Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Advent en Kerstmeditatie. V

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Advent en Kerstmeditatie. V

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

”En Ik zal hun een Plant van naam verwekken". (Ezech. 34 : 29a).

Bij zijn vrucht.

En Ik zal hun een Plant van naam verwekken", zegt onze tekst. Daar zijn planten in de natuur die heerlijke vruchten voortbrengen en een heerlijke geur van zich spreiden. Die vruchten zijn aangenaam, lekker, zoet voor de mens en tot gezondheid voor het Hchaam. Daar zijn ook planten die bittere vruchten voortbrengen die niet aangenaam zijn voor de mens, bitter van smaak en niet begeerd. Die ook geen aangename geur van zich spreiden. Daar zijn ook planten die als kruiden dienen tot genezing en gezondheid van de mens onder de zegen des Heeren. Maar dat geldt in dit alles ook weer niet voor alle mensen, maar voor een bepaald getal. Zo inzonderheid ook deze Plant van naam. Hij zou vruchten voortbrengen die zeer zoet en aangenaam zijn, Gode tot eer en heerlijkheid en zaligheid der zielen Zijns volks. En Hij zou voor hun ziel en in hun ziel een aangename geur verspreiden. Daar moeten zij van uitroepen: "Hoe zoet zijn mij Uw redenen geweest". En: "Hier weidt mijn ziel met een verwonderend oog". Hij is beroemd door Zijn schoonheid want Hij is de Schoonste in heel Zijn kerk. Hij is als een Appelboom onder de bomen des wouds en veel schoner dan de mensenkinderen. Genade is uitgestort in Zijn lippen. Hij is de Roos van Saron, de Lelie der dalen. Wat een schoonheid en heerlijkheid straalt er van Hem af voor het oog des geloofs van doemwaardige zondaren en die het leven in eigen hand niet houden kunnen. Hij is een frisse Plant Die nooit verdort, maar altijd even groen blijft voor al Gods volk tot in eeuwigheid. Dan zal Hij na zoveel eeuwen in de eeuwigheid, om het zo eens te noemen, aanschouwd te zijn, nog even groen en fris zijn. O, daarom kan deze Plant niet anders dan volheerlijke vruchten voortbrengen, want deze Plant Die door de Vader verwekt zal worden, zal zalige vruchten voortbrengen en die zullen zijn tot genezing der heidenen. Dat zijn allen uitverkorenen en die zullen zich juist als de grootste heiden door het ontdekkende Ucht des Geestes leren kennen om Hem alleen als hun Zaligmaker deelachtig te worden.

Hij moest verwekt worden om voor Zijn volk te verwekken en voort te brengen de vrucht des Levens, het geestelijke leven opdat zij levend gemaakt zouden worden door en met Hem. Om uit deze Levende Plant van naam het leven te ontvangen om alles af te sterven en Jezus alleen te mogen leven. Maar ook de vrucht des eeuwigen levens, waar deze Plant van naam dat in onze natuur moest verwerven door Zijn dadelijke gehoorzaamheid daar het eeuwige leven beloofd was op het doen van de wet. Om hier met Hem te mogen leven in de zalige geloofsgemeenschap en straks eeuwig in het aanschouwen van Hem. De vrucht der verlossing zou Hij teweegbrengen van alle zonden en de heerschappij der zonden hier in dit leven van Gods kinderen. Want Hij Die geen zonde gekend noch gedaan heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem. Want Hij zal Zijn volk verlossen van alle ongerechtigheden, daar deze door Hem verzoend en gezuiverd worden. Hij zou als vrucht de rechterlijke toorn des Vaders blussen. Die zou hij dragen, wegdragen en doordragen zodat die eeuwige Rechter alle toorn en gramschap aflegt en op Zijn volk niet meer toornen noch schelden zal.

Hij is verwekt om ook de vloek van Gods wet weg te dragen en alzo de vrucht aanbrengen dat er in der eeuwigheid geen vervloeking meer tegen Zijn beminde Bruidskerk zal zijn. Zo moest ook de vrucht der vergeving en des vredes door Hem in onze mensehjke natuur aangebracht worden opdat Zijn volk vergeving der zonden zou ontvangen en het recht ten eeuwigen leven. Dat zij door een ondoorgrondelijk wonder in Hem vrede met God zouden genieten die alle verstand te boven gaat. Vrede dien die verre en dien die nabij is. O, wat een eeuwig wonder voor Gods schuldige en bedrukte volk, als zij als de goddelooste van allen, vrede met God mogen ontvangen in Hem. Dan jubelen zij op dat moment met de apostel uit Efez. 2. "Hij is onze vrede". Vrede op grond van recht niet buiten het Goddelijke recht om, want dan is het een valse vrede, een ingebeelde.

Deze vrede is door recht verworven en wordt door recht verkregen, want dan is de ziel eerst rechtvaardig verloren gegaan. Dan smaken zij de vrucht, dat Hij voor hen de dood en hel heeft overwonnen, zodat de dood en de hel hen geen angst meer aanjagen. Dan zijn in die tijden de vurige pijlen des bozen geblust, zodat zij het gebrul der helse leeuw niet meer horen, noch der goddeloze tyrannen, maar mogen zij zoetjes aan voorttreden in Zijn kracht. Dan mogen zij in Hem het hoofd omhoog steken en de eerkroon dragen om alle bespotting, verachting en versmaadheid, zonder enige last te mogen doorstaan; waaronder zij anders krom en neergebogen gaan. Dan hebben zij in deze Plant van naam hun smader wat te antwoorden en mogen zij in Zijn vrolijk levenslicht wandelen. En anders kunnen zij in Advents- en Kersttijd en daarna zo in vreselijke donkerheden verkeren, in engtens en diepten nederliggen, met geen pen te beschrijven. O, dat de spotters zo op de been zijn van binnen "Waar is God die gij verwacht? " Als zij denken aan voorheen, hoe zij met de feesthoudende menigte mochten opgaan naar Gods huis, om Zijn lof te verkondigen. Welk een blijdschap brengt Zijn verwekking in het hart mee en welk een heerlijke geur verspreidt dan Deze Plant van naam. Die heerlijke geur vervulde de tempel toen de oude Simeon Hem in Zijn hart en armen mocht hebben en met hart en mond in de drieënige God der zaligheid mocht eindigen. Dan is alles licht, dan is het oude nieuw en mogen zij er nog wat nieuws bij ontvangen en dat alles in en door Hem. Dan is Zijn gehemelte enkel zoetigheid en al wat aan Hem is, is dan gans begeerlijk, in welke gedaante of heerlijkheid zij Hem dan mogen aanschouwen. Dan is Hij werkelijk voor hen een Plant van naam. Opdat moment mogen zij dan geloven, dat zij bij Zijn volk mogen horen, bij hen, waar onze tekst van zegt: "En Ik zal hun een Plant van naam verwekken". Wie zijn dat? Niet alle mensen. Niet alle belijders en rechtzinnigen, of dezulken die het altijd over de bevinding hebben, maar van de ware zielsbevinding en ware ontdekking en ontgronding een bittere vijand zijn. O, het zijn zij die opgezocht zijn in eeuwige liefde, zondaar voor God gemaakt, de grootste schuldenaar van heel de wereld, tegen wie hemel en aarde getuigt dat zij verdoemd moeten worden naar Gods heilig recht en het recht der wet, en wegens de ongehoorzaamheid aan het evangelie. Voor die radeloze, reddeloze God- en Christuszoekers, die Zijn gemeenschap niet kunnen missen,

wanneer het levendig is, smekende en zuchtende zijn in de eenzaamheid. Die wel eens met de herders Kerstfeest gevierd hebben en in Zijn wonderen hebben mogen delen zoals Hij die gedaan heeft na Zijn verwekking in Bethlehems stal, stormen gestild, ogen geopend, water in wijn veranderd, enz. Maar nu onder de disselbomen verkeren, door het wild gedierte verslonden denken te worden en met al hun dorheid zo menigmaal, biddeloosheid, moedeloosheid, lust en harteloosheid in de eeuwige nacht weg te zinken. Maar bij ogenblikken toch onder alle on- en wangestalten, onder stokebranden nederliggende uitzien naar deze Plant van naam, om Zijn heerlijke vrucht en geur te mogen genieten. Met al hun stank en onaangename geur der ongerechtigheid en eigengerechtigheid en totale verdorvenheid zuchtend tot God mogen zijn als de dichter: "Help ons, o God onzes heils, ter oorzake van de eer Uws Naams; en red ons en doe verzoening over onze zonden, om Uws Naams." Ps. 79. Opdat zij zouden mogen aanschouwen het goede der uitverkorenen; opdat zij zich mogen verblijden met de blijdschap Zijns volks; opdat zij zich beroemen met Zijn erfdeel. Ps. 106. Als Hij zo hun hart zal innemen dan mogen zij zich in die Plant van naam verlustigen en in de Gever tot zalige verheerhjking des Heeren. Wordt vervolgd.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 januari 1982

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Advent en Kerstmeditatie. V

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 januari 1982

De Wachter Sions | 8 Pagina's