Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

259. DE Bijbelse Geschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

259. DE Bijbelse Geschiedenis

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Antwoorden 901 t.m. 905.

901. De in Handelingen 12 genoemde Herodes was een kleinzoon van Herodes de Grote, tijdens wiens regering de Heere Jezus geboren werd en een neef van Herodes Antipas, onder wie Christus leed. Hij wordt bijgenaamd Herodes Agrippa I en de Agrippa die Paulus later verhoord heeft, was zijn zoon. Toen hij eenmaal koning geworden was gedroeg hij zich als een vriend van de farizeeën, waardoor hij zeer in de gunst van het joodse volk kwam. Ezau was de stamvader van de Herodessen, maar omdat de vrouw van Herodes de Grote, een jodin was, kon deze Herodes op grond van Deut. 23 : 8, als een Israëliet aangenomen worden. Daarop legde hij zich toe en zo wordt hieruit ook verklaard dat hij met hen samenspande om de apostelen te vervolgen, al was er voor hemzelf verder geen bepaalde aanleiding toe. Hij sloeg de hand aan sommigen van de gemeente om die kwahjk te handelen. In het vorige hoofdstuk had Lukas opgetekend hoe voorspoedig het ging met de kerk in Antiochië, nu moet hij spreken van de vervolging in Jeruzalem. God geeft Zijn kerk wel eens een tijd van verademing, maar die is doorgaans niet van lange duur want Zijn woord moet vervuld worden. In de wereld zult gij verdrukking hebben. Herodes werd als het ware losgelaten om de handen aan sommigen te slaan. Het is alsof de HeÜige Geest ons erbij bepaalt dat hij het niet eerder doen kon dan toen God hem losliet. Hi; sloeg zijn handen aan hen, nadat zij een zekere, tijd als het ware gebonden waren geweest.

902. Van de onthoofding van Jakobus heeft de gewijde schrijver geen omstandig verhaal gegegeven. We lezen kort en zakelijk alleen dit: En hij doodde Jakobus, den broeder van Johannes, met het zwaard. Jakobus was één van de apostelen en daarom een belangrijk verlies voor de gemeenten. Hem te doden stond gelijk aan het doden van velen en Herodes heeft er ongetwijfeld mee voorgehad het gewone volk er door te verschrikken, zoals dat ook gebeurt wanneer bij een oproer een der aanvoerders terecht gesteld wordt. Maar waarom geeft Lukas nu geen uitvoeriger bericht van het martelaarschap van deze grote apostel, zoals wij het gehad hebben van Stéfanus ? Als antwoord kan gezegd worden dat het voor ons voldoende is als we onze aandacht er op richten dat God zulk een moord heeft wÜlen toelaten en vervolgens dat Hij Zijn gunstelingen, als zij geroepen worden voor Hem hun leven te geven, met zóveel standvastigheid bedeelt, dat zij dapper en getrouw zijn tot in de dood. De Heere heeft ongetwijfeld met alles Zijn wijze bedoelingen en zo kan het zijn dat Hij met het overgeven van Jakobus tot de marteldood de overige apostelen heeft willen tonen wat ook zij te wachten hadden en waarop zij "zich hadden voor te bereiden. Hij alleen weet wat het beste is voor Zijn kerk en zij mag erop vertrouwen dat Hij Zijn knechten haar zo lang zal laten behouden, als Hij het nodig acht. In dit Hcht bezien komt ook in de gevangenneming en wondervoüe bevrijding van Petrus, die in 't vervolg van dit hoofdstuk verhaald wordt, des te beter uit dat God de leiding heeft in hetgeen Zijn volk en knechten hebben te doorstaan.

903. Als we lezen dat Herodes voort voer om ook Petrus te vangen toen hij zag dat het de Joden behaaglijk was worden wij erbij bepaald dat Herodes niet in de eerste plaats door haat tegen het Evangelie gedreven werd om de kerk te vervolgen. Zijn eerste doel was zijn eigen belang te bevorderen door de gunst van het volk te winnen. Het is waard op te merken dat er verschillende omstandigheden kunnen zijn waardoor Gods volk beproefd en gelouterd wordt. Vanzelf sprekend komt het bij de goddelozen altijd uit een verkeerd beginsel op, maar dat neemt niet weg dat de direkte aanleiding van hun handelen verschillend kan zijn. Zo heeft enige tijd later Nero, daar hij wist dat hij na de brand van Rome bij het volk gehaat was, de schuld ervan op de christenen geworpen en de gunst van het volk gekocht door duizenden van hen op beestachtige wijze om te brengen.

904. Het is niet zonder opzet dat Herodes wüde wachten tot na het paasfeest om Petrus voor te brengen voor het volk. Hieruit blijkt temeer dat hij bij de Joden in de gunst trachtte te komen. Hij wilde hun feest niet ontwijden door rechtsgedingen en executies, maar aan de andere kant wÜde hij toch ook profijt trekken van de omstandigheid, dat er in de tijd van de feestdagen zeer veel Joden te Jeruzalem waren.

905. De bevrijding uit de gevangenis heeft de Heilige Geest door de pen van Lukas in bijzonderheden laten beschrijven opdat de kerk een duidelijk beeld zou hebben van de almachtige en goede hand Gods die Hij op de juiste tijd uitstrekt tot verlossing van Zijn volk. Lukas begint . met te beschrijven hoe zorgvuldig Petrus gewekt werd; hij was gebonden tussen twee krijgsknechten met twee ketenen; en de wachters voor de deur bewaarden de gevangenis. De Romeinen verdeelden de nacht in vier nachtwaken en zo waren er vier wachten, elk van vier krijgsknechten opgeroepen opdat elke afdeling één der nachtwaken dienst zou doen. De vier soldaten in elke wacht waren aldus verdeeld: twee in de cd, met Petrus, die met één arm aan ieder van hen was vastgeketend; één buiten de cel, en de vierde buiten de gevangenisdeur. Het komt duidelijk uit dat de bevrijding van Petrus niet te danken is aan nalatigheid in de bewaking. Er was menselijkerwijs geen kiertje ter ontvluchting open gelaten. Maar Petrus had zijn zaak in de hand des Heeren gesteld, want er staat dat hij sliep. De gemeente waakte intussen en was in een gedurig gebed tot God. TA] baden als het ware zonder ophouden. Zij smeekten om Petrus' bevrijding in hun openbare godsdienstoefeningen, in de stÜte van hun bidvertrekken, in de huisgezinnen zowel als in de eenzaamheid. En de Heere hoorde. Te rechter tijd zond Hij Zijn engel uit. Het was in de nacht vóór - Herodes Petrus wüde voortbrengen. De nood was hoog geklommen en er stond geen andere weg open dan naar boven. Nu volgt de beschrijving van de bevrijding. Een engel des Heeren stond daar ... en een licht scheen in de woning. Het licht straalde dus niet van de engel af, maar het scheen afzonderlijk in de gevangenis om Petrus het heengaan te vergemakkelijken. X)e epgel sloeg de zijde van Petrus en wekte hem op uit de slaap. Dit is een duidelijke bevestiging van de belofte Gods voor zijn volk dat hij Zijn wachters tot hen zendt als zij slapen. Want vanwege de zwakheid van hun lichaam hebben zij slaap nodig en wat zou er van hen worden -indien de Heere ophield Zijn zorg over hen te houden ? Maar Gods volk mag zich als het gaat slapen aan de veilige hoede van God aanbevelen. Als Petrus ontwaakt is krijgt hij bevel zich te haasten. Niet dat de engel bang was dat de bevrijding mislukken zou, maar Petrus moest niet toegeven aan zijn dralen. Zijn ketenen vielen af van zijn handen. Nu krijgt hij bevel zich te kleden; Het blijkt dat hij - wakker' geworden zijnde - niets anders wist te doen dan wat de engel hem zei: Omgord u, en bind uw schoenzolen aan . . . Werp uw mantel om en volg mij. Daarna lezen we hoe alle hinderpalen stuk voor stuk overwonnen werden tot Petrus aan het eind van een straat gebracht zijnde, alleen gelaten werd. Daar was hij voorlopig buiten gevaar en ging de engel even plotseling weg als hij gekomen was. Petrus, tot zichzelf gekomen zijnde, wist nu zeker dat de Heere Zijn engel uitge

zonden had om hem te verlossen, hij wist ook waar hij was, en waar hij zijn vrienden kon vinden. De bijzondere middelen hielden op en Petrus heeft het verstaan, dat de Heere wilde dat hij van nu af van de gewone middelen gebruik diende te maken. Hetgeen hij dan ook deed.

W ontkwamen haast des vogelvangers net, Den lozen strik, tot ons bederf gezet; De strik brak los, en wij zijn vrij geraakt. De HEER is ons tot hulp op ons gebed; Die God, die aard' en hemel heeft gemaakt.

Ps. 124 : 4.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 februari 1980

De Wachter Sions | 8 Pagina's

259. DE Bijbelse Geschiedenis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 februari 1980

De Wachter Sions | 8 Pagina's