Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lijdensmeditatie IV.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lijdensmeditatie IV.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

meditatie

Tekst: esaja 53 : 4 en 5.

Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op Zich genomen en onze smarten, die heeft Hij gedragen; doch wij achten Hem, dat Hij geplaagd, van God geslagen en verdrukt was. Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld, de straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden.

Daar lezen wij immers: „Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden".

O, alleso ver klimmende liefde, wij hebben de schuld gemaakt, en zijn waardig om voor eeuwig verstoten te worden. Als dat ingeleefd wordt, dan houdt het redeneren op en gaat het wonder zich ontsluiten, dat de hemel nog dekt, en de aarde noch draagt. Dan roept de ziel wat uit: „O Heere, wat is het toch een wonder dat U mij nog niet zat geworden bent. O, wat besla ik toch nutteloos de aarde. Heere wat zal het toch een wonder zijn als het eens anders mag worden. O, wat benL^k toch weinig tot Uw eer, ja het zal een wonder zijn als ik ooit wel eens tot Uw eer geweest ben". O, dat met smart inleven dat wij nu van ons zelf niet meer tot Gods eer kunnen zijn. Maar dan ook des te groter wordt het wonder als de Heere tot zulk een ziel gaat spreken dat er nu uit haar nooit meer vruchten voort kunnen komen die Gode behage, maar dan daartegenover: „En wist gij niet dat Ik moest zijn in de dingen Mijns Vaders? " Dan gaat de Borg Zijn werk verklaren van uit de stilte der nooit begonnen eeuwigheid. Wie zal met zijn hart Borg worden, om tot Mij te genaken? Toen zeide Ik: „Zie Ik kom!" Daarom is het Gods volk, hetgeen wij in onze tekst lezen: „Maar Hij is om onze over­ tredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld".

Voor zulken, die de overtredingen en de ongerechtigheden krijgen over te nemen en zichzelf de vervloeking hebben waardig gemaakt. Die houden ook geen penninkje over om te betalen. Dan wordt het sterven en geen gerechtigheid om te kunnen bestaan. Maar dan is ook het ogenblik niet te vergeten, dat men zo vlak voor God mocht invallen en Gode recht en gerechtigheid toe mocht schrijven in het straffen der ongerechtigheid. O, dat vlak vallen met die heerlijke deugden Gods. Ja, dan is God recht in alles wat Hij doet. Maar op dat ogenblik, ontsluit zich het wonder der Goddelijke genade; „Maar Hij is om onze overtredingen verwond, en om onze ongerechtigheid en is Hij verbrijzeld".

De wet is overtreden en het verbond verbroken. Zo zijn wij gewillige slaven van de vorst der duisternis geworden. Het Verbond verbroken, zich gebracht in een staat van vijandschap, dood en doemschuld. En om nu dezulken te verlossen, is Hij verwond, en opdat de ongerechtigheid op een dag zal worden weggenomen, is Hij verbrijzeld. O, zie Hem daar staan voor het gestoelte van Kajafas de hogepriester op het heilig aangezicht geslagen, omdat Hij beleed, de Zoon des levenden Gods te zijn. Van Adam lezen wij in het geslachtsregister dat hij de zoon van God was en dat krachtens volmaakte schepping. Maar, deze zoon heeft beschaamd gemaakt door zijn Schepper te verlaten en te onteren door zich van God los te scheuren. En zo is hij in plaats van een Godlover een Godslasteraar geworden. En om nu die zware schuld weg te nemen, moest de Middelaar als een Godslasteraar worden geslagen en uitgeworpen. Zijn heilige mond ontsloot zich in dat gericht, om Zijn Vader te verheerlijken en Hem ere te geven. En daartoe werd Hij bespogen, om de goddeloze laster van Zijn volk te verzoenen, en te verwerven, dat nu door de toepassing van Zijn gerechtigheid, de mond Zijns volks zal worden geopend om des Heeren lof te verkondigen. Welk een onuitsprekelijke liefde wordt hier geopenbaard tot de ere Zijn Vaders en tot de zaligheid van Zijn volk. Want immers, zo zwaar was de toorn des Heeren over de zonden, dat de Borg geheel verbrijzeld moest worden. Hij moest zonde gemaakt worden om Zijn volk van de schuld en smet der zonden te kunnen verlossen. En door lijdelijke en dadelijke gehoorzaamheid, een eeuwige gerechtigheid aan te brengen. moest Hij ook hier in het lijden in Zijn drie ambten verklaart worden als de ware en zuivere van de Vader verordineerde Borg. De zonde heeft de mens vervloekt gemaakt en daarom moest Christus een vloek worden, en een vervloekte dood sterven. O, hoe wordt hier het Lam vervolgd ter dood toe, want immers Hij is dat Lam dat de zonden der wereld wegneemt. Rusteloos werd de Heere voortgesleept. Van Kajafas naar Pilatus, van Pilatus naar Herodes en van daar weer naar Pilatus en ten slotte naar de kruisheuvel Golgotha. Door de zonde is alles als een voortgedreven zee geworden, rusteloos slijk en modder der ongerechtigheid opwerpende. Daarom moest de Middelaar klagen: „Ik ben gezonken in grondeloze modder waar men niet kan staan, Ik ben gekomen in de diepte der wateren, en de vloed overstroomt Mij". Welk een diepe smaad werd Hem aangedaan. Zijn heilig aangezicht geslagen en bespogen. Zijn liefde tegengestaan door dodelijke haat. O, wat is de mens toch geworden door de zonden. En wat is er toch weinig een ware smartelijke inleving van de zonden waardoor men zich zelf onder de vloek en het oordeel gebracht heeft. Wat wordt het dan toch een eeuwig wonder voor een waarlijk ontdekte ziel, dat de Middelaar niet alleen een vloek móést worden, krachtens Zijn eeuwige Borgstelling, maar het ook wilde worden, uit eeuwige liefde tot de deugden Zijns Vaders. Hoe gewillig kwam Hij, springende op de bergen, en huppelende op de heuvelen, het was Zijn lust en heilig vermaak. Zijns Vaders ere te verhogen. „De ijver van Uw huis heeft Mij verteerd". En opdat het recht der wet vervuld zou worden, in ons die geloven, moest Hij naar de wet sterven, veroordeeld zijnde door de wet. En alzo is de wet door God verzoend. Opdat kinderen der vervloeking, en des doods schuldig in zichzleven, door Hem genadig zouden worden aangenomen.

Hij heeft de straf gedragen, de schuld der Zijnen wegggenomen, opdat de vrede kon geschonken worden en de kloof tussen God en de uitverkoren zondaar weggenomen. O, diepten des rijkdoms beiden der wijsheid en der kennisse Gods, hoe ondoorzoekelijk zijn Zijne oordelen en hoe onnaspeurlijk zijn Zijne wegen. Brandoffers en offer voor de zonde hebben U niet behaagd; Hebr. 10:6. En dan lezen wij in het 9e vers: , Toen sprak Hij zie Ik kom om Uw wil te doen o

Vervolg op bladz. 235

meditatie (vervolg).

God! Hij neemt het eerste weg om het tweede te stellen". Hoewel de offeranden onder het oude verbond heenwezen naar het volmaakte offer van de Middelaar, waren zij toch onvolmaakt. De stromen bloeds van stieren en bokken, konden op zich zelf niet één zonde wegnemen. Daarom zegt de Apostel: „Hij neemt het eerste weg om het tweede te stellen". Moesten de priesters alle dagen dienen en vele offeranden offeren die toch de zonden niet konden wegnemen. Deze grote Hogepriester één slachtoffer geofferd hebbende voor de zonde, is in eeuwigheid gezeten aan de rechterhand Gods. Van Hem zal het ten volle gelden: „En geheiligd zijnde, is Hij allen die Hem gehoorzaam zijn, een oorzaak der eeuwige zaligheid geworden. Nu, zulk een Hogepriester betaamt ons, heilig, onnozel, onbesmet, afgescheiden van de zondaren, en zoveel hoger dan de hemelen geworden. Buiten het werk van die Hogepriester, en de genadige toepassing des Heiligen Geestes komt men niet tot de zaligheid. Laat ons daarom nu nog zien, welk een gezegende vrucht het lijden van de Middelaar afwerpt voor Zijn uitverkoren volk in onze 3e gedachte.

Wordt vervolgd.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 1984

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Lijdensmeditatie IV.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 1984

De Wachter Sions | 8 Pagina's