Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dankdagtijd. V.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dankdagtijd. V.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

meditatie

Ga heen, Mijn volk, ga in uw binnenste kamers en sluit uw deuren na u toe; verberg u als een klein ogenblik, totdat de gramschap overga. Want zie, de Heere zal uit Zijn plaats uitgaan om de ongerechtigheid van de inwoners der aarde over hen te bezoeken; en de aarde zal haar bloed ontdekken en zal haar doodgeslagenen niet langer bedekt houden. Jesaja 26 : 20 en 21.

O, aanmerkt toch des Heeren Woord. De eerste week van deze maand, hebben wij weer een van Gods knechten grafwaarts gedragen, welke op zeer hoge leeftijd ons is ontvallen. Weer een bidder minder hier beneden, - maar een lover meer daar boven. Onder zeer grote belangstelling heeft zijn begrafenis plaats gevonden, en de Heere heeft er nog getuigenis aan gegeven. Gods ware knechten, mochten met opening hun werk doen. En er was nog een volk onder ons op die dag, dat bij droefheid, blijdschap mocht smaken. In Ederveen hebben ze misschien wel gedacht: wat is dat toch voor een volk wat daar door de woestijn trekt? Ja, dat is toch een wonderlijk volk, die zijn soms innerlijk verblijd, op een begrafenisdag. Och, gel.: „De wereld kent en mint mij niet, maar ik haar nog veel minder. En of men mij een stijfkop hiet, het maakt mij nog gezwinder". Dan is de ziel wel eens verblijd door de ontsluiting van de waarheid, in de God der Waarheid. Dat kent toch de wereld en de nabijkomende godsdienst niet hoor; Dat is toch dat mistieke, verborgen leven dat uit en door God is hoor. Maar nu zien we toch ook door het sterven van Gods volk en knechten, en aan het feit, dat er zo weinig meer in Sion geboren worden, dat het oordeel doorgaat. Wat doet de zuivere waarheid toch weinig kracht meer. Wij vrezen dat de tijd in vervulling zal gaan, dat hetgeen waar onze tekst van spreekt, zal worden uitgevoerd. De ongerechtigheid bezoeken. Over Nederland.

Over de gehele aarde. O, welk een vreselijk oordeel staat ons toch te wachten. De Heere zal niet zijn als een versaagd man, o neen, de kerk rOept er van uit: Aanmerkt-, gij onvernuftigen onder het volk, en gij dwazen, wanneer zult gij verstandig worden? Zou Hij, Die het oor plant, niet horen ? Zou Hij, Die het oog formeert, niet aanschouwen? Zou Hij, Die de heidenen tuchtigt niet straffen? Hij, Die den mens wetenschap leert? " Psam 94 : 8 t/m 10.

De zonden zullen bezocht worden. Zonde is geen zonde meer. Maar de Heere zal er eenmaal op terug komen. Hij zal toch Zijn wet, welke zo moedwillig en snood wordt overtreden, in het licht stellen. Zijn Woord, zo vreselijk veracht, verkracht en verdraaid, daar de leer van Bileam wordt onderhouden, en een aanstoot wordt voorgelegd, op zandgronden gebouwd, arme zielen naar de bloemhoven gejaagd worden, de breuk op het lichtst geheeld. Ja, er een algemeen geroep is: „Vrede, vrede, en geen gevaar." En dan niet te beseffen, dat een haastig verderf ons zal gaan overkomen. De ongerechtigheid over hen bezoeken dat wil toch wat zeggen. Vloeken, , liegen, stelen, moorden, echtbreken, hoererij, enz. Waar zullen we beginnen en waar eindigen. God zal er een eind aan gaan maken. Hij getuigt er Zelf van: „Dan zal Hij op den goddeloze regenen, strikken, vuur en zwavel, en een geweldigen stormwind zal het deel huns bekers wezen." Daarom, zien-wij in onze derde gedachte:

Een gewisse volvoering van het oordeel.

Want onze tekst zegt ons verder: „En de aarde zal haar bloed ontdekken, en zal haar doodgeslagenen niet langer bedekt houden".

Er is al wat bloed vergoten, openbaar en verborgen, heilig en onheilig bloed. Vanaf Abel tot nu toe, hebben er stromen bloeds gevloeid.

En nu moet ik er u eerst op gaan wijzen, dat er ten eerste Jieilig bloed gevloeid heeft op aarde. Het dierbare bloed van de Middelaar. Hij is dat ware en volmaakte Offerlam geweest. Dat van eeuwigheid Zichzelf heeft Borg gesteld, om Zijn uitverkorenen te verlossen door Zijn bloed en gerechtigheid. In de volheid des tijds gekomen, is het zwaard van Gods recht tegen Hem ontwaakt. Hij is afgesneden uit het land der levenden, omdat de plage Zijns volks op Hem geweest is. Zijn bloed is op de aarde vergoten, opdat het recht der wet in Hem vervuld zou worden, en Hij de schuld Zijner uitverkorenen op één dag zou wegnemen. Maar zo is Hij ook de enige en ware Fontein der zaligheid voor Zijn volk. Maar voor de onbekeerden, die het bloed van Christus onrein geacht hebben, zal dat bloed eens ontdekt worden, tot hun eeuwige schande. O, het zal toch wat zijn onder de verkondiging van dat dierbare bloed verkeerd te hebben, en een leven lang gehoord, dat er in dat bloed vergeving is voor een ellendige en verdoemelijke zondaar in zichzelf. Men zal nu nooit kunnen zeggen, dat er geen Bloedfontein was, waarin de vuilste zondaar gewassen kon worden. Maar dan zal men wel eeuwig weten, wat het zeggen wil; op zo grote zaligheid geen acht geslagen te hebben. Wij hebben verkiezing en verwerping recht te prediken en de souvereiniteit Gods te handhaven in de prediking, maar de mens zal eeuwig weten wat hij in het Paradijs gedaan heeft. Gelukkig degenen die dat hier mèt smart mag leren inleven. Die krijgen juist dat dierbare bloed nodig tot hun behoudenis. Weet het toch dat de mens buiten dat bloed voor eeuwig verloren is. Neen, de schuld is niet te bedekken met een tekstje of een versje, en een vroom godsdienstig jasje. Een gemoedelijke godsdienst, is te licht bevonden in de > veegschaal van Gods heilig recht. Alleen het bloed van Jezus Christus Gods Zoon, reinigt van alle zonden.

O, wat is de mens van nature toch roekeloos om buiten dat bloed op een ontzaglijke eeuwigheid aan te reizen. Maar nu spreekt onze tekst, dat de Heere zal maken, dat de aarde haar bloed ontdekken zal. En dan verwijst de kanttekening ons naar Genesis 4 : 10 en naar Job 16 : 18. En daar lezen wij allereerst in Gen. 4 : 10: En Hij zeide: at hebt gij gedaan? daar is een stem des bloeds van uw broeder, dat tot Mij roept van den aardbodem". Hier wordt dus gesproken van het vergoten bloed van Abel. Zo spreekt de Heilige Schrift van moord en doodslag, omdat daarin veel bloed vergoten wordt. We zeiden het reeds, er is al wat bloed vergoten van de tijd van Abel af. En dan zegt Job in het 16e hfdst.: O aarde bedek mijn bloed niet; en voor mijn geroep zij geen plaats". Dat is: e aarde wordt gezegd het bloed te bedekken, als onrecht, geweld en moord verholen en ongestraft blijven; daarentegen, niet te bedekken, als zij geopenbaard en gestraft worden. En dan verwijst de kanttekening weer naar ons tekstvers.

Vervolg op bladz. 93

meditatie (vervolg)

Het bloed zal ontdekt worden, en de doodgeslagenen zullen niet langer bedekt blijven. Dus al het bloed vanaf Abel en ook het bloed van die zielen die onder het altaar liggen. En uitroepen: Hoelang, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet van degenen die op de aarde wonen? " Ja al dat bloed dat onschuldig op aarde is vergoten, en wat nu nog door de aarde bedekt wordt. O, als het toch eens door de Heere zal ontdekt worden. De aarde kan het lang bedekt houden. De zonden kunnen lang verborgen blijven. Eens toch zal alles ontdekt worden. De grote en vreselijke dag des Heeren zal het verklaren. Hare doodgeslagenen niet langer bedekt houden. O, gel. het zal tóch wat zijn, er zal wat openbaar komen. De ogen des Heeren zijn vuurvlammen, voor Hem zal niets verborgen blijven. De lankmoedigheid Gods loopt ten einde. En ook ons land is vervuld met bloedschulden. Denk eens aan de vreselijke zonde van de Abortus. Duizenden bij duizenden worden er in de moederschoot vermoord. En hoeveel duizenden zullen er niet verslagen worden door de Euthanasie. Waarlijk men zal bang worden als men straks met een ernstige ziekte in het ziekenhuis terecht zal komen. Wat zullen we toch gaan beleven. Ons hart beeft als men denkt aan kinderen en kleinkinderen! Gewisselijk een zeer bange tijd zal er nog aanbreken, want we lezen in Hosea 9:12: , Want ook wee hen, als Ik van hen zal geweken zijn".

Wordt vervolgd.

A.

V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 november 1984

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Dankdagtijd. V.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 november 1984

De Wachter Sions | 8 Pagina's