Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE Bijbelse Geschiedenis 198

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE Bijbelse Geschiedenis 198

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE ZEVEN KRUISWOORDEN.

Vragen 691 t.m. 700.

Zodra de Romeinse soldaten Jezus aan het kruis hadden genageld, of terwijl zij daar-nog mee bezig waren, kwam er een gebed over Zijn heilige lippen. Dus geen kreet van smart, geen smeking om Zijn leven, geen roepen om hulp, nog minder een bede om vergelding van het onrecht dat zij Hem aandeden. Neen, Hij zocht het goede voor Zijn vijanden: Vader, zo bad hij, vergeef het hun want zij weten niet wat zij doen. Dit was het eerste van de zeven z.g. kruiswoorden die Hij gesproken heeft. De woorden van stervenden hebben meestal iets ernstigs en zij laten gewoonlijk een diepe indruk na. Wat de Heere Jezus aan het kruis gezegd heeft, is in zeer bijzondere zin waardig met diep ontzag te worden beluisterd. Hij was van alle kinderen Adams onderscheiden, zowel in Zijn heilig leven als in Zijn godverheerlijkend sterven. Met het eerste kruiswoord bewees Hij te zijn het Lam dat ter slachting was geleid, zoals Jesaja van de Messias had geprofeteerd en de Man van smarten, die voor de overtreders gebeden heeft (hfd. 53). Hij bracht ook in praktijk wat Hij zelf Zijn discipelen had voorgehouden: Hebt uw vijanden lief, bidt voor degenen, die u geweld aandoen en u willen doden. Hoewel de mensen een zeer grote zonde begingen door Hem onschuldig aan het kruis te nagelen toonde Hij geen wraakzucht te hebben jegens degenen die Hem dit onwetend aandeden. Hij verbloemde hun schuld niet maar Hij bad voor hen, opdat het hun vergeven mocht worden ....

De aanleiding tot Zijn tweede kruiswoord was de bekering van één der twee moordenaars, die met Hem gehangen waren. Gods soeverein welbehagen kwam hier schitterend in uit. Beide kwaaddoeners waren even schuldig, beiden waren in hun sterven dicht bij Christus, maar slechts één hunner werd te elfder ure in het hart gegrepen. De andere kwaaddoener lasterde Hem en bleef verhard tot zijn laatste snik toe en zo is hij als een godslasteraar de eeuwigheid ingegaan. Van de andere staat in 't kort, maar zeer treffend, opgetekend dat hij tot inkeer kwam. Hij begon zijn mede-kruiseling te bestraffen omdat hij God niet vreesde. Hij kreeg dus een inzicht dat het ontbreken van de vreze Gods er de oorzaak van was dat hij een lasteraar van Christus was. Vervolgens kwam hij tot de erkentenis dat hij en zijn makker rechtvaardig gestraft werden. Op zijn sterfdag werden zijn ogen nog geopend dat zij lijden moesten voor hun eigen bedreven kwaad en dat in tegenstelling tot de middelste Kruiseling. Deze heeft niet onbehoorlijks gedaan, zegt hij. En dan begint hij te bidden. Hij gaat Christus erkennen als de Verlosser, Die in de wereld gekomen is om zondaren te redden van het eeuwig verderf. Heere, zegt bij, gedenk mijner, als Gij in Uw koninkrijk zult gekomen zijn.' Zijn gebed was zeer eenvoudig en kort. Maar het was genoeg en het werd aanstonds verhoord. Heden, zo klinkt Jezus' antwoord hem toe, heden zult gij met Mij-in het Paradijs zijn. Heden, d.w.z. vóór het einde van de dag moogt gij met Mij delen in Mijn heerlijkheid. Is het niet opmerkelijk dat de eerste, die op grond van het bloed des kruises werd binnengeleid in het hemelse Paradijs, geen bekende bijbelheilige was, geen discipel of apostel, ook geen Maria van Bethanië, maar een moordenaar: een man die als een buitengewoon groot zondaar al bijna in de hel lag ? . . .

Het derde kruiswoord was ook een woord van genade. Onder de vrouwen, die bij het kruis staan, was er één die bijzonder leed: Maria, Jezus' moeder. O, Hij weet, welke smarten haar ziel doorsteken, zoals de oude Simeon reeds voorzegd had. En de toekomst is voor haar inzonderheid donker. Wie zal voor haar zorgen, als Hij zal zijn heengegaan ? Maar onverzorgd zal Hij haar niet achterlaten. Hij zal Maria eenandere zoon schenken, die haar verzorgen en ondersteunen zal. Vrouw, zie uw zoon ! roept Hij haar toe, doelende op Zijn meeste geliefde discipel Johannes, die zich ook bij het kruis bevond. En tot deze discipel sprak Hij: Zie uw moeder! Met volle toegenegenheid heeft deze de taak op zich genomen en de moeder van zijn Meester terstond naar zijn woning geleid ....

Vóór de Heere Jezus weer een woord gaat spreken gebeurt er iets wonderlijks, Mattheüs zegt dat er duisternis werd over de gehele aarde van de zesde tot de negende ure toe. Dat is naar onze tijdsindeüng van 's middags twaalf uur tot drie uur in de namiddag. De zielesmart van de Heere Jezus steeg door het gevoel van verlatenheid van God gedurende deze drie uren tot het uiterste. Vóórdat Hij die vreselijke strijd inging had Hij nog gezorgd voor Zijn moeder, maar nu onttrok Hij Zich geheel aan het aardse. Het heeft geen zin naar de oorzaak van de natuurlijke duisternis, die de aarde ging bedekken, te zoeken. Het was midden op de dag, de zon stond op het hoogste aan de hemel. Een zoneclips kan het niet geweest zijn, want die duurt altijd korter dan drie uren. Bovendien was het ten tijde van het paasfeest altijd voUe maan en dan is een zonsverduistering uitgesloten omdat de maan tegenover de zon staat. Er zijn dus vele' bewijzen dat er een wonder Gods geschiedde. Laten we bovendien bedenken dat deze geheimzinnige duisternis meewerkte om Christus' lijden onnoemelijk te verzwaren. In deze uren werden Hem de allerminste verkwikkingen naar lichaam en ziel onthouden. Zelfs het licht der natuur .werd uitgedoofd.

Zijn ziel moest nu de beker van de goddelijke toorn, die onvermengd voor Hem gevuld was, drinken. De aarde weigerde Hem een druppel water en de hemel een straaltje Mcht. Om Zijn volk te verlossen van de buitenste duisternis, heeft Hij in de diepte van Zijn lijden de donkerheid doorwandeld. Tijdens die worsteling heeft Hij bewust de angsten en de smarten van de hel gevoeld. Hij ondervond de brandende toorn van Zijn Heve Vader, niet tegen Hemzelf, maar tegen de zonde van het ganse menselijk geslacht omdat Hij Zijn ziel tot een schuldoffer voor de Zijnen stelde. Nooit waren er sedert de dag, dat God de mens op aarde stelde, zulke drie uren geweest. Tegen het einde van deze akelige duisternis, toen het weer licht begon te worden, riep Jezus met een grote stem: ELI, ELI, LAMA SA- BACHTANI? dat is: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten ? Deze klacht drukte uit, wat de verschrikkingen van de eeuwige dood, waarin Hij was afgedaald betekenden. De angsten der hel hadden Hem getroffen zoals door de Psalmist voorzegd was: Ik ben gekomen in de diepten der wateren, en de vloed overstroomt Mij. Ps. 69. Aan het einde van deze drie ontzaglijke uren gekomen zijnde, kwam Hij als het ware met de hartverscheurende jammerklacht uit de verschrikkingen van de eeuwige dood tevoorschijn. Mijn God, Mi/n God, waarom hebt Gij Mij verlaten ? Doch nu was Zijn lijdensbeker bijna geheel geledigd ...

Alle profetieën waren schier vervuld. Johannes schrijft zo opmerkelijk: Hierna Jezus wetende, dat nu alles volbracht was, opdat de Schrift zou vervuld worden, zeide: Mij dorst. De dorst heeft een groot deel van het lichaamslijden van de, Zaligmaker uitgemaakt. Kort voor Zijn sterven heeft Hij een weinig van de drank geproefd, die een Romeinse krijgsknecht Hem toereikte, terwijl anderen spottende riepen: Houd op, laat ons zien, of Elia komt om Hem te verlossen ....

Het zesde en het zevende kruiswoord heeft Hij waarschijnlijk met kleine tussenpozen kort daarna uitgesproken. Toen Zijn lippen bevochtigd waren met de edik sprak Hij met heldere stem:

Het is volbracht. Hij gaf daarmee te kennen dat Hij op het punt stond te sterven, maar dat Hij nu ook Zijn taak vervuld had. Meer dan eens had Hij ervan getuigd, dat Hij op de aarde gekomen was' om de wil Zijns Vaders te doen en nu had Hij volbracht het werk dat Deze Hem op de hand gezet had ....

Hierna heeft Hij nog éénmaal gesproken vóór Hij Zijn leven aflegde. In dat laatste kruiswoord noemt Hij God weer Vader. Nu alles volbracht is, daalt een kalme vrede in Zijn ziel en in vol vertrouwen wendt Hij Zich tot Hem, zeggende: Vader, in Uw handen beveel ik Mijn geest. Hij sprak dit woord met grote stem, staat er. Ten aanhore van alle omstanders verkondigt Hij overluid dat Zijn aardse loopbaan ten einde iseen loopbaan die Hij vrijwillig gegaan is - en dat Hij nu gereed is om tot Zijn Vader weder te keren, om de kroon der overwinning in ontvangst te nemen.

Vragen:

691. Heeft Christus aan het kruis uitsluitend om vergeving van de misdaden der krijgsknechten gebeden ?

692. Wat was het eerste kenteken van de bekering van één der moordenaars ?

693. Welke omstandigheden kunnen (middellijker) daarbij van invloed geweest zijn ?

694. Kunt u verklaren dat het in wezen een bovennatuurlijk werk van Gods Geest was dat hem tot verandering bracht ?

695. Wat verstaan we onder „het Paradijs" dat de Heere Jezus hem beloofde ?

696. Was Christus onkundig omtrent de oorzaak der Godsverlating, daar Hij vragenderwijs uitriep: „Waarom hebt Gij Mij verlaten ? "

697. En waarom zou die klacht in de Hebreeuwse taal in de Schrift zijn opgetekend ?

698. Waarom heeft Johannes vermeld dat Jezus Zijn vijfde kruiswoord sprak „opdat de Schrift vervuld zou worden" ? (Joh. 19 : 28).

699. Op welke zaken heeft het woord: „Het is volbracht" betrekking ?

700. Toon aan dat het niet wegens lichamelijke benauwdheid was dat Jezus Zijn laatste kruiswoord uitriep „met een grote stem".

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 november 1978

De Wachter Sions | 8 Pagina's

DE Bijbelse Geschiedenis 198

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 november 1978

De Wachter Sions | 8 Pagina's