Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hopende en Uitziende

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hopende en Uitziende

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amos 5 : 16 en 17.

HOPENDE: Over het verstand van kermen hebben, is dus nog wel wat te zeggen. En vooral deze tijd die wij beleven, geeft er ons wel stof toe om daar nog eens even op door te gaan. De vorige keer hebben wè al besproken, dat er oorzaak van kermen zou zijn vanwege de verwoesting die onder het oordeel Gods over Israël komen zou. Het ware kermen moet ons echter door de Heere worden geleerd. Dan bestaat dat kermen zomaar niet in een uitwendig misbaar te maken, maar dan draagt men een recht gevoel van het oordeel Gods in zich om en zal men in het bijzonder ook de oorzaak daarvan bewenen. Mensen die zo verstand van kermen hebben zijn er nooit veel geweest en zijn er ook zeker in deze tijd niet veel meer te vinden. Maar dat is dan ook wel het ergste van alles. Het is niet te zeggen hoe donker het geworden is. In plaats van te kermen over de verwoesting, schijnt men die te zoeken en er alles toe in het werk te stellen om zelf te verwoesten wat men maar verwoesten kan, want er wordt geen leed gedragen over Sions breuk en over de verbreking van Jozef. Men draagt het heil van zijn medemens niet op het hart en bekommert zich blijkbaar niet over een arm opkomend geslacht, dat in zo'n boze tijd van zoveel verleiding en van zo weinig waar geestelijk leven opgroeit en ook niet meer weet waar het zich onder de godsdienst nog aan vast moet klemmen, daar er haast niets meer is wat nog enig respect afdwingt. Maar al zijn het er weinigen, toch zullen er door alle tijden nog zijn die verstand van kermen hebben.

UITZIENDE: Maar die gaan dan ook zeer benauwd over de wereld. Daarom wordt er ook over een kermen gesproken. Men ziet wel waar de verwoesting uit voorkomt en wat die verwoesting inhoudt. Niet aUeen is er alom over het rond der aarde verwoesting te aanschouwen onder de oordelen Gods en ook is die verwoesting niet alleen te aanschouwen in ons diep gezonken vaderland in al de verwarringen op politiek terrein, maar ook wordt Jeruzalem als een akker geploegd. En vanwaar dat aUes ? Och, aan kermers ontbreekt het niet, maar er is zoveel verschü in kermen. Vele kermers maken alleen een luid misbaar als het om hen zelf gaat en als hun eer gemoeid is met wat er gebeurt. De grootste lawaaimakers zijn nooit de mensen die het zwaarste kruis dragen. Die het zwaarste kruis dragen, kunnen meest niet zoveel gerucht maken. Anderen denken dan wel van hen dat er bij hen niets aan de hand is. Maar deze kermers hangen het niet aan de grote klok wat hen zwaar weegt op het hart. Ze komen ermee aan de genadetroon. Van zichzelf kunnen ze het niet zien dat ze verstand van kermen hebben. Ze maken er dan ook niet zoveel praat over wat ze in het verborgen afdoen. Maar ze behoren toch als een Samuel onder de aanroepers Zijns Naams, want het heil van Sion gaat hen ter harte. Ze krijgen ook niet zoveel teksten en waarheden. En als ze er soms één krijgen, maken ze er wellicht nog een verkeerde toepassing van. Daar ze betere gedachten van een ander dan van zichzelf hebben, passen ze die soms op een ander ter zijner gunste toe. Een ander zien ze voor David aan en zichzelf veelal voor een Saul. Maar de Heere hoort ze kermen, als ze denken dat het op de verwoesting van Zijn Kerk aan gaat. AUes wordt dan nog hun eigen schuld, want ze hebben met al hun goede bedoelingen toch zoveel ver­ keerd gedaan. En zo zien ze hun dwaasheid toch zo duidelijk in alles en kunnen zich daarom niet voor verstandige kermers houden. Maar de Heere zegt ook niet dat ze verstandige kermers zijn, maar dat ze verstand van kermen hebben, want dat wordt óp den duur het enige nog waar ze verstand van hebben. Ze kunnen het niet verder meer brengen. Zelf durven ze geen hand meer ergens naar uit te steken. Er schiet niet anders meer dan kermen over. Kermen aan de genadetroon, want ze leren het wel af om hun steun bij mensen te zoeken.

HOPENDE: Maar de Heere zal toch betonen dat Hij van hun kermen afweet. Om dat kermen der ellendigen zal Hij op Zijn tijd opstaan. Echter zal toch het oordeel doorgaan. In het 17e vers lezen we dan ook: „Ja, in alle wijngaarden zal rouwklage zijn; want Ik zal door het midden van u doorgaan, zegt de Heere". O welk een vreselijke strafbedreiging ! De Heere is eenmaal ook door Egypteland gegaan. Farao verhardde zich onder al de plagen en hij weigerde hardnekkig om Israël te laten trekken. En toen is de laatste plaag gekomen. We lezen dan ook van een doorgaan van de Heere door het land, als er zo staat: „Want de Heere zal doorgaan om de Egyptenaars te slaan; doch wanneer Hij het bloed zal zien aan den bovendorpel en aan de twee zijposten, zo zal de Heere de deur voorbijgaan en den verderver niet toelaten in uw hui2en te komen om te slaan".

UITZIENDE: Dat geeft men toch weer heel wat te denken, vriend ! Als de Heere dus door het land zou gaan, dan zou het voor degenen die verstand van kermen hadden gekregen, toch wel een wonder mogen zijn, als het bloed bij hen aan de bovendorpels en de zijposten zou mogen worden gezien en als dan de Engel des verderfs hen zou verschonen. Deze kermers hebben het met niet minder kunnen doen dan met dat bloed aan de bovendorpels en de zijposten van de deuren-des harten. En dat omdat het' schuldige kermers waren.

HOPENDE: Nu gaat er juist nog weer wat meer licht op over dat verstand van kermen te hebben. Och vriend, al degenen die het buiten dat bloed kunnen stellen, hebben geen verstand van kermen. Zij steunen op hun eigen wijsheid, op hun ingebeelde gerechtigheid en op een vlesen arm. Aan zaligsprekingen van mensen hebben zij genoeg. Maar degenen die verstand van kermen hebben, kunnen het daar niet mee doen. Die stellen zich de rechtvaardigheid Gods voor ogen. Zij zijn het zich zo ten volle bewust, dat de Engel des verderfs bloed zal moeten zien. En dat bloed moet aan de bovendorpels en de zijposten van de deuren des harten worden gevonden. Het baatte niet, al werd er door de Israëlieten een lam geslacht en al had men dat bloed wel in schalen opgevangen. Als er alleen maar een lam geslacht was en er bloed in de schalen was opgevangen, ging de Engel des verderfs niet voorbij. Dan werd de eerstgeborene gedood. En vriend, nu kan er een Lam geslacht zijn op Golgotha en we kuimen een rechtzinnige belijdenis hebben over dat bloed dat gestort is, maar als dat bloed niet toegepast wordt aan het hart, zal de Engel des verderfs ons niet ontzien. O, hoe gaat een ware bekommerde ziel de noodzakelijkheid er toch van zien, om dat bloed toegepast te mogen hebben aan het hart. Als dat gemist wordt, zal de ziel er niets aan hebben, al waren er wel duizend Middelaars aan het kruis gestorven. Ge ziet dus welk een lering er in deze profetie van Amos ligt. Straks zal het oordeel ook over ons komen en zal de Heere door het land gaan. O, hoe zal het er dan toch op aankomen, om tot die verstandige kermers te mogen behoren, met het bloed van het Lam toegepast aan het hart.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 januari 1980

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Hopende en Uitziende

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 januari 1980

De Wachter Sions | 8 Pagina's