Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

NUTTIGE SAMENSPRAKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

NUTTIGE SAMENSPRAKEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

van een heüzoekend leraar met zijn akkerlieden bij zijn gewone en buitengewone huisbezoeken.

EERSTE SAMENSPRAAK (vervolg)

Ter ontdekking van uiterlijke mondbelijders.

Leraar (vervolgt): Zie daar, mijn vrienden, een nadere beschrijving van de wezenlijke eigenschappen van het zaligmakende geloof en de krachtige uitwerking daarvan in het hart van de zondaar. Nu kunt u wel zien, dat het geen geringe zaak is, een gelovig christen te zijn, en dat er wat meer vereist wordt, dan een ongegrond en vermetel steunen op Gods genade en barmhartigheid. Het is hier niet genoeg zich in te beelden dat wij goede christenen zijn, omdat men met zijn ouders en voorouders de uiterlijke belijdenis van de religie voorgeeft of slechts te zeggen: Heere, Heere. Nee vrienden, nee; geloof en bekering is hier de boodschap, en wat daartoe vereist wordt heb ik u zoeven aangetoond. Hebt u daar nu wel enige ondervinding van? Opdat ik het voorgestelde nog eens kort herhale: Heeft er zich ooit een kennis van uw ellendigheid, een droefheid, een walging van alle zonden in uw hart opgedaan? Heeft u het besef van haar bittere gevolgen wel eens verlegen gemaakt? Heeft die verlegenheid uw harten doen hongeren en dorsten naar de gerechtigheid van de Heere Jezus ? Bent u daardoor gedreven om tot Hem uw toevlucht te nemen, om Hem aan te grijpen als de Rotssteen des heils, om u in Zijn liefdearmen te werpen, om uw geestelijke armoede, naaktheid, doem- en strafschuldigheid aan Hem te vertonen, te beklagen, te bewenen, met de zucht om al uw gebrek door Zijn algenoegzame genade te vervullen? Hebt u Hem gezocht tot uw rechtvaardigmaker, heiligmaker en volkomen Verlosser? Is het uw voornemen geweest en ook nog, om als verloste des Heeren te leven ? Tracht u derhalve die weg in te slaan, die de heilige genaamd wordt, die weg, die de verstandigen naar boven is? Verder, hebt u enige geloofswerkzaamheden in uw harten ondervonden? Ging het, en gaat het nog wel uit liefde tot God, als u Zijn liefde in Christus de doemwaardigen zag aangeboden? Als u Jezus liefde zo teder geopenbaard werd in het evangelie? Als u de liefde des Heiligen Geestes voor ogen kwam? Des Vaders liefde, in het vrije verkiezen; des Zoons, in het wonderlijk verlossen; des Geestes, in het bovennatuurlijk bewerken, in het wederbaren, in het heiligen van zo'n afschuwelijk monster, van zp'n kind des duivels, van zo'n samenknoopsel van ongerechtigheid, om hem met Zijn glans te beschijnen, om er Gods beeld weer in te herstellen, om het een nieuw leven te geven, om het in Gods verbond te heiligen, in te lijven, om het in Zijn zalige gemeenschap over te brengen, om het alle weldaden en vruchten der genade toe te passen en tevens met een eeuwige, met een onuitsprekelijke blijdschap te vervullen? Hebben al deze liefdevlammen uw koude harten wel eens aangestoken, uw genegenheden gaande gemaakt, en u tot een oprechte wederliefde ontvonkt? Om de Drieënige Verbonds-God met een gewillig hart te beminnen en aan te kleven; om Zijn wet, die een volmaakt uitdruksel van Zijn beeld is, in het binnenste van uw ingewand te dragen, om Zijn kinderen lief te hebben, daar zij uit Hem geboren en daarom Zijn geslacht zijn. Ja ook, om krachtens Zijn heilige wil en gebod, al uw naasten te beminnen als u zelf, om ze te behandelen, zoals de wet der liefde eist, en wij hierboven beschreven hebben. Wat zegt u van zulke ondervindingen?

Huisman: Wat zullen wij daar veel van zeggen, dominee? Wij eenvoudige mensen weten van zulke hoge dingen niet. Men hoort dat soms wel eens voorstellen en de catechisanten spreken er dikwijls van, maar men is onkundig, men kan ook allen geen catechisanten zijn en zich op dat leren zo niet toeleggen.

Leraar: Ik spreek immers niet van de catechisanten, maar ik vraag u of u dat wel ondervonden hebt?

Huisman: Ja, dat zou men althans hopen.

Leraar: Ik bid u dan, vrienden, omdat de zaak zo nauw uitgaat en de mens buiten geloof en bekering voor de hel en de eeuwige verdoemenis bloot staat, zegt mij toch iets van uw zielsgestalte.

Huisman: Ik kan u daar niet op antwoorden, dominee.

Leraar: Hoe, ik spreek toch geen duits, dat u mij niet verstaan kunt, of waar scheelt het aan? Ik vrees dat het een ganse verborgenheid voor u is, wat ik zo even voorgesteld heb en het blijkt mij haast uit uw spreken dat u nog weinig gevoel van uw ellende hebt. Het zou u anders wel meer ter harte gaan.

Huisman: Hoe, meent u dan dat wij als de beesten leven en dat wij met aan God denken?

Leraar: Die nog onbekeerd en ongevoelig is, die leeft als een beest, terwijl hij voor zichzelf en niet tot eer van zijn Schepper leeft, en daarom worden ook de natuurlijke mensen met beesten, ja soms met wilde beesten in Gods Woord vergeleken. Zie Jer. 8 : 6, daar de zondaar in zijn natuurstaat bij een onbesuisd paard en Hos. 4:12, bij een onhandige koe en Job 11 : 19 en Jer. 2 : 24 bij een woudezel wordt vergeleken. Ja, hij wordt nog slimmer geacht dan een os en ezel, omdat die hun bezitter nog kennen maar de natuurlijke mens kent die niet. Zo was Gods klacht over Israël Jes. 1 : 3. In Jer. 8 : 7 worden zij door de kraai, de tortelduif en de zwaluw beschaamd gemaakt. Vergelijk Ps. 32 : 9 en Amos 4 : 1. Ik zal meer zeggen. De goddeloze wordt zelfs door de wijste der koningen bij een brullende leeuw en beer vergeleken, Spr. 28 : 15. Omdat de natuurlijke mens, zo lang hij in de goddelijke waarheden geheel onkundig en ongevoelig blijft, niet beter als de heidenen is, mag men hem naar de stijl van Gods Geest ook billijk onder de naam van draak en struis voorstellen, zoals die volken die naam dragen, Jes. 43:20; 11: 7 en 35 : 7. Maar opdat mijn zeggen door de daad blijke, vraag ik of u wel enig gevoel hebt over uw zonden en ongerechtigheden?

Huisman: Ja, zou men geen gevoel over de zonden hebben? Daar heb ik hinder genoeg van, daar ben ik dagelijks wel degelijk mee verlegen. Ik weet wel dat wij arme schepselen zijn indien God ons geen genade bewijst.

Leraar: Hebt u dat gehoord of gelezen?

Huisman: Hoe, dat weet ieder immers wel, wat wonderlijke vraag is dat.

Leraar: Dat moest u niet geloven, dat elk dit wel weet. Daar zal veel aan ontbreken. Men zegt zowel in de gewoonte: wij zijn arme zondaars, slechte mensen, ellendige pelgrims enz. zonder recht gevoel van zijn zonden te hebben. Dus komt het hier op aan: dat wij weten hoe dat wij ellendig zijn, waardoor onze ellende veroorzaakt is geworden en hoe ver die zich uitstrekt. Denkt niet, vrienden, wanneer u dat lesje van zoeven opzegt: wij zijn zondige en ellendige mensen, zwakke schepselen, enz. of wanneer u over wereldse tegenheden bezorgd bent of uit een slechte gesteldheid van het lichaam met treurige gedachten vervuld bent, of door een overtuigd geweten voor Gods rechtvaardige toorn en voor het gevaar van eeuwige vuurvlammen vreest, dat zulke onsteltenissen een recht gevoel van zonde is. Niets minder dan dat. Deze bewegingen kunnen ons slingeren zonder dat men evenwel een rechte last van de zonde gevoelt.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 november 1982

De Wachter Sions | 8 Pagina's

NUTTIGE SAMENSPRAKEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 november 1982

De Wachter Sions | 8 Pagina's