Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

275 DE Bijbelse Geschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

275 DE Bijbelse Geschiedenis

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Paulus in Macedonië en te Athene.

Vragen 961 t.m. 970.

Dat Paulus te Filippi zwaar mishandeld werd en ter nauwernood aan doodsgevaar ontkwam, heeft zijn ijver om het EvangeUe te verkondigen niet verflauwd. Dat zien we in het vervolg van de geschiedenis die beschreven is in Handelingen 17. Lukas geeft daarin het verdere verloop van de tweede zendingsreis weer en laat daarbij uitkomen hoe gemoedigd en getrouw de apostel zijn werk voorzette. In vers 1 lezen we dat zij door Amfipolis en Apollónia hun weg genomen hebbende, te Thessalonica kwamen. Dit was een grote handelsstad, de hoofdstad van Macedonië. Lukas tekent aanstonds aan dat Paulus bij zijn aankomst aldaar, gelijk hij gewoon was, de synagoge bezocht (vs. 2). Hij bleef dus getrouw aan zijn opdracht om bij voorrang tot de verstrooide schapen van het huis Israels te gaan en hij toonde zijn liefde en verlangen om enigen van hen tot bekering te brengen. In zijn brief aan de Thessalonicensen schrijft hij dat zijn pogingen niet vruchteloos waren, „want gij weet zelf, broeders" - zo lezen we daarin - „onzen ingang tot u, dat die niet ijdel is geweest; maar hoewel wij tevoren geleden hadden, en ook ons smaadheid aangedaan was, gelijk gij weet, te Filippi, zo hebben wij nochtans vrijmoedigheid gebruikt in onzen God, om het Evangelie Gods tot u te spreken in veel strijd". (Thess. 2 : 1 en 2). Drie sabbatten achter elkaar sprak hij met de Joden. Hij opende de Schriften en trachtte hen te overtuigen dat Jezus de beloofde Messias is, die in de Schriften was voorzegd. Het merendeel der Joden lag echter gevangen in een valse Messiasvoorstelling. Zij verwachtten een aards koning en wilden van een lijdende en stervende Zaligmaker niet weten. Slechts weinigen van hen komen tot bekering. Maar van de godsdienstige Grieken een grote menigte, en van de voornaamste vrouwen niet weinige, (vs. 4).

Evenals in andere plaatsen ontstaat er ook in

Thessalonica verzet tegen Paulus' prediking. Het gaat van de Joden uit. Zij benijden de bekering der heidenen en beramen plannen om de apostelen te verdrijven. En wat elders plaatsvond, zien we ook hier gebeuren. Er wordt oproer verwekt opdat de overheid zal ingrijpen. Zij namen tot zich enige boze mannen uit de marktboeven, en maakten dat het volk te hoop liep. Het gepeupel komt in beweging en een bandeloze menigte doet een aanval op het huis van Jason. We horen pas later wie dat was. Blijkbaar had hij Paulus en zijn metgezellen onderdak verschaft. Bij huiszoeking vonden zij hen echter niet en nu sleepten zij Jason voor de oversten der stad.

Daar de apostelen zich waarschijnlijk naar elders begeven hadden omdat zij het kwaad zagen aankomen, moest Jason het nu ontgelden. Hij had de predikers geherbergd en was dus medeplichtig en verantwoordelijk. Men beschuldigt de Godsmannen alsof zij oproermakers zijn: Dezen - zo schreeuwen zij - die de wereld in roer hebben gesteld, zijn ook hier gekomen ... Het gaat hier echter anders dan te Filippi. De oversten gaan niet overhaast te werk. Er staat dat zij van Jason vergenoeging ontvingen, dat is - volgens de kanttekening - genoegzame verontschuldiging, of borg, enz.

De overheid van Thessalonica doorzag kennelijk dat de aanklacht vals was en dat er geen sprake was van een aanval tegen de Romeinse opperheerschappij, waarvan men de apostelen beschuldigde. Zij lieten Jason en de anderen die zij mede voor het gerecht gesleept hadden, gaan. De broeders zonden Paulus en Silas - om verdere aanvallen van het lage straatvolk te voorkomen, des nachts weg. Hun nieuwe verblijfplaats was Beréa, een stad die ongeveer 55 km. verder lag, in zuidwestelijke richting. Zodra de apostelen daar kwamen gingen zij naar de synagoge der Joden (vs. 10). En dan lezen we onverwacht een gunstig getuigenis omtrent die van Beréa. Er staat namelijk dat dezen edeler waren dan die te Thessalonica, als die het Woord ontvingen met alle toegenegenheid, onderzoekende dagelijks de Schriften, of deze dingen alzo waren. Deze mensen wüden dus luisteren. Zij stonden welwillend tegenover de prediking van Paulus en vergeleken deze met de Schriften. Dat was de rechte weg.

Door dit getuigenis heeft de gemeente van Beréa een zekere vermaardheid gekregen in de christelijke kerk, welke noj, steeds bij bepaalde gelegenheden wordt aangc ••aid en tot voorbeeld wordt gesteld. De genademiddelen werden merkbaar gezegend, want velen kwamen tot het geloof (vs. 12). Het duurde echter niet lang of ook hier kwam de vijand te voorschijn. De Joden uit Thessalonica kwamen te weten dat er een gemeente in Beréa was gesticht. Zij begaven zich daarheen om het volk tegen de predikers op te hitsen. De broeders wisten echter te voorkomen dat men Paulus in handen kreeg. Zi; zonden hem van stonden aan weg, staat er, dat hij ging als naar de zee; maar Silas en Timotheüs bleven aldaar. Men vermoedt dat men het vooral op Paulus voorzien had en verstaan het zo, dat hij als naar de zee geleid werd om zijn belagers te misleiden. Zijn gidsen brachten hem intussen over land naar Athene. Maar zonder zijn medearbeiders SÜas en Timotheüs gevoelde de apostel zich daar eenzaam en verlaten, Athene was toen al één van de meest beroemde steden van de wereld. Paulus had ongetwijfeld dikwijls van de kunsten en wetenschappen die er beoefend werden, gehoord. Reeds lang vóór zijn tijd hadden er geleerde en kundige mannen gewoond en de stad beroemd gemaakt. Architecten, beeldhouwers, filosofen e.d. hadden er gewerkt en het was te zien aan de vele fraaie gebouwen en tempels dat de beschaving die van andere steden ver overtrof. De apostel zag echter de duidelijke blijken van een godsdienst zonder God. Het vervulde hem met diepe smart dat hij zoveel afgodsbeelden en altaren zag temidden van een stad waarin niemand de levende God kende. Vooral één altaar trok bijzondere aandacht door het opschrift „Den onbekenden God". Hoewel zijn helpers nog niet gekomen waren vatte hij de arbeid aan die op zijn schouders gelegd was. Hij handelde in de synagoge met de Joden en met degenen, die godsdienstig waren, en op de markt alle dagen met degenen, die hem voorkwamen, (vs. 17). Hij maakte daarbij gebruik van de eigenaardige positie die Athene kenmerkte. Het was een stad waar - in tegenstelling met FiÜppi - niet veel Romeinse soldaten waren, er werd ook geen drukke handel gedreven, zoals te Thessalonica. Het scheen dat de Athéners nergens anders hun tijd aan besteedden dan om wat nieuws te zeggen en te horen. Vooral op de markt kwam regelmatig een menigte volk samen om te zien of er nieuwtjes waren. Daar kwamen ook de filosofen bijeen om hun leersteUingen te verdedigen en om te trachten volgelingen te krijgen. Ook met hen sprak Paulus met het gevolg dat de Epikuréische en Stóische wijsgeren met hem streden, d.w.z. met hem disputeerden. Sommigen stelden veel belang in hetgeen Paulus leerde, anderen zeiden minachtend: Wat wil toch deze klapper zeggen? Maar weer anderen zeiden: Hij schijnt een verkondiger te zijn van vreemde goden; omdat hij hun Jezus en de opstanding verkondigde, (vs. 18).

Sommigen stelden zoveel belang in Paulus dat zij erop aandrongen dat hij met hen naar de Areopagus zou gaan, opdat hij aldaar de leer die hij bracht nader zou uiteenzetten. Met grote vrijmoedigheid laat Paulus zich op die plaats brengen in het midden van een grote schare, waaronder de geleerdste en wijste mannen van die tijd. Toen de menigte stil werd en zweeg, begon Paulus: Gij mannen van Athenel Een gewone en beleefde aanspraak. Ik bemerkte, zo begint hij zijn eigenlijke rede, dat gij alleszins gelijk als godsdienstiger zijt. Hij gaat vervolgens wijzen op de ver doorgevoerde godsverering, die hij in hun stad had waargenomen. Want de stad doorgaande, zegt hij, aanschouwende uw heiligdommen, heb ik ook een altaar gevonden op hetwelk een opschrift stond: Den onbekenden God Dezen dan. Dien gij niet kennende dient, verkondig ik ulieden. Zo wist hij op een innemende manier de nieuwsgierigheid van de Athéners te wekken en mede door zijn welsprekendheid zelfs de filosofen te boeien. Hij ging spreken van de God, Die de hemel en de aarde gemaakt heeft en Die waardig is van allen gediend en gevreesd te worden. Zonder zijn hoorders nodeloos te kwetsen verzweeg hij geen enkele waarheid, noch verzuimde hij de dwaasheid der afgodendienaars aan te wijzen. U kunt de inhoud van zijn redevoering vinden in de verzen 22-31. Als slotsom dringt hij aan op bekering door te wijzen op het oordeel, dat zeker komen zal. God heeft een dag gesteld, waarop Hij gericht zal houden door een Man, dien Hij daartoe verordend heeft, verzekering daarvan doende aan allen, dewijl Hij Hem uit de doden opgewekt heeft. Toen zij nu van de opstanding der doden hoorden konden de meesten niet langer luisteren.

Dat was al te dwaas! En met een: wij zullen u wederom hiervan horen, maakten zij zich ervan af. Enkelen geloofden, o.a. Dionysius, een der rechters van de Areopagus en een aanzienlijke vrouw, Damarus geheten.

Vragen:

961. Kunt u uit een van Paulus' brieven aantonen dat hij in Thessalonica een moeilijke tijd heeft doorgemaakt?

962. Waarom maakten de Joden bij voorkeur

van mindrwaardige lieden gebruik om de apostelen uit die stad te verdrijven?

963. Bleef Jason een trouw voorstander van het Evangelie; ook later?

964. Wat houdt het spreekwoordelijke getuigenis van die van Beréa feitelijk in?

965. Heeft Athene op Paulus gemoed ook nog enige bewondering gewekt als stad der wetenschappen?

966. Wat waren de principes respectievelijk van de Epicuré'ische en de Stoïsche wijsgeren?

967. Toon nader aan dat Paulus op taktvolle wijze met de Athéners disputeerde?

968. Welk standpunt van hun oude poëten gebruikte hij om de zuivere leer omtrent God uit te leggen?

969. Geef nu een samenvatting van zijn schitterdende redevoering, die hij op de Areopagus hield.

970. Had zijn prediking nog vrucht, ook voor geleerde Athéners?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juni 1980

De Wachter Sions | 8 Pagina's

275 DE Bijbelse Geschiedenis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juni 1980

De Wachter Sions | 8 Pagina's