Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gottfried Daniel Krummacher (slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gottfried Daniel Krummacher (slot)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over Gottfried Daniel Krummacher doen nogal wat verhalen de ronde, die hem doen kennen als een resoluut man.

- Zo was hij eens op huisbezoek bij iemand, die het nogal goed met zichzelf getroffen had. Geduldig liet Krummacher de man een tijdlang praten. Ineens echter pakte hij zijn hoed en zijn wandelstok en zeide: „U bent zó wijs, zó onderlegd, zó vroom en zó verlicht, als ik maar zelden een mens ontmoet heb. Ik ben hier volkomen overbodig, genade trouwens ook !"

- Eens kwam een jongmens van wie nogal een naam uitging, bij Krummacher de pastorie in met de woorden: „Ik neem aan, dat u er wel behoefte aan zult hebben, nog eens iets goeds uit het Koninkrijk Gods te vernemen ? " Het antwoord van Krummacher was: „Neen, vriend, daar heb ik geen enkele behoefte aan", en de jongeman kon zonder meer vertrekken. Eens zat Krummacher in een gezelschap, waar druk geredekaveld werd. Ineens zei hij: „Ik heb weleens gehoord van de wilde konijntjes. Ze graven gedurig maar gaten in de grond, maar het leidt tot niets", en verder zei hij de hele avond geen woord meer.

Op zijn oude dag werd in Barmen, bij Elberfeld, een zendingshuis in gebruik genomen. Een zekere ds. Sander hield een rede, waarin hij er zijn blijdschap over uitsprak, dat „wij nu een huis hebben, tot hetwelk wij al het onheilige buiten de deur zullen houden". Toen Krummacher vlak daarop het slotgebed moest doen, bad hij: „Zelfs in het paradijs wist de oude slang binnen te dringen, zo zal dit huis voor hem zeker niet veilig zijn. Heere Jezus, wilt Gij hem dè kop vermorzelen, want alle mensenwerk is ijdelheid."

Tenslotte nog een enkel woord over de andere Krummachers. Wij hebben deze weken iets geschreven over Gottfried Daniel Krummacher. Maar veel bekender zijn diens broer Friedrich Adolf alsmede de zoon van deze, Friedrich Wilhelm, geweest.

Friedrich Adolf Krummacher (1767 - 1845) zijn wij in ons eerste artikel al tegengekomen. Hij was de gymnasiumleraar, die zijn jongere broer Daniel in huis nam, na de dood van hun ouders. Friedrich Adolf werd in het jaar 1800 professor aan de universiteit van Duisburg. Maar uiteindelijk trok het ambt van predikant hem onweerstaanbaar. Op zijn veertigste jaar werd hij dominee in het dorpje Kettwig aan de Roer. In 1812 nam hij een beroep naar Bernburg aan. En tenslotte stond hij van 1824 tot 1843 in de grote stad Bremen.

Zijn zoon Friedrich Wilhelm Krummacher

(1796-1868) werd in 1823 predikant in Ruhrort (weer in het Rijnland !). In 1825 ging hij naar Gemarke, een wijk van Barmen, dus vlak bij Elberfeld in het tegenwoordige Wuppertal. Deze F. W. Krummacher was het, die in 1833 Kohlbrugge uitnodigde om naar het Wupperdal te komen, en behalve in de gemeente Elberfeld bij zijn oom Gottfried Daniel heeft Kohlbrugge toen ook verschillende malen op de preekstoel van Friedrich Wilhelm in Gemarke het Woord verkondigd. Maar de vriendschap tussen Friedrich Wilhelm en Kohlbrugge verkoelde na Kohlbrugges bekende preek over Romeinen 7 : 14, in Elberfeld gehouden.

In 1834 werd Friedrich Wilhelm Krummacher in Elberfeld beroepen, om daar zijn oom bij te staan na diens hartaanval. Hij zou in deze gemeente blijven tot 1847 en maakte dus ook mee, dat velen na het sterven van zijn oom de kerk verlieten en zich om Kohlbruge zouden scharen tot een afgescheiden gemeente. Blijkbaar vonden deze mensen bij de neef toch niet, wat zij bij de oom hadden beluisterd. In 1847 ging hij van Elberfeld naar Berlijn. In 1853 werd hij hofprediker in Potsdam.

Beiden, vader (F. A.) en zoon (F. W.) Krummacher hebben veel geschreven, vooral de zoon: vele bijbellezingen, zoals over Elia, Elisa, Daniël, Salomo en Sulamith en lijdensstoffen. Hun boeken werden ook in het Nederlands vertaald en hier veel gelezen. Ze worden gekenmerkt door een nauwkeurige bijbelstudie en een nauwgezet luisteren naar wat de tekst ons te zeggen heeft. Zodat wij er zeker wel wat van kunnen opsteken. Toch zijn de geschriften van Gottfried Daniel voor ons gevoel dieper en kernachtiger. Trouwens, Friedrich Adolf kwam daar ook voor uit. „Ik ben jaloers op mijn broer. Hij heeft, wat ik mis."

Nog meer Krummachers zijn van belang geweest in de Duitse kerkgeschiedenis. Zo is een achterkleinzoon van Friedrich Wilhelm Krummacher - weer met dezelfde naam - bisschop van de evangelische kerk van Pommeren in Oost-Duitsland geweest. Van 1961 tot 1968 was hij zelfs voorzitter van de conferentie van protestantse bisschoppen in Oost-Duitsland. Men kon in die jaren zijn naam dan ook regelmatig in de kranten lezen, als er weer besprekingen waren tussen de communitische machthebbers en de kerkelijke leiders om tot een betere verstandhouding te geraken. Die berichten waren nu niet bepaald geschikt, om ons veel sympathie te doen inboezemen voor deze protestantse „bisschop Krummacher".

Het was voor ons dan ook een verrassing, toen wij van deze man een boekje.in handen kregen, dat hij in zijn jonge jaren (in 1935) bleek te hebben geschreven over zijn verre oudoom Gottfried Daniel Krummacher, waaruit wij veel gegevens konden putten voor deze artikelen. Daaruit bleek, dat deze Oostduitse bisschop destijds ook nogal studie had gemaakt van Nederlandse oude schrijvers. Zou hij nu nog weleens aan ze denken ?

Nog zij opgemerkt, dat Gottfried Daniel Krummacher nimmer getrouwd is geweest; Toen hij nog maar jong predikant was, verloor een zuster van hem haar man. Zij bleef als weduwe met vijf kleine kinderen achter. Hij nam hen in huis. Zijn zuster heeft hem voortreffelijk in zijn arbeid terzijde gestaan en van hem wordt verhaald, dat hij voor haar kinderen als een trouwe vader geweest is.

Speciaal om onze oude schrijvers te kunnen

lezen, heeft „onze" Krummcher zich toegelegd op de Nederlandse taal. Daarvan heeft het rechtzinnige volk in Duitsland de vruchten kunnen plukken, niet alleen in zijn prediking, maar ook heeft G. D. Krummacher een Duitse vertaling verzorgd van De godvruchtige avondmaalganger van Petrus Immens („Der Tischgenosse des Herrn").

En met deze mededeling nemen wij afscheid van een opmerkelijk man in het Duitsland van het begin van de vorige eeuw. Opmerkelijk vooral ook, omdat wij zoveel verbindingslijnen zagen: van Duitsland naar Nederland, van Nederland weer naar Duitsland met uitwaaieringen tot in Amerika toe. Dergelijke contacten kennen wij natuurlijk veel beter tussen Schotland en Engeland en ons land. Zo zijn er ook steeds banden geweest tussen Nederland en Hongarije, en bepaald niet alleen in de tijd van Michiel de Ruyter. Meer voorbeelden zouden genoemd kunnen worden. Zeer merkwaardig is het contact, dat er enige tijd geweest is tussen Nederland en Konstantinopel. Maar dat is een .verhaal apart, dat wij bij gelegenheid later nog weleens zullen trachten te vertellen.

Het mocht ons er een indruk van geven, dat Gods Kerk veel uitgestrekter is dan Nederland, ja dat Hij ze bijeenzamelt uit alle natie en geslachten en volken en talen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 1979

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Gottfried Daniel Krummacher (slot)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 1979

De Wachter Sions | 8 Pagina's