Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

SAMENSPRAAK De koninklijke weg naar de hemel. (42)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SAMENSPRAAK De koninklijke weg naar de hemel. (42)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

ACHTTIENDE SAMENSPRAAK

(vervolg).

Over datgene wat men moet doen om de dreigende oordelen Gods te ontgaan en Zijn genade en barmhartigheid te verkrijgen.

Predikant: Dit wil ik graag doen en geef u daarom zeven andere kentekenen, die de allerzekerste mogen genoemd worden en waarover niemand enige twijfel zal kunnen voeden.

1. Een zeker en vast geloof aan de beloften Gods. Paulus en Silas zeiden tot de stokbewaarder: Geloof in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden.... Die in Mij gelooft, zei de mond der waarheid, heeft het eeuwige leven... Want die tot God komt, moet geloven, dat Hij is, en een beloner is dergenen die Hem zoeken. Hand. 16, Joh. 6, Hebr., 11.

2. Vroomheid en oprechtheid des harten.

Heere! wie zal verkeren in Uw tent? Wie zal wonen op de berg Uwer heiligheid? Die oprecht wandelt en gerechtigheid werkt en die met zijn hart de waarheid spreekt. Wie zal klimmen op de berg des Heeren? en wie zal staan in de plaats Zijner, heiligheid? Die rein van handen en zuiver van hart is, die zijn ziel niet opheft tot ijdelheid.... Die Mijn geboden heeft, en dezelve bewaart, die is het, die Mij liefheeft, en die Mij liefheeft, zal van Mijn Vader geliefd worden, en Ik zal hem liefhebben, en Ik zal Mij Zelf aan hem openbaren. - Indien gij deze dingen weet, zalig zijt gij, zo gij dezelve doet.... de oprechten van weg zijn Zijn welgevallen. Ps. 15 en 24. Joh. 14 en 13 en Spr. 11.

3. De geest der aanneming tot kinderen.

Want gij hebt niet ontvangen de geest der dienstbaartheid wederom tot vreze, maar gij hebt ontvangen de Geest der aanneming tot kinderen, door Welke wij roepen: Abba, Vader! Dezelve Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. En indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen, erfgenamen van God en medeërfgenamen van Christus.... Wij hebben niet ontvangen de geest der wereld, maar de Geest Die uit God is, opdat wij zouden weten de dingen die ons van God geschonken zijn. - De Heere nu is een Geest, en waar de Geest des Heeren is, aldaar is vrijheid. Rom. 8. 1 Cor. 2 en 2 Cor. 3.

4. Bekering en heiligmaking.

Bekeert u en gelooft het evangelie. Want dit is de wil van God, uwe heiligmaking. Jaagt de vrede na en de heiligmaking, zonder welke niemand de Heere zien zal. Mark. 1. 1 Thess. 4 en Hebr. 12.

5. Inwendige vrede en rust des gemoeds.

Wij dan gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God, door onze Heere Jezus Christus. Vrede laat Ik u. Mijn vrede geef Ik u.... Rom. 5 en Joh. 14.

6. Standvastigheid in de waarheid.

En de God des vredes Zelf heilige u geheel en al, en uw geheel oprechte geest en ziel en lichaam worde onberispelijk bewaard in de toekomst van onze Heere Jezus Christus. Indien gij maar vast blijft in het geloof gefundeert en vast en niet bewogen wordt van de hope des evangelies; dat gij gehoord hebt.... - Gelijk gij dan Christus Jezus, de Heere hebt aangenomen, wandelt alzo in Hem: geworteld en opgebouwd in Hem en bevestigd in het geloof.... 1 Thess. 5, Col. 1 en 2.

7. Volstandigheid tot het einde toe.

Wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. Houdt dat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme. Matth. 24 en Openb. 3.

Ouderling: Nu pas hebt u mij een voldoend antwoord gegeven, want naar mijn oordeel kan niet één van deze opgenoemde eigenschappen in de goddelozen gevonden worden en ik geloof dan ook, dat niemand daaraan zal durven twijfelen.

Predikant: Men kan dit veel minder dan dat een rechtsgeleerde het bezit zou kunnen betwisten, van zulke goederen of eigendommen, die volgens de wetten beschreven, door bekwame getuigen ondertekend en gezegeld zijn. Want waimeer iemand de u aangetoonde kenmerken draagt, dan kan hij verzekerd zijn, dat hij eenmaal ten hemel zal ingaan. Het is Gods getuigenis in Zijn woord. God de Vader heeft het ondertekend, Christus heeft het als Zijn eigen handschrift gegeven en de Heilige Geest heeft het verzegeld. 1 Joh. 5 : 7, 8, 9. Want drie zijn er, die getuigen in de hemel, de Vader, het Woord en de Heilige Geest, en deze drie zijn één. En drie zijn er, die getuigen op de aarde, de Geest en het water en het bloed; en deze drie zijn tot één. Indien wij de getuigenis der mensen aannemen, de getuigenis van God is meerder; want dit is de getuigenis van God.

Ouderling: Nu besluit ik uit uw hele redenering dat men in dit leven van zijn zaligheid kan verzekerd zijn.

Predikant: Dit is niet alleen mijn gevoelen, inaar ook dat van alle ware belijders van ons dierbaar evangelie. Want diegene, die, terwijl hij in deze wereld leeft, niet weet of hij zalig zal worden, die zal ook de zaligheid na dit leven nimmer verkrijgen. 1 Joh. 3 : 2. Geliefden! nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard wat wij zijn zullen; maar wij weten, dat, als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is.

NEGENTIENDE SAMENSPRAAK

Van het vast vertrouwen des geloofs en over de zekerheid der zaligheid.

Ouderling: Meent u dan, dat de mens in dit leven een volkomen zekerheid van zijn zaligheid kan bekomen?

Predikant: Wel zeker! dit geloof ik op grond van des Heeren getuigenis.

Ouderling: Velen twijfelen daar toch aan: de roomsen ontkennen dit geheel en al en men vindt er velen die er steeds voor zijn, om het goede maar te hopen, zonder immer tot die verzekering te komen en ik verzoek u daarom, dat met de heilige Schrift te willen bevestigen.

Predikant: Hoor wat door de apostel Paulus aan de Corinthiërs geschreven werd, 2 Cor. 5:1: Want wij weten, dat zo ons aardse huis dezes tabernakels gebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen. Let daar wel op!

Wij weten zegt hij, dat ons de hemel bereid is. Ook schreef hij in zijn brief aan de Romeinen, handelende over de geest der aanneming tot kinderen: Dezelve Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn, Rom. 8, en aan Timotheus: Ik heb de goede strijd gestreden; ik heb de loop geëindigd; ik heb het geloof behouden, voorts is mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige Rechter, in die dag geven zal, en niet alleen mij, maar ook allen, die Zijn verschijning liefgehad hebben, 1 Tim. 4. Hij heeft dus vast geweten, dat hem en alle uitverkorenen de kroon des eeuwigen levens bereid was, en. diezelfde Geest, Die dit Paulus had bekend gemaakt, verzekert dat nog dagelijks aan alle kinderen Gods. Hiermee stemt overeen wat Johannes getuigde, 1 Joh. 2 : 3. En hieraan kennen wij, dat wij Hem gekend hebben, zo wij Zijn geboden bewaren. Met welke woorden ons de apostel te kennen geeft, dat, indien wij God zonder geveinsdheid zoeken te dienen en de ware kennis Gods in ons zij, wij ook van onze toekomende zaligheid zullen verzekerd wezen. Nadat Petrus in zijn zendbrief de kenmerken van de waarachtige vernieuwing des mensen had aangetoond, zei hij: Daarom, broeders! benaarstigt u te meer, om uw roeping en verkiezing vast te maken, want dat doende, zult gij nimmermeer struikelen. Waarom zou ons deze ijveraar zo aanzetten om ons daarvan te verzekeren, indien niemand ter wereld de bewustheid van zijn zaligheid kon verkrijgen? Wanneer wij eens overdenken, wat Paulus zo uitdrukkelijk tot de Efeziërs zei, hoofdstuk 2 : 6 n.1.: En heeft ons mede opgewekt en heeft ons mede gezet in de hemel in Christus Jezus. Hij geeft daarmee niet te kennen dat wij daar al dadelijk zijn, maar dat wij van die zalige toekomst zo verzekerd zijn, alsof wij nu reeds in de hemel waren. De redenen daarvan zijn niet ver te zoeken, want Christus ons Hoofd is in de hemel en zal, zoals Hij beloofd heeft, al Zijn leden tot Zich trekken, volgens Joh. 12 : 32.

Daarenboven zijn wij zo verzekerd van datgene wat wij hopen, als van datgene, dat wij bezitten, wat mede een genadewerk Gods in ons is en wij van de kroon der heerlijkheid, die wij verwachten, op het allervast verzekerd zijn.

Ik zou u nog meerdere bewijzen kunnen leveren om mijn gevoelen te staven, maar ik meen dat deze u wel genoeg zullen zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 februari 1981

De Wachter Sions | 8 Pagina's

SAMENSPRAAK De koninklijke weg naar de hemel. (42)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 februari 1981

De Wachter Sions | 8 Pagina's