Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bewaar het pand II

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bewaar het pand II

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

God de Heere vertoont zich in dit werk als een rechtvaardig Richter, zittende eerst op de troon der gerechtigheid, om recht te doen volgens de vloek der gebrokene wet, de zondaar mag wel zeggen: Gij zijt gezeten op de Troon, o Richter der gerechtigheid, Ps. 9 : 5. Maar voldaan zijnde in de verlossing door Christus bloed, stapt Hij volgens het genadeverbond over op de troon der genade Hebr. 4 : 16 en betoont zich met de zondaar in Zijn Zoon verzoend, alle deszelfs ongerechtigheden door Zijne gerechtigheid bedekkende; gelijk door het verzoendeksel werd afgebeeld, waaronder de vervloekende Wet in de Ark bedekt is en waar boven de Heere Zijn verzoenende tegenwoordigheid aan Israël betoonde in het midden van de cherubijnen der heerlijkheid Ex. 25 : 21, 22; Hebr. 9 : 5, waarom Christus niet alleen een verzoening, maar ook een verzoendeksel genaamd wordt, Rom. 3 : 25. Op dit verzoendeksel of op deze genadetroon is God in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende, hare zonden haar niet toerekenende, 2 Cor. 5 : 19. De vierschaar waarin deze troon Gods opgericht wordt, is des mensen consciëntie in het hart, alwaar de Richter zijn vonnis uitspreekt door beschuldigende of ook ontschuldigende gedachten, Rom. 2 : 15. Doch zo, dat gedachten ondergestelde werktuigen van de oppermachtige Richter zijn, want indien ons hart ons veroordeelt. God is meer dan ons hart en Hij kent aUe dingen; 1 Joh. 3 : 20. Immers kunnen de gedachten in deze vierscharen overdwarst worden wegens het verduisterde ver-' stand, vervreemd zijnde van het leven Gods, door de onwetendheid, die in haar is, door de verhardinge haars harten; Ef. 4 : 18. Eigenliefde baart veel vooroordeel tot verberging der misdaad, Job 31 : 33. Maar als de Richter Zeli deze vierschaar spant en opent, zo wordt een toegeschroeide consciëntie zeer gevoelig en een verstokt hart twijfelmoedig, gelijk Cain, Farao, Saul, Achitofel, Judas, etc. het hart klopt dan, zo wel over kleine als over zware zonden; 1 Sam. 24 : 10. Dan spreekt de Heere tot Zijn gunstgenoten van vrede, Ps. 85 : 9. Wij dan gerechtvaardigd zijnde uit het geloof (waardoor Christus in onze harten woont, Ef. 3 : 17) hebben vrede bij God door onze Heere Jezus Christus, Rom. 5:1. Geliefden, indien ons

hart ons dan niet veroordeeld, zo hebben wij vrijmoedigheid tot God, 1 Joh. 3 : 21. De beschuldigde zondaar voor deze vierschaar is de mens, hebbende voor zich de volmaakte Wet Gods, waar in hem aangewezen wordt zijn overtreding der geboden en daaruit noodzakelijk volgende vervloeking, die u verklaagt is Mozes, Joh. 5 : 45, hetwelk van de zondaar zo onwedersprekelijk wordt toegestemde^ dat hij zonder Middelaar zijnde moet verstommen; Matth. 22 : 12. Ik ben verstomd, ik zal mijnen mond niet opendoen, want gij hebt het gedaan, Ps. 39 : 10. Daarenboven staat de satan aan zijn rechterhand om hem te wederstaan, Zach. 3:1. Als de fiscaal en verklager der broederen, die haar verklaagt voor onze God dag en nacht, Openb. 12 : 10. Het is een bewijs van Gods clementie en genade, dat de satan aan de rechterhand staat, want dan staat hij over des Rechters linkerhand en de beschuldigde staat tegenover des Rechters rechterhand; maar het is des satans wreedheid, om dat hij belust de arme mens te wederstaan en verklagen, niet op het zachtste, maar op het hardste; aldus: Deze mens is van U o rechtvaardige Richter geschapen en onderhouden, hij heeft de naam gedragen en zich beroemd, dat Uw Zoon voor Hem gekruist en gestorven is, nochtans heeft hij U gesmaad, uwe schepselen, dartel misbruikt. Uwen Zoon opnieuw gekruisd en Zijn bloed onrein geacht, en hij heeft mij, de wereld- en zijn vlees geliefd en gediend tegen Uwen wil, op die dag, die ure, in dat ogenblik, in zulk gezelschap, zo dikwijls etc. Oordeelt nu of deze mens de mijne niet zij; daarop begint het hart te kloppen en het getuigenis er consciëntie mede beschuldigen, dat hij tegen alle geboden Gods zwaarlijk gezondigd en nog steeds tot alle boosheid geneigd is; daar staat de schuldige zondaar overtuigd, hij schaamt zich en durft zijn ogen niet opheffen, maar klopt op zijn borst uitberstende in bittere tranen: „O, God zijt mij zondaar-genadig"; Luc. 18 : 13. De zondaresse staat achter aan Jezus voeten, wenende begon Zijne- voeten nat te maken met tranen en zij droogde ze af met het haar van haar hoofd en kuste Zijn voeten; Luc. 7 : 38. Daarna treedt de Voorspraak toe, welke is Jezus Christus de Rechtvaardige en Hij is een verzoeninge voor onze zonden, 1 Joh. 2 : 1, 2. Die brengt in, als wettige Borg en Heiland Zijn volmaakte voldoening voor alle zonden en algenoegzame verdiensten van de eeuwige zaligheid, om de overtredinge te sluiten en om de zonden te verzegelen en om de ongerechtigheid te verzoenen en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen; Dan. 9 : 29. Hij eist daarom beide de vergeving der zonden en een erfdeel onder de geheiligden door het geloof in Hem, Hand. 26 : 18. Vader, Ik wil dat daar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt; Joh.. 17 : 24. Deze Voorspraak disputeert tegen de verklager niet, Hij stemt alle zijne beschuldigingen toe en bekent, die mens is des doods en der verdoemenis waardig maar Hij voegt er bij, is dat de eis en het recht der wet; wat dunkt U van de Christus ? Wiens Zoon is Hij ? Matth. 22 : 40, 42. Is Hij niet ingewilligd, gevonnisd, gestraft en gerechtvaardigd als. een algenoegzame en onstraffelijke Borg ? Hij is immers de Middelaar des Nieuwen Testaments, wiens bloed der besprenging betere dingen spreekt dan Abel, Hebr. 12 : 24. 't Zij in zijn eigen bloed, dat om wrake riep, 't zij in zijn offerbloed als een schaduw van Christus bloed van verzoening door het gelove Gode geofferd; Hebr. 11 : 4; Gen. 4 : 4, 10.

Want indien het bloed van stieren en bokken en de as der jonge koe besprengende de onreine haar heiligt tot de reinigheid des vlezes; hoe veel te meer zal het bloed van Christus, Die door den eeuwigen Geest Zichzelven Gode onstraffelijk opgeofferd heeft, uwe consciëntie reinigen van dode werken om den levenden God te dienen, Hebr. 9 : 13, 14. Daar op volgt dan de uitspraak van des Richters vonnis tot vergeving der zonden en toerekening van de gerechtigheid Christi; welke beide in de gedachten mogen onderscheiden worden, maar inderdaad niet kunnen verscheiden worden; gelijk als de opgaande dag de duisternis verdrijft en het licht geeft of in een genezing de krankheid verdwijnt en gezondheid rijst; daar is veel onderscheid tussen duisternis en licht, krankheid en gezondheid, maar dezelfde werking, die het ene wegneemt stelt het ander zonder onderscheid; alzo is het ook in deze zaak, vergeving der zonden en toerekening van Christus gerechtigheid zijn in zichzelf wel twee onderscheidene zaken als licht en duisternis, gerechtigheid en ongerechtigheid. Maar in het werk der rechtvaardigmaking kunnen ze elk in het bijzonder niet aangemerkt worden; ^faulus zegt, dat David de mens zalig spreekt, welke God de rechtvaardigheid toerekent zonder werken, maar hoe wordt deze rechtvaardigheid toegerekend ? zeggende: zalig, zijn ze welker ongerechtigheden vergeven en welker zonden bedekt zijn; Rom. 4:6, 7, gelijk er geen wezenlijk onderscheid is tussen Christus genoegdoening of verdiensten of tussen Zijn werkende en lijdende gehoorzaamheid, want lijdende heeft Hij arbeid gehad, Jes. 53 : 11 en werkende heeft'Hij geleden. Zijn gehele leven was een 't samenketing van lijden; Zijn voldoening was verdienende en Zijn verdienste voldoende; zo zijn wij beide door de lijdende en werkende gehoorzaamheid van deze Ene, vele tot rechtvaardigen gesteld, Rom. 5 : 19. Want Christus is gehoorzaam geweest tot de dood, Fil. 2 : 8. En Hij heeft gehoorzaamheid geleerd uit hetgeen hij heeft geleden, Hebr. 5:8. De uitspraak is dan, dat de Richter hebbende Dien, Die geen zonde gekend heeft, voor ons zonde gemaakt, ons van de zonde om Zijnentwil ontslaat en dat Hij een eeuwige gerechtigheid aangebracht hebbende, dezelve aan ons ten volle overgeeft; opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem, 2 Cor. 5 : 21. Dit voimis des Richters wordt in de vierschaar der consciëntie onder de verkondiging des H. Evangeliums door den H. Geest uitgesproken, als door een Goddelijke kanselier of opperschrijver. Die spreekt als met Christus woorden: Zoon, zijt welgemoed, uwe zonden zijn u vergeven, Matth. 9:2.

(Wordt vervolgd).

Onder „Bewaar het pand" is vorige week abusievelijk de ondertekening W. te V. weggevallen

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 augustus 1978

De Wachter Sions | 10 Pagina's

Bewaar het pand II

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 augustus 1978

De Wachter Sions | 10 Pagina's