Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Christen in volle wapenrusting. III

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Christen in volle wapenrusting. III

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

Voorts mijn broeders wordt krachtig in den Heere en in de Sterkte Zijner macht. Ef. 6 : 10.

Efeze 6: 10- 20.

Ten tweede: De Christen moet een bijzondere levenswandel hebben, en niet naar de wijze der wereld. Rom. XII : 1. Er wordt ons bevolen dezer wereld niet gelijkvormig te zijn, dat is: ons niet te voegen naar de bedorvene gewoonten der wereld. De Christen moet niet zo meegaand van aard zijn, dat hij aan het kleed zijner belijdenis een snit geeft naar de mode van het ogenblik of naar de smaak der lieden, die hem omringen, zoals de hoveling deed, die, toen hem gevraagd werd, hoe hij zijn ambt kon behouden in zulke veranderlijke tijden, wanneer de vorst des lands nu eens vóór, en dan wederom tegen het pausdom was, antwoordde, dat hij e salice, non ex quercu ortus was, dat is: dat hij geen harde eik was, maar een lenige waterwilg, die zich kon buigen naar de wind. Neen, de Christen moet vast staan voor zijn beginsel, en zijn gewoonten niet veranderen of wijzigen. Hij behoort door zijn heilig volharden in de waarheid te tonen, want landsman hij is. Aan hoe bitter een haat, aan wat strikken en gevaren wordt de Christen door dit bijzondere en eigenaardige van zijn bestaan en wandel niet blootgesteld! Sommigen zullen hem belachen en bespotten, zoals iemand bespot zou worden, die naar Spaanse mode gekleed, zich in onze straten zou vertonen. Aldus heeft Michal David beschimpt. Ja vanwege dit bijzondere in zijn wandel houdt de wereld de Christen voor een dwaas, en ik heb wel eens gedacht, dat dit de oorsprong is van de spotnaam, waarmede men een onnozele of een dwaas pleegt aan te duiden. Zo iemand, zeggen zij, is niets dan een "Abraham". Maar waarom een Abraham? Omdat Abraham gedaan heeft, wat door het vleselijk verstand - der wereld afgod - als een dwaasheid wordt bespot. Hij verliet een goede positie in zijns vaders huis om weg te trekken, zonder te weten waarheen, en een erfdeel te ontvangen, zonder te weten wanneer. En gewis ! alle de heiligen worden door de wereld als zulke dwazen gebrandmerkt. "Gij kent den man en zijn spraak, " zeide Jehu tot zijn metgezellen, die hem vroegen, waarom die onzinnige gekomen was, - en deze onzinnige was niets minder dan een profeet! 2 Kron. IX : 11. Nu is er moed toe nodig om de schande te kunnen verachten, die de Christen wegens dit eigenaardige te wachten staat. Schande is iets, dat door onze hoogmoedige natuur het meest verafschuwd wordt, en om er aan te ontkomen hebben zeer velen Christus niet openlijk durven belijden. Joh. VII : 13. Velen verliezen de hemel, omdat zij zich schamen om er in het kleed van de dwaas heen te gaan. En wederom: gelijk sommigen spotten, zullen anderen vervolgen, vervolgen tot de dood toe, en dat wel bloot en alleen, omdat de Christen in zijn beginselen en praktijken hun niet gelijkvormig is. Dat was de strik, dien men de drie jongelingen heeft gespannen. Zij moeten dansen naar Nebukadnezar's pijpen, of anders verbrand worden. Dat was het komplot gesmeed tegen Daniël, die zulk een onberispelijk leven leidde, dat zelfs zijn vijanden van hem moesten getuigen, dat er niets anders op hem viel aan te merken dan dit bijzondere van zijn godsdienst, Daniël V : 6. Het is een grote eer voor de Christen, ja ook voor de godsdienst zelve, wanneer al wat hun vijanden kunnen zeggen, hierin bestaan: "zij zijn zo nauwgezet, en willen niet doen wat wij doen". In zulk een geval nu, wanneer de Christen afvallig moet worden of anders de brandstapel beklimmen; het gebed moet nalaten of de prooi worden van de wrede tanden der bloeddorstigen, hoe zal dan het versaagd en wankelmoedig hart niet allerlei uitvluchten verzinnen, om zich aan het gevaar te onttrekken! De Christen, die zoveel tegenstand ontmoet, moet wel vast in het zadel zijner belijdenis zitten, want anders zal hij zeer spoedig van het paard geworpen worden.

Ten derde: De Christen moet de weg ten hemel blijven bewandelen te midden van de smaad, die op de wegen Gods wordt geworpen vanwege de afval en de zonde van valse belijders. Er zijn altijd mensen in de Kerk geweest, die door hun wangedrag en hun verkeerd oordeel een steen des aanstoods gelegd hebben op de weg der belijdenis, waarvoor zwakke Christenen zullen staan blijven, gelijk de mensen staan bleven voor het bloedend lichaam van A'sahel, 2 Sam. II : 22, niet wetende of zij wel één stap verder durven gaan, daar toch de zodanigen, wier gaven zij zozeer hadden bewonderd, daar aan hunne voeten in het bloed hunner verslagene belijdenis liggen te wentelen. Van ijverige belijders, die zij geweest zijn, worden zij nu wellicht heftige vervolgers; van nauwgezette waarnemers van de Godsdienst, zijn zij wellicht in Godloochenaars verkeerd, en gelijken nu niet méér op de mensen, die zij enige jaren geleden waren, dan de vallei van Sodom, (die thans een modderpoel is) gelijkt op hetgeen zij was, toen zij vanwege hare vruchtbaarheid een hof des Heeren werd genoemd. Wat wij nodig hebben is een heilig en vast besluit om aan zulke ontmoetingen het hoofd te bieden en niet te bezwijken, gelijk Jozua, die het beleefd heeft, dat het ganse leger van Israël, op slechts weinige uitzonderingen na, in opstand kwam, en in hun hart naar Egypte zijn teruggekeerd, terwijl hij toch onversaagd in zijn oprechtigheid heeft volhard, ja besloten had, om, al zou hij dan ook gans alleen moeten staan, de Heere te blijven dienen.

Ten vierde: De Christen moet vertrouwen op een God, die Zich terugtrekt, Zich verborgen houdt, Jesaja L : 10. "Als hij in de duisternissen wandelt, en geen licht heeft, dat hij betrouwe op de naam des Heeren, en steune op zijn God". Er is voorwaar een heilige stoutmoedigheid des geloofs toe nodig, om in Gods tegenwoordigheid te komen, gelijk Esther voor Ahasveros is verschenen, wanneer Zijn vriendelijk aangezicht ons niet bestraalt, en geen gouden scepter der belofte door de ziel kan worden bespeurd, waardoor zij de vrijmoedigheid zou kunnen erlangen om toe te treden, en voorwaarts te gaan met dit kloekmoedig besluit: "Wanneer ik dan omkome, zo kom ik om". Esther IV : 16. Ja meer, hij moet niet slechts vertrouwen op een God, Die Zich verborgen houdt, maar op een God, "Die doodt, " Job XIII : 15, niet slechts op God vertrouwen wanneer Zijn liefde is verborgen, maar wanneer Zijn toorn is ontstoken. Nu is het een zware en moeilijke zaak voor de ziel om in de gerustheid des geloofs tot God te naderen, terwijl Zijn toornige bUkken als vurige pijlen op haar af schijnen te komen, en hierdoor zal de moed des christens op de hoogste proef worden gesteld.

Zulk een onversaagde geest zien wij in die arme kananese vrouw, die de kogels opneemt, welke Christus op haar heeft afgeschoten, om ze met de ootmoedige stoutmoedigheid des geloofs tètug te werpen in haar gebed. ' ''''t-'i^

Ten vijfde: De Christen moet tot aan net einde zijns levens volharden in zijn Christelijke loop baan: zijn werk en zijn leven moeten tezamen verdwijnen van het toneel. Hierdoor wordt iedere ander moeilijkheid van des Christens roeping nog verzwaard. Wij hebben velen gekend, die naar de krijg zijn getogen en gedurende een of twee veldslagen het werk eens krijgsknechts wel hebben bemind, maar weldra kwamen zij terug, want er zijn slechts weinigen. die er op de duur tegen bestand zijn. Velen begeven zich zeer snel tot allerlei heilige zaken. Zij worden Hchtehjk overreed om de godsdienst te belijden, maar ook even snel weder overgehaald om die behjdenis te verloochenen; evenals de nieuwe maan, die gedurende het eerste gedeelte van de nacht een wéinig licht geeft, maar eer de nacht nog half ten einde is, van de hemel is verdwenen - schitterende belijders in hun jeugd, maar wier ouderdom in de zwarte duisternis van zonde en ongerechtigheid is gehuld. O! dat volharden is zulk een moeilijke zaak! Dat dagelijks opnemen van zijn kruis, dat bidden zonder ophouden, dat nacht en dag waken, dat nooit afleggen van klederen of wapenrusting, - ik bedoel: het niet toegeven aan onszelven, waardoor wij in het heilig dienen van God zouden verslappen en in het wandelen met God zouden vertragen. Dit is het wat menigeen bedroefd van Christus doet heengaan, en toch is het de plicht van de heilige om de godsdienst dagelijks in beoefening te brengen, zonder dat hij van het ene einde des jaars tot het andere vakantie hiervan kan nemen. Deze weinige voorbeelden kunnen volstaan om aan te tonen, hoe grote behoefte de Christen heeft aan vastberadenheid. Thans volgt de toepassing.

(Wordt vervolgd).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juni 1982

De Wachter Sions | 8 Pagina's

De Christen in volle wapenrusting. III

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juni 1982

De Wachter Sions | 8 Pagina's