichte suikerziekte. Doch ik heb er geen hinder van. Mede namens mijn vrouw wil ik allen die ons een blijk van medeleven getoond hebben zeer hartelijk bedanken. De post had enkele bundels gemaakt, dat wel een paar dagen duurde. Dit jaar nog meer dan andere jaren. Hoe oud wij ook zijn, wij zijn nog bij elkander. Ook dit verschenen jaar ontvingen wij onderscheidene rouwbrieven. En wij kunnen zo indenken voor diegenen die dat meemaken wat dat wel moet zijn. Er zijn er die hun man moesten afstaan en een ander moest zijn vrouw missen. Wat een scheiding. Wat een aards gemis. En al is het dat er zijn, van wie wij mogen geloven dat zij een goede ruil gedaan hebben, de achterblijvende is toch haar man kwijt. En als er dan nog kinderen thuis zijn wordt de zorg des te groter. De gedachten vermenigvuldigen vaak. Gelukkig degenen die bij aards gemis de toevlucht naar Boven hebben leren kennen. De Heere zorgt ook inzonderheid voor weduwen en wezen. Hij houdt ze in kommer staande. Er is ook een geestelijk weduwschap. Gelukkig die daar ook geen vreemdeling van zijn of blijven. Want dan is er plaats voor het geestelijke huwelijk met Christus. Hij is de Bruidegom die voor zijn Bruidskerk dood geweest is en nu leeft en de Zijnen hier voor- en toebereidt voor de Bruiloft des Lams. Zij mogen hier wel eens een liefdesblijk van Hem ervaren. Van Hooglied 1 : 2 blijven zij geen vreemdeling. En even zo ook niet van Hooglied 2:6: „Zijn linkerhand zij onder mijn hoofd en zijn rechterhand omhelze mij." O, wat een dierbaar gemeenschapsleven. Voor zulk een leven behoeft een ziel zich niet te schamen. Van die liefde moet zo'n ziel aan anderen meedelen. Dat kan hij of zij niet verzwijgen. Soms een keertje dronken van liefde. Dat dachten ze op de Pinksterdag ook, maar dat ze dronken van wijn waren. Doch dat is niet van aardse wijn, neen, Hij voert de Zijnen weleens in het Hemelse wijnhuis. Daar is Hij heengegaan nadat Hij op aarde de pers alleen getreden heeft. Dan wordt verstaan Ps. 36 : 2: Hier 't vette van Uw huis gesmaakt; Een volle beek van wellust maakt - Hier elk in liefde dronken. Onze tijden zijn donker en moeilijk, maar dat ligt niet aan de Heere. Want de omstandigheden kunnen zeer moeilijk zijn doch Hij is de nooit beschamende Rotssteen, Wiens werk volkomen is. De ziel is bang dat zij meegezogen wordt. De geest des tijds is geweldig. In zichzelf is men zwak. Van binnen totaal verdorven. Hoe komt het dan dat die enkelingen niet omkomen ? Daar is nu niets van hen bij, maar alleen Gods bewarende genade om niet meegespoeld te worden. Hij is verantwoordelijk voor hen. Hij heeft ze levend gemaakt. Duur gekocht. Onderhouden door Hem, verzorgd door Hem: Hij haalt ze op Zijn tijd thuis bij Vader. En er zal gelukkig geen één achter blijven. Sommigen hopen eens spoedig thuis te zijn, maar Gods raad is weleens andersom. Ik heb in Rijsen destijds Duskus Dika weleens horen zeggen: Heere, zo oud, 101 jaar, wat moet ik nog op de wereld doen ? Toen heb ik ze mogen antwoorden: Dika, gij kunt als een arme versletene toch nog wel zuchten ? Die hebben we op aarde ook nog nodig. En die worden zo dun. Er zijn niet veel van die oude stakkers meer.

Het wordt zo leeg op aarde. Om nog even terug te komen op de feUcitanten bij de verjaardagen.

Teveel om bij hun naam te bedanken. Uit onze gemeente hebben ze ons ook niet vergeten. Die twee oudjes hebben nog niet afgedaan. Mijn vrouw kan echter niets meer doen. Is zelfs zeer hulpbehoevend. Zwaar van het water. En medisch gesproken is het een wonder dat ik nu vanaf de kerstdagen 's zondags weer twee maal voorga. En dat verbindt nog meer aan elkander. Verleden jaar heb ik nog driemaal in het ziekenhuis moeten liggen. En de laatste keer zeer ernstig gewaarschuwd om niet meer te preken. En nu moeten de doktoren zelf getuigen: Dit is een' wonder van boven, geen mensenwerk. Voornamelijk het hart is zo aangesterkt. En het mag • weleens gebeuren dat ik extra zuurstof krijg toegediend. Misschien vraagt wel iemand: Hebt ge die dan bij u op de preekstoel staan ? Neen lezers, ik ben uit genade aangesloten op de Hemelse Hartkamer. Niets van mijzelf, daarom schrijf ik het niet. Maar God alleen de eer. Dat is mij ook een vermaak om veel goeds van de Heere te zeggen, ook op de preekstoel. En hoe geringer en slechter dat dat je nu zelf wordt, des te meer kan je God lof toebrengen. En dat is toch een Hef werk. Daar heeft de Heere ook wat van geopenbaard aan Johannes op het eiland Padmos. Die kreeg ook die grote schare te zien, staande voor de Troon van God en het Lam, be-. kleed zijnde met lange witte klederen, en palm-' takken waren in hun handen.

Daar heb ik verleden week drang voor gekregen, om daarover te gaan preken. Ik heb er al een paar maal over gepreekt en hoop het nog een keer te doen. Wie dat zijn, hoe ze daar komen, wat ze daar doen, wat ze. daar genieten. Ter bemoediging van de strijdende kerk. Daar boven is maar één schare, één troon, één God en één Lam. En alleen om dat bloed des Lams staan zij daar. Roepen zij daar met grote stem: Openb. 7 : 10: „De zaligheid zij onze God, Die op de troon zit, en het Lam." « Daar geen verjaardagen meer zijn, geen gebreken meer, geen wens meer. Hier is het: Och mocht ik in die heilige gebouwen, of wanneer" komt die dag, of hoe Heflijk hoe vol heilgenot, O Heer, der legerscharen God, zijn mij Uw huis en tempelzangen enz. enz.

Daar is een eeuwig genieten: Hij het Lam zal ze leiden tot levende fonteinen der wateren. En God zal alle tranen afwissen. Nu moet ik gaan eindigen, anders wordt mijn briefje te lang. Ik ga met mijn gedachten nog even een rijtje langs. • Al catecheseer ik niet meer, toch vond ik het zeer aardig dat zij nog aan mij gedacht hebben. Dat heeft mij inderdaad goed gedaan. Zeeuws Vlaanderen is mij ook nog niet vergeten. Het personeel van de school moet ik ook nog bedanken. Ook kerkeraad en gemeente Biervliet niet te vergeten. Daar liggen nog sterke herinneringen. Zo ook Oostburg. En ook van verschillende predikanten. Ik mag ook mijn vriend in Amerika niet vergeten, hij vergeet ons ook niet, Hij behoort ook tot die aangroeiende schare. Die éne ! En hij die zo dikwijls mij in het ziekenhuis bezocht heeft en ik hem. Neen die gaan elkander niet meer voorbij. Omdat God ze bijeen gebracht heeft in die éne gemeente: uit alle talen, naties en tongen: Filistijnen, Tyriërs, Moren, doornen en distels. Zij komen uit de grote verdrukking. Er komt een eind aan al het aardse. Alle lezers en lezeressen van harte van ons beiden gegroet en Gode bevolen.

De twee oudjes uit Ederveen

Ds. Aangeenbrug en Echtgenote

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 mei 1978

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Een brief uit EDERVEEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 mei 1978

De Wachter Sions | 8 Pagina's