Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terzijde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terzijde

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wederkeer

De vaders der Afscheiding hebben er recht op, om geoordeeld te worden naar hun eigen papieren. Het gronddocument van de afscheiding is de „Acte van Afscheiding of Wederkeering", waarmee Ds. De Cock en zijn gemeente te Ulrum zich op 13 oktober 1834 losmaakten van het landelijke Hervormde Kerkbestuur.

In dit stuk wordt eerst gesproken over „het bederfin de Nederlandsche Hervormde Kerk, zoo wel in de verminking of verlochening van de leer onzer vaderen gegrond op Gods woord, als in de verbastering van de bediening der Heilige Sacramenten naar de verordineering van Christus in zijn woord; en in het bijna volstrekte verzuim der kerkelijke tucht".

Dan wordt gewezen op „de hoogst onrechtmatig en ongoddelijke schorsing van onzen algemeen geliefden en geachten Herder en Leeraar; ten gevolge van zijn openbaar getuigenis tegen de valsche leer en verontreinigde openbare Godsdienstoefeningen; Stü en kalm heeft de gemeente zich met hunnen Herder en Leeraar tot hiertoe gedragen, onderscheidene allerbillijkste voorstellen werden gedaan en door onzen Herder en Leeraar en door de overige Opzienderen der gemeente, meermalen werd onderzoek en oordeel op grond en naeir Gods woord gevraagd doch alles te vergeefs; classicale Provintiale en Sinodale Kerkbesturen hebben dit allerbillijkste verzoek geweigerd, en integendeel gevorderd, berouw een leetwezen zonder aanwijzing van misdrijf uit Gods Heilig woord, en onbepaalde onderwerping aan Sinodale regelmenten en voorschriften, zonder aanwijzing dat die op Gods woord in alles gegrond zijn, daardoor heeft nu dit Nederlandsche Kerkbestuur zich gelijk gesteld aan de door onze vaderen verworpene Paapsche Kerk".

Het is een kras oordeel, dat hier door De Cock en de zijnen over de kerkbesturen gegeven wordt, maar is het ook een onjuist oordeel? Wie het voorgaande met aandacht gelezen heeft, zal het onmogelijk onjuist kunnen noemen. Immers, daar schrijven zij dat zij het zelf ervaren hebben, in hun strijd met de kerkbesturen, dat het beroep op Gods Woord werd afgewezen en alleen „onbepaalde onderwerping aan Sinodale regelmenten en voorschriften" werd geëist, waardoor, gelijk zij vervolgen, „Gods woord wordt verworpen of krachteloos gemaakt door kerkelijke wetten en besluiten".

Dan verklaren zij tenslotte „geen gemeenschap meer te willen hebben, met de Nederlandsche Hervormde Kerk, tot dat deze terug keert tot de waarachtige dienst des Heeren en verklaren tevens gemeenschap te willen uitoefenen met alle ware Gereformeerde ledematen, en zich te willen vereenigen met elke op Gods onfeilbaar woord gegronde vergadering, aan wat plaatze God dezelve ook vereenigd heeft".

Men ieze en herleze de laatste volzin. Is dat de taal van mensen die weglopen in eigengerechtigheid ?

De Cock heeft niet gebroken met de vaderlandse kerk. Hij heeft gebroken met de besturenorganisatie die haar 18 jaar tevoren door de wereldlijke overheid was opgelegd, teneinde zo juist tot de praktijk van de kerk der vaderen weder te kunnen keren. Hij heeft gehoopt, dat alle ware Gereformeerde ledematen zijn voorbeeld zouden volgen.

Wat zijn het gulden woorden - in dat gronddocument van de Afscheiding - zo voluit Schriftuurlijk en geheel in de lijn van de gereformeerde vaderen, in de lijn van Calvijn, maar niet minder ook in de lijn van Bogerman en de mannen van de Dordtse SjTiode: „En verklaren tevens gemeenschap te willen uitoefenen met alle ware Gereformeerde ledematen, en zich te willen vereenigen met elke op Gods onfeilbaar woord gegronde vergadering, aan wat plaatze God dezelve ook vereenigd heeft".

Wanneer wij met kracht de onware beschuldigingen aan het adres der Afscheiding zoals die ook onlangs weer gedaan zijn, afwijzen, ontslaat ons dat niet van de plicht tot een ernstig zelfonderzoek: in hoeverre leeft wat de vaders der Afscheiding daar begeerden en plechtig beloofden, nog onder ons?

Wie De Cock en de zijnen een weglopen in eigengerechtigheid verwijt, doet hen schromelijk onrecht. Maar wie in dit gedenkjaar de Afscheiding wèl wijst en prijst als een daad van breken met wat in strijd was met Grods Woord, maar daarbij niet tegelijk die gulden woorden beseft, doet hen óók schromelijk onrecht!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 april 1984

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Terzijde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 april 1984

De Wachter Sions | 8 Pagina's