Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERK, STAAT en SCHOOL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERK, STAAT en SCHOOL

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het onderstaand artikel hebben wij in opdracPit van enl(ele leden van de Raad van Advies der SGP geschreven. Op de laatstgehouden vergadering van deze Raad werd besloten, dat ooic de mening van hen, die zeggen dat de SGP niet kan en mag deelnemen aan de Europese verkiezingen, in het partijblad „De Banier" verwoord moest worden. Dit artikel zou ongecorrigeerd worden opgenomen. Er blijken echter enige vaagheden te bestaan over de gemaakte afspraak van de Raad, want het artikel werd desondanks geweigerd door de hoofdredacteur, ds. Abma. Zelfs voor het gelezen was.

De legale en geordende weg was hiermee helaas afgesloten. Toch wilden wij deze belangrijke zaak onder de aandacht brengen van de SGP-leden. Vandaar deze bijdrage.

Europese Verkiezingen Staatkundig Gereformeerd of Europees Gereformeerd ?

In onderstaand artikel willen we ingaan op de vraag of de SGP al dan niet zou moeten deelnemen aan de Europese verkiezingen. Op de laatstgehouden vergadering van het Hoofdbestuur en de Raad van Advies werd besloten om een artikel in „De Banier" op te nemen, dat argumenten aan zou dragen tegen deelname aan de Europese verkiezingen. Wij schreven dit artikel op verzoek van enkele leden van de Raad. We zijn onze hoofdredacteur, ds. Abma, erkentelijk dat op deze wijze ook recht gedaan wordt aan de mening van hen, die ervan overtuigd zijn dat de SGP niet kan en mag deelnemen aan de Europese verkiezingen.

In het 60e jaar van haar bestaan staat de Staatkundig Gereformeerde Partij voor een geheel nieuwe ontwikkeling: D.V. donderdag 7 juni 1979 gaan de stemlokalen open om leden van het Europese Parlement te kiezen. Zal men ook een SGP-er kunnen stemmen ?

We kunnen ons afvragen of er evenals in 1918 redenen aanwezig zijn om aan deze nieuwe verkiezing deel te nemen. Is er eigenlijk wel verschü tussen deelname aan de Tweede Kamerverkiezingen en deelname aan Europese Verkiezingen ? Dat de zaak van de Europese verkiezingen voor de SGP geen vanzelfsprekendheid is, blijkt reeds uit het feit, dat onze Eerste- en Tweede- Kamerleden gestemd hebben tegen het Traktaat dat deze verkiezingen mogelijk moest maken. Nu deze verkiezingen toch doorgaan, doet zich een andere vraag voor: Ligt er nu voor ons wel een taak om ook in het Europese Parlement te Straatsburg „onze beginselen tot meerdere erkenning te brengen". U weet wel: het Program van Beginselen en de Statuten brengen dit laatste als de doelstelling van de SGP onder woorden. Een belangrijke vraag dus. Deze vraag is overigens niet nieuw. Op 21 februari 1961 kwam deze kwestie reeds aan de orde op de Algemene Vergadering te Utrecht. De KV van Nieuw-Lekkerland vroeg hoe de SGP zich heeft op te stellen tegenover de Europese verkiezingen, of de SGP daaraan moet deelnemen en zo ja, of dit met een afzonderlijke lijst zou moeten. Het verslag van deze vergadering vermeldt, dat ds. Zandt aanhaalde wat ds. Abr. van de Velde reeds schreef: „Het is verkeerd op grote mogendheden te steunen". Reeds in het pre-advies had het Hoofdbestuur zijn. ongerustheid uitgesproken over het vormen van een supranationale (boven-nationale) regering. Het verslag vervolgt: „Als het dan ook tot verkiezingen voor het Europese Parlement mocht komen, ligt het in het voornemen van het HB deze aangelegenheid nog eens grondig te bekijken". Nu de Europese verkiezingen in 1979 werkelijk voor de deur staan, blijkt uit het antwoord van het Hoofdbestuur aan onder andere de Prov. Vereniging Gelderland, dat we ons na 17 jaar nog steeds beraden. Het wordt dus wel de hoogste tijd de meningsvorming af te ronden. Op D.V. 25 april a.s. moeten de lijsten al worden ingeleverd. Oppervlakkig gezien is er geen verschil tussen Tweede-Kamerverkiezingen en Europese verkiezingen. Gods geboden gelden immers niet alleen voor Nederland, maar ook voor Europa, ja, voor heel de wereld. Als we in dat licht de zaak van de Europese verkiezingen bezien, lijkt deelname mogelijk.

Dan zou het werk van de SGP in het Europese Parlement hetzelfde zijn als het werk in ons Nederlandse Parlement. Er is echter veel meer aan de hand. Heeft de SGP haar roeping in Nederland of ook in Europa. Daar gaat het om. Het juiste antwoord op de vraag naar deelname kan aUeen maar gegeven worden door de historie, de geschiedenis, hierbij te betrekken. Anders blijft al ons geredeneer in het vage. Wat leert ons de geschiedenis in deze.

Europa en de eenwording.

De geschiedenis laat ons duidelijk zien, dat de Heere ons voUc uit het „diensthuis van Rome" heeft uitgeleid. Ons land heeft 80 jaar geworsteld om uit de macht van Spanje (een Europese macht) te geraken. Nederland kreeg in de loop der geschiedenis een geheel eigen plaats te midden der volkeren. De SGP heeft altijd gewezen op de leidingen die de Heere met ons land en volk heeft gehad.

Het meedoen in een groter geheel hebben onze SGP-leiders altijd moeten afwijzen. Het oprichten van de Volkenbond, de Verenigde Naties en de EEG is terecht door de SGP gezien als het bouwen van een „toren van Babel". Hiervan is geen zegen, maar veeleer onheil te verwachten, omdat de Heere hierbij niet wordt erkend als de Schepper en Regeerder.

Ook nu staat weer een „Babel" te worden opgericht. De Belg Tindemans heeft een plan ingediend om te komen tot een „Unie van Europa". Dit plan gaat ervan uit, dat de negen Europese landen hun problemen niet meer alléén kunnen oplossen. Samen moet gebouwd worden aan een

„Klein-Europa". Elk land zal bevoegdheden moeten afdragen aan de Europese Gemeenschap. Dit supra-nationale wordt in artikel 18 van ons Beginselprogramma echter duidelijk afgewezen. Wat zal er terecht komen van ons Oranjehuis? Wat van het protestantisme waar onze vaderen goed en bloed voor hebben geofferd ? Hier liggen grote gevaren. Het nieuw te kiezen Europese Parlement zal meer bevoegdheden moeten krijgen om zo boven-nationaal te kunnen regeren. De inbreng van ons land zal hierin uiterst klein zijn. Het zal een steeds minder belangrijk radertje worden in de grote Europese machine.

Die eenwording krijgt nu al gestalte. Er is een Europees Vakbondsinstituut, dat in de negen landen voorlichting geeft en helpt. Er is een douane-unie, een Euromarkt. Er zijn afspraken gemaakt over het onderwijs en om niet meer te noemen: het wetsvoorstel dat de gelijke rechten van man en vrouw moet vaststellen, is ingediend overeenkomstig een richtlijn (wet!) van de Europese Gemeenschap in 1976. Vele zaken zijn al zo nauw met elkaar verweven, dat West-Europa in een ernstige crisis zou geraken als de EG-verdragen werden afgebroken.

Als we dit zien, moeten we toch ernstig bezorgd zijn over de toekomst van ons land. Ons land is eenmaal bewaard voor „verspaansing", „verfransing" en „verduitsing". ZuUen we nu als natie - eens een christelijke natie - opgaan in een Verenigd Europa waar socialisme en schijn-christendom de toon aangeven ? Natuurlijk, er zijn genoeg zaken aan te wijzen, waaruit bUjkt dat Europa nog (lang ? ) geen eenheid is. Er is echter wel een duidelijk streven naar samengaan.

Europese verkiezingen en eenwording.

Het streven naar Europese eenwording moet een nieuwe impuls ontvangen door het houden van rechtstreekse verkiezingen. Toen de PvdA-er Patijn het plan voor deze verkiezingen van 1979 indiende, stond de eenheid hem duidelijk voor ogen. Het Europese Parlement dat nu alleen nog maar controleert en adviseert, moet beslissingsrecht krijgen. De grote politieke stromingen als socialisten, christen-democraten en liberalen zullen wel gaan vertellen, hoe dat „Klein-Europa" eruit zal gaan zien. Laten we goed beseffen dat men in het Europese Parlement niet als volk deelneemt, maar als Europese politieke stroming. Zo'n stroming is bijvoorbeeld de Europese Volkspartij, waarin christen-democraten uit Nederland, Duitsland, Italië en België samen een blok vormen. Natuurlijk zal een goed vaderlander de belangen van zijn eigen land in het oog houden, maar primair moet gewerkt worden in het kader van de Verdragen van Rome en Parijs.

De SGP in het Europese Parlement ?

Gesteld dat de SGP een zetel haalt, wat zou dan één SGP-er bij kunnen dragen tot de meningsvorming binnen het Europese Parlement ? Als eenling is men in dit Parlement een „niet-ingeschrevene". Dat houdt onder andere in, dat men zeer weinig spreektijd krijgt. Vaak slechts enkele minuten. Dat houdt ook in, dat men ongeveer 2 van de 13 commissies kan bezoeken; dat men van zo'n commissie nimmer rapporteur kan zijn. De ruimte voor een gereformeerd pricipieel geluid zal dus zeer gering zijn. Bovendien: thans is de parlementariër in Europa er een van de 198, straks zelfs een van de 410. We kunnen dan wel zeggen „de stem des roependen in de woestijn" te willlen zijn, maar bekend wel, dat er erg weinig getuigd kan worden. Een gekozen parlementariër in het Europese Parlement zal moeten werken binnen de eenheidsgedachte. Landen als Engeland, Ierland en Denemarken die in 1973 tot de EEG toetraden, moesten zelfs het streven naar politieke eenheid onderschrijven.

Niet elke partij - zeker de SGP niet - ziet de Europese verkiezingen met onverdeeld genoegen aankomen. Socialisten en christen-democraten hebben vele bezwaren tegen de „kapitalistische" Europese Gemeenschap. Toch - en dit moet ons bedachtzaam maken - doet men mee, omdat men anders geen faktor van politieke betekenis kan zijn. Tegen en toch voor ! Als SGP-ers begeven we ons dan ook in gevaarlijk vaarwater als we praten over het belang van „meediscussiëren" of het belang van één stem. Nee, het moet er ons om gaan: wat gebiedt het beginsel. Ons past de houding van machtspolitiek niet. Wat moet onze politiek dan inhouden, als het gaat over deelname aan de Europese verkiezingen ?

SGP en eenwording.

Binnen de SGP is de zaak van de Europese eenheid altijd gezien als een over ons komend kwaad. Duidelijk hebben onze voorgangers hun waarschuwende stem tegen elke eenheidsgedachte laten horen. Ten aanzien van de EEG zei wijlen ir. Van Dis in de Tweede Kamer (1968): „Wij zijn niet tegen samenwerking op economisch gebied, maar het is een aanloop tot eenwording, onze nationale zelfstandigheid is in het geding, het koningschap zal worden gedegradeerd en er zal een herhaling komen van het Heilige Roomse Rijk".

Al eerder zei ds. Zandt in zijn rede van '54 „De fundamenten omgestoten" ondermeer: „Doch het streven daarnaar gaat in deze eenheidsbeweging niet alleen buiten God en Diens geopenbaarde Woord om, maar loopt er zelfs lijnrecht tegenin" .. . „als zulks met miskenning van Gods Woord geschiedt is dit zondig en afkeurenswaardig". Hij stelt dan, dat hier gebouwen worden opgetrokken met het kalk en cement van menselijke wijsheid en inzicht. Meermalen werd door ds. Zandt en ir. Van Dis ook gewezen op de geldverkwisting bij dit alles.

Met hartelijke instemming lazen we de opmerkingen die onze partijvoorzitter, ds. Abma, in dezelfde geest maakte in 1964, in zijn rede „Zonen van hetzelfde huis": (Het ging toen over de tekst „Bij de Heere is geen verhindering om te verlossen door velen of door weinigen"): „Zo zouden we immers als geringe minderheid door de Heere toch wel tot zegen kunnen zijn in een groot geheel. Uit de verzoekingsgeschiedenis van de Heere Jezus in de woestijn is bekend genoeg, dat ook satan bijbelteksten weet aan te voeren. Elke ketter heeft zijn letter, elk streven zijn tekst. Het gaat er echter om wat de Heere geboden heeft. We mogen de Heere, onze God, niet verzoeken. Een nauw Verenigd Europa brengt zoveel onzekerheden met zich, dat we ons wel duizendmaal moeten bedenken aleer we ons roekeloos met de sterke stroming laten meevoeren. Wat zal er terecht komen van het protestantisme, dat zo'n voorname factor was bij de wording van onze zelfstandigheid ? " En even verder: „We mogen verzet niet laten afhangen van de overweging of dit eventueel zin kan hebben of niet. We hebben voet bij stuk te houden, en ons niet afyragen hoe we zuUen handelen, wanneer zich voltrekt wat we begeren noch bevorderen. Wanneer we ons met dergelijke beschouwingen willen inlaten, verzwakken we volkomen onze houding van verzet en protest".

Duidelijk is dus, dat onze leidinggevende SGP-ers altijd getrouw onder woorden hebben gebracht wat ons Program van Beginselen bedoelt. Deze fundamentele houding zou ons thans, nu de Europese zaak zo bijzonder actueel is, nog passen.

De Europese verkiezingen kunnen beslist niet losgezien worden van het streven naar eenheid, het supra-nationale. Duidelijk komt onze zelfstandigheid na vier eeuwen in het gedrang. Maar zal iemand zeggen: dan moeten we juist in het Europese Parlement duidelijk ons geluid laten horen. Gods geboden en beloften gaan toch elk mens aan ? Dat laatste kan natuurlijk niemand ontkennen. De SGP zou dan met een gekozen afgevaardigde haar beginselen in Straatsburg moeten uitdragen. Zo eenvoudig als het lijkt, is het echter niet. Want dan zou men zelfs ook kunnen zeggen: Gods Woord, onze Belijdenis en artikel 18 van ons Program van Beginselen gebieden juist om mee te doen. Zo stond het ook in „De Banier" van 7 december 1978. Zo mogen we het echter niet stellen. Zijn we als SGP geroepen 's lands zaken te behartigen of ook Europese ? Dat is de vraag waar het om gaat. We moeten duideHjk voor ogen houden wie we als partij zijn, waarom we zijn opgericht en welk doel ons voor ogen staat.

De SGP en ons land en volk.

Toen de SGP werd opgericht, kreeg ons land een partij, die stond in de lijn der Reformatie. De SGP hield vast aan artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis waarin de staat wordt gebonden aan Gods Woord en Wet. Op staatkundig terrein is het nodig, dat beginsel tot meerdere erkenning te brengen. „De gereformeerde religie is het bloed en het hart van de Republiek", zo schreef Willem Lodewijk aan Maurits. Dat zou het nu nog moeten zijn. Daarin ligt de wording van onze natie. Zonder dat beginsel was de opstand tegen Spanje noch begonnen, noch voortgezet, noch tot een goed einde gebracht. Duidelijk heeft de Heere ons land en volk een eigen plaats gegeven in de rij der volkeren. Dat te stellen hoeft geen hoogmoed te zijn, maar is erkenning van Gods voorzienigheid. Daarin vindt ook de SGP haar bestaansrecht. Zij heeft op te roepen tot wederkeer naar Gods geboden, in een land met een rijke historie. Die roeping ligt ook opgesloten in de naam Staatkundig Gereformeerd. Of, zoals ir. Van Dis zei: „De naam zegt wel, dat wij als voorstanders van het erfgoed der vaderen, beslist tegenstanders zijn van het hedendaags drijven naar oecumene en internationalisme". De SGP heeft duidelijk een band met ons land en volk. Als er dan in het Program van Beginselen en Statuten wordt gesproken van „ons land" en „ons volk", betekent dit niet zozeer een „aardrijkskundige" aanduiding, maar slaat dit regelrecht op het werk en het doel van de SGP binnen ons land. Helder bracht ook ds. Zandt dit onder woorden op de Partijdag in 1957: „Voor de SGP is een heerlijke taak weggelegd wanneer zij ons volk in Gods mogendheid terugroept tot Gods wet en getuigenis". Naast kerk, gezin en school heeft de SGP als politieke partij een duidelijke roeping in ons land. In „De Banier" is gewezen op het „Onderwijst al de volkeren". Het zal echter

een ieder duidelijk zijn, dat hier meer wordt gesproken van het zendingsbevel aan de kerk. Laten we de meningsvorming afronden.

Eén vraag, één antwoord.

Beseffen we als SGP-ers wel, dat het houden van Europese verkiezingen een zaak is van pure volkssouvereiniteit ?

We mogen het gezag toch niet ontlenen aan het volk ? Ja maar, zal iemand zeggen, ook bij de Tweede Kamerverkiezingen maken we toch gebruik van de democratie. Dan wUlen we u het volgende onder ogen brengen. Wij mogen nog een koningin als staatshoofd hebben, die erkent te regeren bij de „gratie Gods". Zo ondertekent zij immers elke wet ?

In de Europese Gemeenschap wordt „geregeerd" door de 13 Commissarissen. Eenmaal gekozen door hun eigen regering treden zij geheel zelfstandig op en onderschrijven alleen maar de Rechten van de Mens en de Verdragen van Rome en Parijs. In Straatsburg is er totaal geen erkenning van het regeren bij de „gratie Gods".

Onze parlementariër legt de eed af. Men leze de Catechismus over het belang hiervan. De Europese parlementariër daarentegen hoeft alleen maar te bewijzen dat hij gekozen is. Meer niet. Dat zijn toch wel belangrijke verschillen !

Moeten we wel zo nodig deelnemen ? We kunnen bij belangrijke zaken toch een principiële open brief uit laten gaan aan de 410 parlementariërs van straks? Dan behoeven we niet deel te nemen aan een in der aard zondige en afkeurenswaardige zaak. Een werkgroep binnen de partij kan de Europese zaken toch nauwlettend volgen. Bovendien is het zo, dat Europese zaken ook in de Eerste en Tweede Kamer aan de orde gesteld kunnen worden.

Als we als SGP-ers tegen eenwording zijn, ook tegen het houden van Europese verkiezingen, dan kunnen we niet deelnemen. Laten we met de ene hand niet nemen, wat we met de andere hand niet wensen te bevorderen. Tegen en toch voor ?

Er zal ongetwijfeld meer getuigenis uitgaan van niet deelnemen, dan van enkele ogenblikken spreken in een groot geheel.

Laten we de consequentie trekken uit ons tegen zijn: niet deelnemen. Onze taak ligt in de Eerste en Tweede Kamer. Daar ligt onze verantwoordelijk­ heid, daar kunnen we bestrijden wat ons volksbestaan bedreigt. We kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor Europese beslissingen, die - tegen Gods Woord in - ons volksbestaan zullen bedreigen. Deelname ? Staatkundig Gereformeerd en Europees Gereformeerd ? Als we deelnemen miskennen we onze geschiedenis en ons volksbestaan, miskennen we ook de doelstellingen van de SGP.

Samenvattend kunnen we nu zeggen:

— de naam Staatkundig Gereformeerd geeft duidelijk aan, dat we geen Europese Partij zijn (Zie: Uiteenzetting van het Beginselprogram", deel 2, pag. 5-12);

— de SGP heeft een „heerlijke" taak binnen ons land en volk. Artikel 3 van de Statuten (een onveranderbaar artikel!) zegt dit duidelijk. Deze Statuten werden laatstelijk vastgesteld in 1973, toen er reeds sprake was van te houden Europese verkiezingen;

— deelname is duidelijk strijdig met de geest van artikel 18 uit het Program; •

— deelname is meedoen aan een in der aard zondige en afkeurenswaardige zaak;

— de Europese Gemeenschap erkent geen regeren bij de „gratie Gods". Daar is slechts sprake van pure volkssouvereiniteit;

— bij deelname miskennen we onze historie; dus ook de doelstellingen van de SGP;

— ér zal veel getuigenis uitgaan van niet-deelnemen, met name voor de jeugd;

— Program en Statuten verbieden deelname.

Ons past dan ook geen tweeslachtige houding. Het Beginsel moet boven Europese eer gaan. Op de Partijdag D.V. 24 februari a.s. hopen we daarom duidelijk „Neen" te horen op de vraag, of de SGP al dan niet moet deelnemen aan de Europese verkiezingen.

Ederveen,

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 februari 1979

De Wachter Sions | 8 Pagina's

KERK, STAAT en SCHOOL

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 februari 1979

De Wachter Sions | 8 Pagina's