Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZEGENEND GESCHEIDEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZEGENEND GESCHEIDEN.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

En het geschiedde als Hij hen zegende, dat Hij van hen scheidde en werd opgenomen in den hemel. Luc. 24:51.

De hemelvaart des Middelaars wordt weer door ons herdacht. Zichtbaar is Hij voor de ogen van Zijn jongeren opgenomen in de hemel. Hij is met hen van Jeru2alem naar Bethanië gegaan. Daar zou Hij vanaf de Olijfberg ten hemel opgenomen worden.

Niet in Jeruzalem is Hij dus opgevaren naar de hemel, maar buiten Jeruzalem. Hij leidde hen buiten tot aan Bethanië. Hij, Die Zelf is uitgeleid naar buiten Jeruzalem, om daar gekruisigd te worden, leidde nu de discipelen uit, opdat ze nu buiten Jeruzalem aanschouwers zouden zijn, neen, nu niet van Zijn smartelijk Hjden en diepe vernedering, maar van Zijn doorluchte hemelvaart.

Gods volk wordt uit het ene uitgeleid, opdat er voor het andere plaats bij hen zou komen. Drie jaren lang hadden de discipelen zo aangenaam in de nabijheid des Heeren verkeerd, maar daaraan was een einde gekomen, als Hij uitgeleid was naar buiten Jeruzalem om daar gekruisigd te worden. Na Zijn opstanding heeft Hij Zich in Jeruzalem aan Zijn jongeren ook geopenbaard, als zij daar bij elkander waren met gesloten deuren. Van welk een kracht was deze openbaring des Heeren aan hen geweest. Ook nu hadden zij Hem wel weer bij zich willen houden. Zou er echter plaats zijn voor de vervulling van de belofte des Vaders in de uitstorting des Heiligen Geestes, dan moesten de discipelen weer worden uitgeleid. Zal de ziel wasdom in Christus ontvangen, dan zal dat altijd zijn door een weg van ontlediging en verlies van aUe verkregen weldaden en ondervindingen. Zo moeten we altijd maar weer uit elke weldaad worden uitgeleid, om vatbaar te zijn voor nieuwe geloofsoefeningen.

ledere keer is de ziel er maar blind voor, dat zulk een uitleiding nodig is. Ze kan niet zien wat de Heere daarin met haar voor heeft. On-wetend hebben de discipelen tegenover het Borgwerk van Christus gestaan. Maar ook waren ze er nu weer onwetend van dat Hij van hen weggenomen moest worden, opdat er alzo plaats zou komen voor die beloofde Geest.

De weg ging echter nu met de discipelen niet naar Golgotha, maar naar de OKjfberg heen. Golgotha en de Olijfberg lagen tegenover elkaar. Vanaf de Olijfberg kon men de schandheuvel Golgotha zien. Welk een onderscheid was er toch tussen wat eerst op Golgotha en nu op de Olijfberg gebeurde. Op Golgotha werd Christus door moordbeulen opgeheven en aan het kruis verhoogd. Nu op de Olijfberg werd Hij opgenomen door de Vader, om gekroond te worden met majesteit en heerlijkheid. Op Golgotha was Hij een voorwerp van bespotting, als Hij daar hing als de snoodste booswicht tussen twee moordenaren. Op Golgotha zou Hij van het kruis afgenomen worden om begraven te worden en alzo neder te dalen tot de benedenste delen der aarde. Nu zou Hij van de aarde opgenomen worden, om verhoogd te worden ver boven al de hemelen. Golgotha was Zijn straftoned. De Olijfberg het toneel Zijner heerlijkheid. Op de OHjfberg waren de palm- en olijfbomen, om de overwinnaars met de takken daarvan te kransen. Hier zou de grote Overwiimaar over hel en dood ten hemel opvaren, om de oHjf- en lauwerkrans van de hemelse heerlijkheid van de Vader te ontvangen.

Vanaf deze Olijfberg kon men ook zien op Bethanië, de plaats waar Christus zo menigmaal met Zijn discipelen in dat Hefderijk gezelschap van Maria, Martha en Lazarus had vertoefd. Ook kon men hier een blik slaan in de hof van Gethsémané, waar Hij die helse angsten en benauwdheden had doorstaan.

Zijn vernederend Middelaarswerk was echter nu volbracht. Wat nu volgen zou, is slechts de toepassing en deelachtigmaking van de door Hem verworven zaligheid. Zijn Geest zou Hij nu uitstorten, door Wiens krachtige werking de door Zijn bloed gekochten zouden worden toegebracht uit aUe volken, zodat Zijn rijk zich nu uitbreiden zou van de zee tot aan de zee en van de rivier tot aan de einden der aarde. O, ziet dan toch eens welk een rijke prediking er alzo van de Olijfberg uitgaat! Jezus' gang met Zijn discipelen naar de Olijfberg om aldaar voor him ogen verheerlijkt te worden, predikt de eeuwige, volkomen en onuitsprekelijke zaligheid der Zijnen. Gods raad is in de verdienste van de zaligheid volvoerd, Gods deugden zijn verheerlijkt door Immanuëls Goddelijk zoen- en borgbloed.

Jezus is een volkomen Zaligmaker. In Hem is vrede, in Hem is gerechtigheid, in Hem is blijdschap. O, was onze ziel er toch eens begerig naar om zo de rijke betekenis van Zijn hemelvaart te verstaan! In die hemelvaart ontsluit zich toch zulk een ruimte voor de kerk. Dat is het leven, dat is de zaligheid, om Jezus te zien, met eer en met heerlijkheid gekroond. O, als men daar vanuit de verte maar eens iets van zien mag, hoe kan het hart daar dan toch naar uitgaan om in die zaligheid te delen.

De discipelen hebben in die zaligheid gedeeld.. Na Zijn hemelvaart zijn zij naar Jeruzalem wedergekeerd met grote blijdschap. Zegenend is Hij van hen gescheiden. Zijn handen opheffende, zegende Hij hen. „En het geschiedde als Hij hen zegende, dat Hij van hen scheidde en werd opgenomen naar de hemel". Niet alleen is Christus als een triumpherende Koning, maar ook als Hogepriester in de hemel. De hogepriester moest immers Oud-Testamentisch niet alleen offeren voor het volk, maar ook voor het volk bidden en het volk zegenen. De hogepriesterlijke zegen keimen we uit Numeri 6. Die zegen wordt nog door ons gebruikt. „De HEERE zegene en behoede u; De HEERE doe Zijn aangezicht over u Hchten en zij u genadig; De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede!" De Vader is het in het bijzonder Die zegent en behoedt, als de Springader van aUe heÜ en zaligheid. De Zoon is de Engel van Gods aangezicht, door Wie de Vader de zegen schenkt en in Wie Hij Zijn volk genadig is. De Heilige Geest verheft Zijn aangezicht, want Hij geeft verlichte ogen des verstands en geeft ook de vrede, daar Hij het verzoenend Middelaarswerk Zijn volk tot een volkomen vrede der ziel toepast. En ook verleent Hij Zijn volk die kindergeest, waardoor men als een vrijgemaakte des Heeren, zonder dienstbaarheid en vrees zal kunnen uitroepen: „Abba, Vader!" Ge ziet dus dat die hogepriesterlijke zegen van een rijke inhoud en een grote betekenis was.

Deze zegen heeft Christus de Zijnen nagelaten, niet alleen als Hogepriester, maar ook als Koning, want bij bepaalde gelegenheden zegende ook wel de koning het volk. Zo heeft David het volk gezegend bij de opvoering van de ark, een feit waarin de hemelvaart des Middelaars zo klaar was afgeschaduwd. Christus heeft Zijn handen opgeheven. Met het opheffen der handen wordt te kennen gegeven, dat men de toegebeden zegen tegeUjk als het ware wil overdragen op degenen die gezegend worden. Christus' zegen was zomaar niet een zegen toewensen, maar

het geven van de zegen. En in Zijn apostelschaar zegende Hij Zijn ganse kerk.

De mens heeft.door de zonde zich alle zegening onwaardig gemaakt. Hij is alleen de vervloeking waardig. Maar Christus heeft voor Zijn kerk de zonden verzoend en een eeuwige gerechtigheid aangebracht, waardoor de bronaders van Gods eeuwige zegeningen zich kunnen ontsluiten. Hoe noodzakelijk is het om in deze zegeningen te mogen delen. Dan kan de hemelvaart des Heeren alleen betekenis voor ons krijgen. De hemel die door de zonde voor ons is toegesloten, is door Christus' hemelvaart weer ontsloten. O, mochten we het eens recht beseffen, dat we van nature onder een gesloten hemel leven! Onze weg eindigt in een eeuwige rampzaligheid, als de Heere ons niet inwendig door Zijn Geest vernieuwt. Hoevelen liggen al in de hel, die menigmaal in hun leven het heüsfeit van Christus' hemelvaart hebben horen prediken. Het mocht ons eens tot een afschrik zijn. Nu wordt ons de weg tot een eeuwige zaligheid in Christus voor de grootste der zondaren nog gepredikt.

De mens van nature zoekt het in de wereld, maar gaat met de wereld ten verderve. En och, het is alles toch zo arm wat de wereld biedt! Hebt ge daar weleens wat van gezien? Voelt ge een schrijnend gemis, als de hemelvaart des Heeren'wordt herdacht? Hoe noodzakelijk is toch die uideiding naar Bethanië. Uitgeleid moeten we worden uit al ons eigen werk, uitgeleid uit alle bewegelijkheden des gemoeds, uitgeleid uit dat aangename leven in de kennisneming van de weg des heus en van al wat de ziel in de gelovige aanschouwing van de Persoon des Middelaars heeft mogen smaken. Uitgeleid naar Golgotha, om een strafdragende en schuldovememende Borg te leren kennen. Uitgeleid naar Bethanië, om door Christus weer in de zalige gunst en gemeenschap des Vaders hersteld te worden. Uitgeleid uit alle weldaden, om onze zaligheid in de eer van Sions eeuwige Koning, ja, in de verheerlijking van een drieënig God te vinden. Zo krijgt.de hemelvaart des Heeren be­ tekenis voor ons.

Maar dan blijft er ook een ellendig en arm, ja, een behoeftig volk over, dat het met niet minder doen kan dan met de krachtdoende werking van de zegen van een ten hemel gevaren Middelaar. Hij heeft Zijn kerk in de strijd hier op aarde achtergelaten. Wat zal ons in de naaste toekomst te wachten staan? De zegen van de ten hemel gevaren Middelaar blijft echter van kracht. Hij blijft bij Zijn kerk alle de dagen tot aan de voleinding der wereld. Straks komt Hij weder en zal Hij in de heerlijkheid die Hij nu van de Vader ontvangen heeft, door alle ogen worden aanschouwd. Voor velen zal dat tot verschrikking zijn, maar voor Zijn kerk tot onuitsprekelijke vreugde. Dan zal men eeuwig in de door Hem zo duur verworven zegen mogen delen, als alle tranen zullen zijn afgedroogd en de strijd voorgoed gestreden is en men eeuwig in de aanschouwing van des Konings heerlijkheid zich zal verblijden, om Hem ook eeuwig met blijde jubelzangen te vereren. Amen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 mei 1980

De Wachter Sions | 8 Pagina's

ZEGENEND GESCHEIDEN.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 mei 1980

De Wachter Sions | 8 Pagina's