Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

antwoord per brief

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

antwoord per brief

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geachte Heer G.P. te H.,

De vraag die u me hebt gesteld, kan me wel wat stof ter beantwoording geven, als het de Heere mocht behagen mij enige inleiding te geven in dat dierbare borgtochtelijke werk van de Midd'élaar. In een verklaring over het lijden van de Middelaar in de hof van Gethsémané, hebt u gelezen dat de Middelaar waarlijk droppelen bloed heeft gezweten en dat dit bloed gestort is tot vergeving der zonden. Dit laatste trekt u vanzelf niet in twijfel, maar het deed er u toch wel over nadenken of met de bloedstorting van Christus niet geheel het borgwerk wordt bedoeld. Gods Woord leert ons dat er zonder bloedstorting geen vergeving is te vinden. Maar aan het kruis heeft de Middelaar pas uitgeroepen: „Het is volbracht !" De kerk kan toch geen rust vinden in wat een beangstigde Borg leed, maar heeft toch een volkomen Borg nodig ? Dit is de vraag die u me stelde.

In Lucas 22 : 44 lezen we: „En Zijn zweet werd gelijk grote droppelen bloeds, die op de aarde afliepen." De kanttekening zegt daarvan: „Het Griekse woord betekent eigenlijk .droppelen van geronnen bloed; maar wordt ook genomen voor grote dikke droppelen." Ik heb er verder maar even nog de verklaring van Aegidius Francken op nageslagen, want ik vind Aegidius Francken een zeer voortreffelijke schrijver. Elk jaar weer wordt hij door mij geraadpleegd in de lijdensweken, alsook voor de feestdagen. Zijn feeststoffen zijn toch ook zo levendig en praktikaal. Het is jammer dat die preken te lang zijn om in de kerk te lezen, als ik er meer tijd voor zou hebben, dan zou ik er me graag voor geven om van die preken verschillende korte leesbare preken te maken. Nu blijven ze veelal ongebruikt liggen en dat terwijl ze van zulk een zeldzame geestelijke inhoud zijn. Zijn lijdensstoffen zijn ook leerzaam en praktikaal. Hij geeft eerst een duidelijke verklaring van de geschiedenis van het lijden en komt dan in de toepassing steeds hierop terug tot lering voor de ziel. Hij is ook de mening toegedaan dat Christus waarlijk bloed gezweet heeft, daar zijn angst en benauwdheid Zijn aderen zozeer deden zwellen, dat het bloed door de zweetgaten heengedrongen is. Enkele voorbeelden worden door hem bijgebracht uit de historie, waaruit blijkt dat het mogelijk is dat iemand uit angst en droefheid bloed kan zweten. Maar even verder komt hij op dat bloed-zweten terug en zegt dan: „Dat dit lijden zeer zwaar moet hebben geweest, leert de droevige vrucht van die zielestrijd, dat schrikkelijk bloed-zweten. Hier waren geen roeden, geen zwepen vol haakskens, die Hem het bloed uit Zijn lichaam sloegen; hij was hier niet in een warm vertrek, maar in de open hof, niet bij het vuur, maar in de koude lucht. O wat moest dan niet in die beenderen een vreselijk vuur zijn ontstoken geweest ! O hoe zwaar moet Zijn Vader die Rotssteen niet geslagen hebben, daar er zulke rode stromen van bloed uitvloten. O wat een naar gezicht, Christenen, is dit niet geweest ? De doodverf lag buiten twijfel op Zijn aangezicht; Hij beefde en sidderde van ontsteltenis en in het midden van die allen, loopt het bloed met grote droppelen langs Zijn gezegend aangezicht, ja het gehele lichaam af, tot op de aarde toe. Het smart ons aan het hart, als wij Jeremia van de kerk horen klagen: „Zij weent steeds des nachts en haar tranen lopen over haar kinnebak", maar hier stort Jezus slechts geen tranen, maar bloed, ja, grote droppelen bloed liepen langs Zijn aangezicht. Wel mocht de Heere Jezus zeggen: „Het juk Mijner overtredingen is aangebonden door Zijn hand, zij zijn samengevlochten, zij zijn op Mijn hals geklommen; Hij heeft Mijn kracht doen vervallen; de Heere heeft mij in hun handen gegeven. Ik kan niet op staan." Klaagl. 1 : 14.

En even verder komt Francken nog eens op dat bloed-zweten terug, als hij daarover opmerkt: „Tegen Zijn ernstig bidden werd Zijn lijden verzwaard, zodat Hij zo benauwd werd, dat Hem het bloed de zweetgaten uitberste. Daarover werd de Messias klagende ingevoerd bij David: „Mijn God, Ik roep des daags, maar Gij antwoordt niet; en des nachts, en Ik heb geen stilte." En zo vinden Hem vele Godgeleerden in een andere Psalm klagen: „Ik was verstomd door stilzwijgen. Ik zweeg van het goede; maar Mijn smart werd verzwaard." Voornamelijk vinden zij Hem daarover zuchten in Davids woorden: „Ik ben vermoeid van Mijn roepen. Mijn keel is ontstoken. Mijn ogen zijn bezweken, daar Ik ben hopende op Mijn God." Met die riachtdruppen van Zijn bloedig zweet zocht Hij de bruid te overreden, om de deur haars harten voor Hem open te doen; want zo was Zijn stem, die klopte: „Doe Mij open, want Mijn hoofd is vervuld met dauw, Mijn haarlokken met nachtdruppen." Hierin betaalt Hij als onze Borg wat wij hadden verdiend. Onze zonden stopten toe de oren van Gods genade. Wij hadden God arbeid gemaakt met onze zonden, en Hem vermoeid met onze ongerechtigheden. Dies wij waardig waren, dat God voor onze smekingen Zijn oren stopte en zeide: „Als gijlieden uwe handen uitbreidt, verberg Ik Mijn ogen voor u; ook wanneer gij het gebed vermenigvuldigt, hoor Ik niet." En daarom moest tegen Zijn gebed Zijn angst vermeerdete^, dat Hij bloed zweette; een zwaarder straf dan Adam werd opgelegd om zijn zonden, om in het zweet zijns aanschijns zijn brood te eten, want Hij moest hier arbeiden in het bloed Zijns aanschijns. Christus wil ons van dat oordeel bevrijden, da.t God zou roken tegen onze gebeden, maar dat Hij Zijn oren daarover zou opendoen, u uithelpen als gij in benauwdheid tot Hem roept en u antwoorden als eertijds Israël, uit de schuilplaats des donders. Dit is toch de vrijmoedigheid, die wij tot Hem hebben, dat zo wij iets bidden naar Zijn wil. Hij ons verhoort. Dit moest de Heiland lijden, opdat God de eis onzer vijanden zou afwijzen."

U ziet wel dat Francken er nogal kostelijke leringen uithaalt. Och, als ik zo die oude geschriften lees, dan zou ik aan de gang willen blijven. Over het lijden van de Middelaar heb ik vele oude verklaringen en ik weet zeker, als ik andere verklaarders erbij zou halen; dan zou ik nog wel meer kostelijke opmerkingen kunnen neerschrijven. Die lieve Langhans heeft ook zoveel over het lijden van Christus geschreven. Ook over de bloedige zielestrijd. Hij heeft geen preken geschreven over het lijden, maar alleen vele opmerkingen. Als hij schrijft over 4iet zweten vaii de grote droppelen bloeds, dan zegt hij bijvoorbeeld, zo kernachtig: „O ja, hier liep het zweet gelijk grote droppelen bloeds af op de aarde. Zij vielen op de aarde, dewijl zij voor, de mensen op aarde en niet voor de engelen in de hemel vergoten waren." En dan zegt hij even verder: „Indien een Judas wilde vragen, gelijk van de Narduszalf: „Waartoe dit verlies ? " die kan men antwoorden en zeggen: Het dient om de zonden der wereld af te wassen, maar niet Zijn zonden, dewijl Hij de zonden meer dan de genade bemind heeft. Het rantsoen moest geproportioneerd en de schuld evenwaardig gemaakt

worden." Ocli, ik zou zo wel weer door willen gaan. Denk over al zulke uitspraken toch eens even na. Francken merkt dus op 'dat de Heere Jezus bloed heeft moeten zweten als Hij Zich tot het gebed begaf. Hij heeft moeten weten hoe de toegang tot Gods troon door de zonde is afgesneden. En de zondaar zelf zal dat ook moeten weten. Er zijn tegenwoordig heel . wat vrome bidders. Men weet de mensen heel goed tot het bidden aan te sporen. Als we bidden, dan krijgen we het wel. Maar ik denk dat ze wel nooit bloed hebben moeten zweten voordat ze gingen bidden. Nu, bloed heb ik ook wel nooit behoeven te zweten bij het bidden, maar het zweet is me wel uitgebroken. Het wil wat zeggen, tot een vertoornd God te moeten naderen, onder vele helse benauwingen en verschrikkingen.

En wat denkt u van die opmerking van Langhans, als hij zegt dat Christus de zonden meer beminde dan de genade ? Zö'n uitdrukking moet ook verstaan worden. Christus bemint vanzelf de zonden niet, want Hij heeft gerechtigheid lief en Hij haat goddeloosheid, volgens Ps. 45, maar als de schulddragende Borg wilde Hij geen pardon of genade ontvangeji, zonder voor de schuld betaald te hebben. Voor Hem mocht er geen genade zijn. Als een schuldige zondaar naar de hel moet, mag hij in de nood van zijn verlorenheid zien dat een Ander voor hem die weg heeft willen gaan en die straf Zich heeft'wiUen onderwerpen. Maar voor Christus was er geen ander. Het rantsoen moest Hij opbrengen.

Zo ziet u dat heel de borgtocht eigenlijk al in het bloed-zweten is te vinden. Maar de Middelaar moest verder de gehele weg van Zijn borgtocht nog tot het einde toe gaan. Hij heeft echter geweten wat dat voor Hem inhield. Ja, Hij heeft het volle gewicht daarvan in Zijn heilige ziel gevoeld in de hof van Gethsémané. Zo lezen we ook in ons Avondmaalsformulier: „Eerstelijk, dat wij ganselijk in onze harten vertrouwen, dat onze Heere Jezus Christus, (naar luid der beloften, die aan de voorvaderen in het Oude Testament van het begin af geschied zijn) van de Vader in deze wereld gezonden is, ons vlees en bloed heeft aangenomen, de toorn Gods (onder welke wij eeuwig hadden moeten verzinken) van het begin Zijner menswording tot het einde Zijns levens op de aarde voor ons gedragen, en alle gehoorzaamheid en gerechtigheid der Goddelijke wet voor ons vervuld heeft; voornamelijk, toen Hem de last van onze zonden en van de toorn Gods, het bloedige zweet in de hof uitgedrukt heeft." Het Avondmaalsformulier zegt dus ook, dat in de hof de last van onze zonden en van de toorn Gods Hem het bloedige zweet heeft uitgedrukt.

De Middelaar heeft niet alleen in het lichaam, maar ook in de ziel geleden. En het lijden der ziel is wel het zwaarste lijden voor Hem geweest. Zo is Hij nedergedaald ter hel. Dit geschiedde in de hof van Gethsémané en aan het kruis in die drie-urige verlating, die voor Hem niet minder dan een eeuwige verlating was. Al wat Hem dus te wachten stond, heeft Hij in de ziel reeds moeten dragen in de hof van Gethsémané. Maar zo kan dan toch ook het een van het ander niet afgescheiden worden.

Geachte Heer P., houd het er maar bij, dat men het met niet minder dan met een volkomen Borg en Zaligmaker zal kutmen doen. Het bloed dat Jezus heeft moeten zweten, zegt ons dat we het volle rantsoen dat de Middelaar heeft moeten opbrengen, nodig hebben tot wegneming en verzoening van onze schuld. Zoals Erskine zegt in die kostelijke verhandeling van Psalm 85, kon de goedertierenheid zich zonder bloed niet uitlaten, de waarheid zonder dat bloed niet verklaard worden, de rechtvaardigheid zonder bloed niet voldaan worden en de vrede zonder bloed niet worden verkregen.

Ik ben begonnen met u te schrijven dat de vraag die u me gesteld heeft, genoeg stof ter beantwoording geeft. Toch heb ik er even uw vraag uitgelicht omdat ik deze keer kort in mijn beantwoording wilde zijn, daar me de '"^ tijd thans ontbreekt voor een uitvoerig antwoord en voor een antwoord dat me nogal wat werk van onderzoek geeft. Maar als er iets te schrijver! is over dat dierbare borgwerk, dan zou men wel wat door wülen gaan. Zonder iets te weten van angsten en benauwdheden krijgt dat geen waarde. Onze zweetdruppels leggen geen gewicht in de schaal, maar we zulleri er zonder angstzweet toch niet komen. Och vriend, dan kan het wel gebeuren dat er dikke .zweetdruppels vallen en dat men dan bepaald wordt bij het zielelijden van de Middelaar. Ik zal daar maar niet verder op ingaan, want anders denkt men maar weer dat die man met zichzelf voor de dag wil komen. Het is me genoeg dat de Heere die zweetdruppels weleens gezien heeft. De Heere doet de ziel in bange bestrijdingen en zielsbenauwdheden komen, opdat er zich ook weer eens iets in het borgtochtelijke werk van de Middelaar zal ontsluiten.

Tegenwoordig is men er gauw mee klaar om te zeggen dat de Middelaar in de benauwdheid heeft verkeerd, dus dat wij het zo benauwd niet be .*? hoeven te krijgen. Jezus heeft toch als Borg voor ons betaald ? Maar houd : ÏJ er toch maar aan vast, dat degenen voor wie Hij als Borg betaald heeft, ook een keer voor een uitgemaakte zaak geplaatst worden. Dan zien we ^ geen Borg en dan moeten zij betalen. Het recht vordert voldoening. Als men zo voor het eisend recht geplaatst wordt, is er ook geen haarpijl meef-J : /3i; op uw hoofd waar geen druppel zweet aan hangt. We zullen er toch iets j^' van moeten weten wat het de Borg gekost heeft om het bevredigend rantsoen op te brengen. Ja, het woord rantsoen mag men nu ook niet meer ƒ! gebruiken. In de tussenbijbel, een Bijbel waarmee men dan ook de Staten- 'S vertaling wil handhaven, heeft men het woord rantsoen niet begrijpelijk J| genoeg meer gevonden voor deze tijd. Dat woord rantsoen zou aan de oorlogstijd doen denken. Maar men ziet toch echt niet welk gevaar men •^'J loopt met al zulke woorden te veranderen. Straks behoeft men dus ookv^; geen oude schrijvers meer te lezen, want daar komen al zulke woorden in^^ vodr, die dan voor deze tijd veel te onbegrijpelijk zijn geworden. Dus zoM raakt de kennis van de oude geschriften vanzelf zoek, want men kent de/^ oude Bijbeltaal niet meer. Maar als predikant moet men zich dan nu ook'' wel erg gaan aanpassen aan de moderne tijd met de moderne stijl. Dus - geen woorden meer gebruiken als rantsoen, enz. Maar ik ga er toch nog maar mee door. Ze moeten het dan in onze kring nog maar een beetje met zo'n ouderwetse man blijven doen. Vriend, ik eindig. De Heere geve u alles te verliezen buiten het eniggeldend rantsoen, opdat één druppel van het rantsoenerend bloed van de Middelaar voor u meer waarde zal krijgen dan heel de kraam van uw eigen werk.

Hartelijk gegroet en Gode bevolen !

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 mei 1978

De Wachter Sions | 8 Pagina's

antwoord per brief

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 mei 1978

De Wachter Sions | 8 Pagina's