Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De merktekenen van de wrare leer bij TRIGLAND (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De merktekenen van de wrare leer bij TRIGLAND (2)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Leest u eerst in de vorige Wachter nog even de vier kenmerken, die Trigland opnoemde ? Hij gaat verder aldus: )

Deze vier merktekenen zijn te vinden alleen bij de leer van de ware christelijke gereformeerde kerk. Want daar wordt God de Heere Zijn volle eer gegeven, die Hem met recht toekomt, en die Hij Zichzelf, op Zijn recht, in Zijn Heilig Woord toeschrijft. De eer namelijk van Zijn genade, liefde, barmhartigheid, rechtvaardigheid, en macht, betoond in het werk van onze zaligmaking. Niet dat wij God ten volle kunnen eren naar Zijn waardigheid, maar omdat de leer van de gereformeerde kerk recht erkent en bekent de goddelijke genade en barmhartigheid, die God in

het werk van onze verlossing en zaligheid heeft willen openbaren. Bekennende dat God ons heeft uitverkoren, voor de grondlegging der wereld in Christus, niet op ons voorgezien geloof, of iets goeds dat Hij in ons bemerkte, maar alleen naar Zijn genade en welbehagen: dat Hij ons heeft willen aannemen tot Zijn kinderen door Christus Jezus, naar het welbehagen Zijns willens, in welke Christus wij hebben de verlossing door Zijn bloed, de vergeving der misdaden, naar de rijkdom Zijner genade: dat Hij ons deze genadige wil heeft te kennen gegeven, naar Zijn genadig voornemen, en in onze harten verzegeld door het pand des Heiligen Geestes: en dit alles tot prijs van Zijn heerlijke genade, als de apostel in het brede leert, Ef. 1 : 3 - 15.

In de gereformeerde kerk wordt de mens naar behoren vernederd en verkleind, in het voorstellen van zijn bedorvenheid en ellende, als die ligt onder de macht der zonde en des doods, en alleen door Gods absolute, oneindige, krachtige genade en liefde verlost, wederopgericht, met God verenigd en ter eeuwige zaligheid overgebracht kan worden.

Daar wordt het fundament gelegd van een vaste en volle vertroosting in alle aanvechtingen en zwarigheden, geestelijke en HchameHjke, name- Ujk het vaste en onbeweeglijke fundament, hiervoren menigmaal verklaard.

Daar wordt de ware godzaligheid recht gesteld in haar volle vigeur en kracht. Want daar wordt geleerd de godzaligheid oprecht te oefenen, , uit een levendig geloof, uit oprechte liefde, in ware kinderlijke vreze, uit aanmerking van die onbegrijpelijke liefde, die God de Vader ons bewezen heeft in Christus Jezus, door de gemeenschap des Heiligen Geestes.

Maar dit kan in de andere sekten, die hoewel zij in enige punten dikwijls veel geschillen, nochtans wat dit aangaat meest alle op een kluwen, namelijk op de kluwen van de vrije wil en des mensen eigengerechtigheid, met elkander aflopen, niet gevonden worden. Want alzo zij de vrije wil des mensen drijven, hoeveel dat zij schijnen van de genade te spreken, zo verloochenen zij haar in de daad. En daarmee verkorten zij de ere Gods en verheffen de mens. Want al wat zij des mensen vrije wil toeschrijven, dat onttreken zij aan de goddelijke genade, en daarmee verduisteren zij de ere Gods, en verheffen de mens. Daarmee benemen zij de zekere en , gewisse troost met de verzekering van de eeuwige zaligheid. Want die kan met de opinie van de kracht van de veranderlijke en ijdele wil des mensen en van des mensen eigengerechtigheid niet bestaan.

Daarmee wordt ook de kracht der godzaligheid gebroken en in een uiterlijke schijn veranderd. Want anders kan van des mensen wil niet voortkomen, tenzij zij door Gods Geest vernieuwd en doorgaans gericht en gestuurd wordt. De mens kan zich ook niet inbeelden dat hij met zijn gerechtigheid voor God zal bestaan, dan in een farizese geveinsdheid en opgeblazenheid. En wie God niet dient uit liefde, spruitende uit aanmerking van de onbegrijpelijke liefde Gods te onswaarts in Christus, maar uit liefde tot het loon of uit vrees voor de straf, die dient God niet, maar zichzelf. Die gehoorzaamt Gods wet niet, welke is de wet der liefde, maar zijn eigen genegenheid, welke het loon Heft en de straf vliedt, en bijgevolg is hij maar een huichelaar, die onder de schijn van God te dienen en te gehoorzamen niets minder doet dan dat.

Derhalve is deze leer die wij hier hebben voorgesteld, de rechte en de waarachtige leer die, en die alleen, in de gereformeerde kerk moet worden geleerd, en niet enige andere leer van sektarischen. Dit fundament, dat wij hier uit deze apostolische groetenis hebben gelegd, is het enige fundament, dat altijd in de kerke Gods moet worden gelegd, en waarop het geloof der christenen moet worden gefundeerd. Dit is de leer die ik door Gods genade nu tussen de drie- en vierentwintig jaren in deze gemeente getrouw heb geleerd, het fundament dat ik altijd, zolang God mij in Zijn dienst heeft gebruikt, door Zijn genade oprecht heb gelegd. Doch niet alleen ik, maar ook aUe getrouwe dienaren Christi met mij. Het zal nu in juni toekomende 24 jaren zijn, dat ik de eerste maal bij zekere gelegenheid in deze stad predikende, de christelijke gemeente heb voorgedragen dit vaste onbeweeglijke fundament, vastgesteld met het zegel van de kennis der goddelijke liefde en genade, waarmee Hij de Zijnen als de Zijnen" genadig erkent en aanneemt, uit de woorden van Paulus 2 Tim. 2 : 19: „Het vaste fundament Gods staat, hebbende dit zegel: De Heere kent degenen, die Zijne zijn". Daarna op een andere tijd heb ik de christelijke gemeente getoond, hoe deze leer ons aanleidt en verplicht tot de ware godzaligheid, op de woorden die daar volgen: „En een iegelijk die den Naam van Christus noemt, sta af van ongerechtigheid".

Zijnde daarna op voorgaande wettelijke beroeping in de dienst van deze kerk ingetreden, heb ik mij bevlijtigd de christelijke gemeente op dit fundament doorgaans vast te zetten. Tot dat einde heb ik mijn aanvang gemaakt van de oprechte belijdenis van de apostel Petrus van Jezus Christus, de Zoon des levenden Gods, en de verklaring die de Heere Christus daarop heeft gedaan, dat dat het rechte fundament is waarop Hij Zijn gemeente zo vast wil bouwen, dat de poorten der hel dezelve niet zullen overweldigen (Matth. 16: 16-18). En ik heb daarop voorts, naar mijn kleinheid, altijd op dat fundament aangehouden, en getoond, hoe onze gewisse vertroosting en de kracht der ware godzaligheid daarin gelegen is.

Nu ga ik, naar de heilige wille Gods, om door Zijn genade en de bijstand Zijns Heiligen Geestes, volgens mijn beroeping, datzelve fundament dengenen in te scherpen, die tot de dienst der christelijke gemeente geheiligd zijn "en daartoe onderwezen worden, opdat zij ook schier of morgen in hun dienst de christelijke gemeenten waar zij zullen komen op dat fundament mogen bouwen en vastzetten.

Om nu een christelijk afscheid van u te nemen, zo wil ik u in de Naam van onze Heere Jezus Christus vermaand en gebeden hebben, dat gij toch altijd bij deze leer volstandig blijft en op dit fundament alleen en vastelijk bouwt. En niet gelooft degenen die u iets anders zouden wiUen wijsmaken, of u op een ander fundament zouden willen doen bouwen. Want er kan geen ander fundament gelegd worden dan hetgeen gelegd is, en dat Fundament is Christus, 1 Kor. 3:11. Ook niet degenen die zouden willen zeggen, dat dit fundament zo noodzakelijk niet is, dat men daarin wel wat accommoderen, kreuken, vouwen en toegeven mag. Het tegendeel hebben ulieden nu gehoord.

Daarom of er enigen mettertijd zouden komen (wat God genadig verhoede) die u zulks met schoonschijnende redenen zouden willen wijs­ maken, gelooft hen niet. Zij zijn geen getrouwe dienaars van Jezus Christus. En ik zeg derhalve met de heilige apostel Petrus in de tweede brief 3 : 17, 18: Gij dan, geliefden, zulks tevoren wetende, wacht u, dat gij niet door de verleiding der gruwelijke mensen mede afgerukt wordt, en uitvalt van uw vastigheid; maar wast op in de genade eii kennis van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Biddende met dezelfde apostel in zijn eerste brief 5 : 10: De God nu aller genade. Die ons geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, Dezelve volmake, bevestige, versterke en fundere ulieden. En dewijl er niets hogers noch beters kan bedacht worden dan wat de apostel hier de Korinthiërs heeft toegewenst, zo wens ik u uit oprechter harte hetzelve en eindig met deze apostolische groetenis: De genade onzes Heeren Jezu Christi, en de liefde Gods, en de gemeenschap des Heiligen Geestes, zij met u aUen.

Amen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 november 1979

De Wachter Sions | 8 Pagina's

De merktekenen van de wrare leer bij TRIGLAND (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 november 1979

De Wachter Sions | 8 Pagina's