Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods toorn en de schepping.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods toorn en de schepping.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na de val sprak de Heere tot Adam: zo zij het aardrijk om uwentwil vervloekt; en met smart zult gij daarvan eten al de dagen uws levens. Ook zal het u doornen en distelen voortbrengen". De betekenis van die woorden heeft Adam zijn leven lang moeten ondervinden. Ook zijn vrouw Eva heeft deze ontzaglijke vloek moeten ervaren. En ook al hun nakomelingen tot op de dag van heden. Hoe wordt op de aarde des morgens de klacht gehoord: ch, dat het avond ware. En des avonds: ch, dat het morgen ware. Deut. 28:67. Zijn onze dagen niet als de dagen van een dagloner ? Voor hoevelen vernacht des avonds het geween, zonder dat er des morgens gejuich is? De oorzaak van al deze smarten ligt in onze zonden.

Er is geen mens voor wie de aarde de doornen en distelen niet voortbrengt. Dat komt omdat de aarde vervloekt is. Maar dan is het wel nodig goed toe te zien wat of er staat. Want er staat, dat zij om onzentwil vervloekt is. De aarde heeft niet gezondigd, maar wij. De aarde is, zo zegt Calvijn, in haar eigen aard gezegend. En indien wij mensen vanwege onze zonden niet vervloekt waren, zo zou zij nog gezegend zijn en deze zegen zou een ieder ontvangen. Maar nu zijn we de voorwerpen van Zijn toorn. Buiten zaligmakende genade geldt van ons allen: „Vervloekt zult gij zijn in de stad, en vervloekt zult gij zijn in het veld. Vervloekt zal zijn uw korf, en uw baktrog".

Deut. 28 : 16. En in deze bedeling zal Gods

kerk de vruchten van de vloek vanwege onze zonden blijven ervaren. Daarom riep Mozes uit: Want wij vergaan door Uw toorn; en door Uw grimmigheid worden wij verschrikt". Ps. 90 : 7. Die toorn openbaart zich ook in de natuur. Regen en droogte, koude en hitte kunnen ons tegen zijn. Er gaat een sprake van God uit, als Hij Zijn hand ten kwade uitzendt in onweer en aardbeving, in storm en in het geweld der baren.

Als dus de aarde vervloekt is, is die op een geheel andere wijze vervloekt, dan wij vervloekt zijn. Wij zijn om de veelheid onzer zonden en onze inklevende verdorvenheid vervloekt. De aarde en al wat daar op is, is zelfs in de vloek de Schepper gehoorzaam in het vertonen van die aan ons. Calvijn zegt bij Rom. 8 : 21: Hieruit mag men voorwaar bedenken, hoe gruwelijke vervloeking wij verdiend hebben, omdat alle onschuldige schepselen van de aarde tot de hemel de straf onzer zonden dragen. Want dat zij onder de verderfelijkheid arbeiden, dat is door onze schuld. Alzo is de verdoemenis van het menselijke geslacht de hemel en de aarde en alle schepselen ingedrukt".

Het is de mens eigen om, als hem verdriet en slagen treffen, zijn troost te zoeken. Helaas meestal niet op de plaats, waar de rechte troost te vinden is. Velen vleien hun ziel met een leer naar de mens. Het is blijkbaar veel mensen aangenaam als zij horen, dat de aarde verzoend is. Op de aarde, zo zegt men dan, is het kruis van Christus opgericht en nu is deze gered. Een voorbeeld daarvan is van Ruler. Die sprak over de kosmische (dat wil zeggen: eelalomvattende, B.) krachten van Christus' opstanding. Al te graag verklaart men ook teksten als bijvoorbeeld 2 Cor. 5 : 19: God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende", in die richting. Er zijn er nog heel wat die dergelijke gedachten hier en daar hebben opgedaan. Dat die leer ook al dicht bij ons een goed onthaal vindt, kunnen we lezen bij J. Vreugdenhil, Onze geloofsleer, 1966, blz. 128: Christus heeft ook de schepping verzoend en hersteld. (Jes.ll : 6, 7 en 8)". We hebben gezocht naar dergelijke uitspraken bij onze vaderen, maar konden ze niet vinden. Maar misschien zijn er lezers beter op de hoogte. Velen vinden het toch blijkbaar aantrekkelijk zo algemeen te horen, dat Christus ook de aarde heeft verzoend. Voor het tijdelijke leven zou dan ieder de vruchten van Christus' bitter kruislijden mogen genieten. Het is echter een ijdele grond van troost. Want zonder dat de vloek om der zonde wil van ons persoonlijk om de verdiensten van Christus' wil wordt weggenomen, is ook de vloek in al hetgeen rondom ons is voor ons niet weggenomen.

We zien, dat J. Vreugdenhil verwijst naar Jes. 11:6, 7 en 8. Daar lezen we: En de wolf zal met het lam verkeren, en de luipaard bij de geitenbok nederliggen, en het kalf en de jonge leeuw en het mestvee tesamen, en een klein jonksken zal ze drijven. De koe en de berin zullen tesamen weiden; haar jongen zullen tesamen nederliggen, en de leeuw zal stro eten gelijk de os. En een zoogkind zal zich vermaken over het hol van een adder; en een gespeend kind zal zijn hand uitsteken in de kuil van de basilisk". Een soortgelijke tekst is Jes. 65:25: De wolf en het lam zullen tesamen weiden, en de leeuw zal stro eten als een rund, en stof zal de spijs der slang zijn; zij zullen geen kwaad doen noch verderven op Mijn ganse heilige berg, zegt de Heere". Het zijn beelden, die we kunnen toepassen op de herstelde schepping. Maar een belangrijke vraag is, of dat ook de bedoeling is van de Heilige Schrift op die plaatsen. Wat dat betreft mogen we ons toch altijd verheugen, dat we zulke uitnemende kanttekeningen hebben op de Statenvertaling. De kanttekenaar verklaart ze zo, dat kwade en woeste mensen, uit jood en heiden, door de prediking van het Evangelie en de kracht van Gods Geest, met liefde en zachtmoedigheid zullen worden aangedaan. Het is nuttig om dit eens na te lezen.

Er behoeft dus voor de schepping geen verzoening te worden gedaan, zoals voor de doemwaardige mens. Christus heeft al de gegevenen des Vaders, al de uitverkorenen, door Zijn lijden en dood met God verzoend. Die verzoening maakt Hij hen door Zijn Geest en Woord deelachtig. Dan wordt voor hen, maar dan ook alleen voor hen, ook in beginsel de vloek van de aarde weggenomen. In Hos. 2:17a staat: En Ik zal te dien dage een verbond voor hen maken met het wild gedierte des velds en met het gevogelte des hemels en het kruipend gedierte des aardbodems". Van deze woorden zegt Calvijn: Als God dus tegen ons is, dan moet alles tegen ons zijn. Want omdat God te beschikken heeft over alle schepselen en ze in Zijn hand heeft, wapent Hij ze tegen ons, wanneer het Hem goeddunkt. Maar wanneer Hij ons genadig is, dan maakt Hij ook, dat alles wat in de hemel en op de aarde is, aan ons welzijn dienstbaar wordt gesteld". De bekende G. Hutcheson zegt: Al de schepselen Gods staan in een rechtvaardige vijandschap tegen de mens, als ook gewapend tegen hem, zolang hij niet met Zijn Schepper verzoend is". En even verder: De verzoening met God brengt de vrede aan met alle schepselen, in zoverre het ten nutte strekt van degenen, die verzoend zijn".

Als we in Job 5 : 23 lezen: Want met de stenen des velds zal uw verbond zijn en het gedierte des velds zal met u bevredigd zijn", dan zegt M. Henry daar zo van: dat er, als zij verzoend zijn met God, een verbond van vriendschap zal zijn tusen hen en de gehele schepping". En bij W. a Brakel

(36-9-5) lezen we: „Vrede met God, vrede met alle schepselen behalve de duivelen; met zon, maan, sterren, wolken, regen, hagel, vuur, zilver, goud, wild en tam gedierte, alles knikt hun liefelijk toe en 't schijnt of het alles hun toelacht, en gereed is tot hun hulp".

Welk een wonder voor een volk, dat daar iets van krijgt te beleven. Maar dan is er ook een tijd geweest, dat de aarde moede was om hen te dragen, omdat al het geschapene moest zuchten vanwege het misbruik, dat wij maken van Gods gaven. We kunnen dus wel dromen van een verzoende aarde, maar het komt er voor een ieder maar op aan of we Christus als een Verzoening voor onze zonden hebben leren kennen. Alleen voor dat volk zijn alle dingen gezegend en ze mogen wel eens uitzien, naar de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, waarop gerechtigheid wonen zal.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 1984

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Gods toorn en de schepping.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 1984

De Wachter Sions | 8 Pagina's