Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het komen tot Christus.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het komen tot Christus.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

meditatie

"Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij . komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen. " Joh. 6 : 37.

IV

Zulk een ziel komt dan tot Hem als een radeloze om hulp, tot Hem gevloden en die zal Hij zeker ten Redder zijn. O, wat kan er in de ziel zich een honger en dorst openbaren naar die dierbare Persoon des Middelaars om zich Zijn eigendom te mogen weten op eeuwige rechtsgronden. Wat een honger en dorst heeft zulk een schuldige ziel naar die ene gerechtigheid die alleen redt van de dood. O, die zo tot Hem komen worden van al hun eigengerechtige godsdienst totaal uitgeledigd en hebben de beleving met smart dat zij in zichzelf maar een gans bedorven vat zijn. Zij kunnen dan ook onmogelijk geloven dat zij door Hem verzadigd zullen worden, gelijk Hij in de zaligsprekingen heeft gesproken: Zalig zijn zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid want zij zullen verzadigd worden". In dat komen tot Hem lijkt het soms menigmaal dat Hij hen afwijst gelijk wij lezen van de Kananese vrouw toen Hij tot haar zeide, of eigenlijk tot Zijn discipelen, hetwelk zij toch hoorde: Ik ben niet anders gezonden dan tot de verlorene schapen van het huis Israels". Matth. 15. Danhjkt het alsof Hij dezulken zal uitwerpen. Maar dan zullen Gods kinderen er achter komen, achteraf gezien, dat Hij hen met de andere hand naar Zich toetrekt tot hun grote verwondering. Maar hier getuigt Hij onbepaald wie hij ook zij, groot of klein, rijk of arm. Jood of Heiden, die zo als gans verloren en doemwaardige tot Hem komen die zal Hij geenszins uitwerpen. Zo horen we Hem dan ook spreken in Matth. 11 : 28: Komt herwaarts, tot Mij allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven". O, wat vinden dezulken de dood in alles inzichzelf buiten Hem om het leven in Hem alleen te vinden hetwelk is tot Zijn verheerlijking en Hem te aanschouwen in Zijn grote heerlijkheid. Dezulken geeft Hij hier dan ook de dierbare belofte dat Hij hen geenszins zal uitwerpen. Die belofte zal Hij aan dezulken ook zeker vervullen daar Hij de Waarheid is, en nooit bedrog noch onrecht in Zijn mond geweest is. Daar kunnen alle bekommerden, schuldige en heilbegerige zielen staat op maken want van Hem geldt ook: Zou Ik het zeggen en niet doen, spreken en niet bestendig maken ? " Dit moest juist zulke zielen die met zoveel schroom vervuld zijn, temeer uitlokken om met al hun ellende tot Hem te gaan.

Hij heeft Zelf op de laatste dag van het feest gezegd in Joh. 7 : 37: o iemand dorst, die kome tot Mij en drinke en die zullen door Hem niet afgestorven worden maar verzadigd met Zijn zalige gunst. Zo heeft de Heere ook al gesproken bij monde van de profeet Jeremia: Want Ik heb de vermoeide ziel dronken gemaakt, en Ik heb alle treurige ziel vervuld". Jer. 31 : 25.

Dus dat is hetzelfde als hier niet uitwerpen maar aannemen, behouden en krachtdadig bewaren tot het einde en hen in de eeuwige gemeenschap brengen. Wij lezen in Joh. 9 van de blindgeborene, dat hij door de Farizeeƫrs en Schriftgeleerden werd uitgeworpen uit de synagoge. Deze was door Jezus wonderlifk genezen en ziende gemaakt, doch zij wierpen hem uit onder voorwendsel dat hij geheel in zonden ontvangen en geboren was. Maar Christus neemt juist dezulken aan die in waar geloof tot Hem toevlucht nemen als de schuldigste en doemwaardigste in de beleving der ziel, al waren hun zonden als scharlaken en zo rood als karmozijn om hen te doen beleven dat Hij is de Springader des levenden waters. Dat in Zijn verdiensten alleen is genadige vergeving en uitdelging van alle schuld en reiniging van alle zonden. Alleen in Hem van alles waardoor men niet kan gerechtvaardigd worden door de wet van Mozes. Al waren zij lasteraars geweest en een vervolger als Paulus, al hadden zij zo goddeloos geleefd als een Manasse en een stokbewaarder, en zo vroom en godsdienstig als een Lydia, Hij zou hen geenszins uitwerpen. Uitwerpen wil eigenlijk zeggen iemand als een schandvlek uitstoten en met geweld uit zijn standplaats drijven. Zo lezen wij van Stefanus dat hij met geweld ter stad uitgeworpen is door de vrome Joden en gestenigd geworden. Hij zou hen naar recht kunnen uitwerpen, daar zij zichzelf in Adams bondsbreuk moed-en vrijwillig uitgeworpen hebben uit des Heeren zalige gemeenschap door eigen schuld. Dat zal zulk een mens van harte beamen, ja van harte aanvaarden en met zijn bloed wel willen ondertekenen, niet anders waardig te zijn en verdiend te hebben. Maar ziet hier nu het eeuwige wonder van soevereine hefde dat Hij Zijn vleugelen van liefde en gerechtigheid over hen uitbreidt en voor zulk een ziel is een verberging en Schuilplaats in het heetst gevaar. Tegen de toorngloed van de almachtige rechtvaardige Rechter, tegen de vloekspraken der heilige wet, tegen hun oneindige hemelhoge schuld, tegen de poorten der helen aanvallen van de vorst der duisternis. Geenszins uitwerpen om hen te doen smaken door het geloof, daar Hij dan geheel hun hart inneemt, de zalige goederen

Vervolg op bladz. 173

meditatie (vervolg)

van het Koninkrijk Gods, gerechtigheid, vrede en blijdschap door de Heilige Geest.

Dat is dan als koren hetwelk de jongelingen, en de most hetwelk de jonkvrouwen sprekende maakt. O, dan mogen zij delende in Zijn gunst, liefde en vrede zeer vrolijk zijn in de Heere en zich verheugen in de God huns heils. Dan mogen zij in Zijn omhelzingen delen hetwelk voor zulk een verloren ziel zulke zalige omhelzingen zijn dat zij in verwondering in het niet wegzinkt. Dan is de verlossing alleen maar door Hem naar des Vaders welbehagen, en op grond van recht smaken de zalige vergevende liefde des Vaders, door de zalige toepassende bediening des Heiligen Geestes. Is dit woord dan niet voor schuldige, boetvaardige en missende zondaren als een dronk koud water voor een vermoeide ziel. Het zijn dus dezulken die tot Hem komen en geenszins uitgeworpen zullen worden, die zeer benauwd van hart zijn, die een schuldeiser hebben en die bitterlijk bedroefd van hart zijn. Maar Jezus spreekt dit woord met zoveel klem dat dit hun troosteloze, heftig bestredene ziel, moet opbeuren en alle bekommeringen moet doen verdwijnen. Ziet naar de Kananese vrouw. Hij heeft haar toch geenszins uitgeworpen, maar verhoord, aangenomen en in Zijn gunst doen delen. Zij heeft toch gezegd: a Heere, waardig om eeuwig als een vervloekte uitgeworpen te worden en kwam zij als een hond onder de tafel. En dat was precies het uur van haar verlossing door Hem. O, wat een aanspraak kreeg zij te horen. "Toen antwoordde Jezus en zeide tot haar: , vrouw, groot is uw geloof; u geschiedde gelijk gij wilt. En haar dochter werd gezond van diezelve ure". O, wat mag zulk een ziel voor dat ogenblik een zalige vrede, vreugde en blijdschap smaken, uitroepende "Uwe uitnemende liefde is beter dan de wijn". Wat een zalige geloofsgemeenschap mag zulk een ziel daar ondervinden, en dat door zulk een die eeuwig rechtvaardig vervloekt moet worden omdat God Zijn recht eeuwig moet handhaven. O, dat eeuwige wonder waar de ziel daar een wijle tijds in mag delen, de lasteringen der hel in haar binnenste gestild, de kracht des ongeloofs verbroken en in zalige geloofssamenspreking met Hem te verkeren in de binnenkameren. Dan komt openbaar dat Hij juist met zulken gemeenschap wil oefenen en daar Zijn bloed voor gestort heeft tot voldoening aan Gods recht, tot verzoening voor hun zonden. O, die zalige vrijheid en hemelse blijdschap in en door Hem. Zie daarin vervult Hij Zijn werk door de Vader Hem opgedragen, dat Hij gewillig is te doen, want dit is een getrouw woord en aller aanneming waardig, dat Hij in de wereld is gekomen om zondaars zalig te maken, ja de voornaamste. 1 Tim. 1 : 15. Dan ondervindt Gods volk zalig dat Hij hen onmogelijk kan uitwerpen. Zij zullen daar ook leren dat Hij hen niet behoeft uit te werpen daar Hij de Almachtige is en heerschappij heeft over alles, hoe verdoemelijk dat zij ook zijn. In Hem is een algenoegzaamheid van verdiensten en Hij kan volkomen zalig maken allen die door Hem tot God gaan. Hebr. 7 : 25. De ziel zal daar in die ure juist leren dat het Hem niet ontbreekt aan macht en Wil, dat Hij is een almachtige Zaligmaker, een getrouwe Zaligmaker en een gewillige Zaligmaker. Zou Hij dezulken kunnen uitwerpen, die door Hemzelf door Zijn Geest krachtdadig geroepen zijn ? Die Hij door Zijn Geest met dat waarzaligmakend geloof begiftigd heeft, hetwelk het merkteken is der uitverkorenen ? Hij kan en wil degenen die Hem van de Vader gegeven zijn niet wegzenden, die alzo tot Hem komen en Zijn vertroostingen niet onthouden. O, wonderlijke en Goddelijke en hemelse liefdesomhelzingen. Als Hij hen zou uitwerpen, dan zou Hij Zijns Vaders eigen werk afslaan en deszelfs gave onrechtmatig verwerpen.

Wordt vervolgd.

O.V.B.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 januari 1983

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Het komen tot Christus.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 januari 1983

De Wachter Sions | 8 Pagina's