Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hopende en Uitziende

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hopende en Uitziende

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Micha 7 : 5-7.

Gelooft een vriend niet, vertrouwt niet op een voornaamsten vriend; bewaar de deuren uws monds voor haar, die in uw schoot ligt.

Want de zoon veracht den vader, de dochter staat op tegen haar moeder, de schoondochter tegen haar schoonmoeder, eens mans vijanden zijn zijn huisgenoten. Maar ik zal uitzien naar den HEERE, ik zal wachten op den God mijns heils; mijn God zal mij horen.

HOPENDE: Nog even willen we onze aandacht geven aan de verzen 5 en 6 van het hoofdstuk dat we voor ons hebben. Een vriend was dus niet meer te vertrouwen, zelfs niet een voornaamste vriend. Ja, men moest zelfs de deuren des monds voor zijn eigen huisvrouw bewaren. De geheimen van het hart kan men niet aan iedereen openbaren. Er kunnen ook bepaalde geheimen zijn, die men geheel voor zichzelf moet houden.

Als men in een ambt staat, ook kerkelijk, dan kunnen er geheimen zijn waar men het graf mee ingaat. Men moet er zijn vrouw dan ook niet mee bezwaren, door haar diezelfde geheimen mee te doen dragen. Op een gegeven moment zou ze iets uit haar mond kunnen laten vallen waardoor een ander tot nadenken wordt gebracht. Daarbij, als iemand ons iets toevertrouwt uit zijn leven wat voor anderen verborgen moet blijven, dan moet men daar zelfs niet over praten met haar met wie men het nauwste samenleeft. Maar hoe droevig is het, als men achterhoudend moet worden voor haar met wie men één vlees geworden is, omdat zij uit trouweloosheid de geheime dingen die men haar heeft toevertrouwt, aan anderen overbrengt. Simson werd verraden door haar die in zijn schoot lag, maar zoals die ontuchtige Delila met hem handelde, verwacht men toch niet behandeld te worden door de vrouw aan wie men waarlijk door de nauwe band des huwelijks is verbonden. Laat ze niet al te goed kunnen zwijgen, maar dan verwacht men toch nog niet dat men door haar opzettelijk aan de galg gepraat wordt. En dat laatste nu geschiedde in de tijd van de profeet Micha. En onze tijd is daarin niet beter.

UITZIENDE: Och vriend, we kunnen het toch in zo'n tijd als die wij beleven, niet genoeg waarderen als we een normaal en gelukkig huwelijk mogen hebben. De duivel is de grootste vijand van het huwelijk. Het huwelijk is een inzetting Gods, die Hem behaagt. Door de huwelijkssluitingen heen wil Hij Zijn eeuwige raad volvoeren in de toebrenging van de door Hem gekenden. Maar daar kant zich nu juist de ganse hellemacht tegen. En daar de duivel nog maar een kleine tijd meer heeft, heeft hij grote toorn en probeert hij zoveel mogelijk huwelijken kapot te maken. Men heeft daar maar geen erg in. De Heere heeft zijn doel met de sluiting van het huwelijk, maar de satan werkt het ook op zijn doel aan. O welk een zegen toch, als we als man en vrouw door een band van ware liefde nauw aan elkander verbonden mogen zijn! Welk een zegen ook voor de kinderen! Hoeveel leed wordt er over die arme kinderen in deze tijd toch ook uitgestort, doordat vader en moeder elkander geen liefde toedragen, ja trouweloos met elkander handelen door de verbreking van de nauwe huwelijksband.

HOPENDE: Voor de kinderen is er ook nog wat te vinden in dat gedeelte uit Micha's profetie dat thans onze aandacht vraagt. We lezen in vers 6: „Want de zoon veracht den vader, de dochter staat op tegen haar moeder, de schoondochter tegen haar schoonmoeder". Het 5e gebod werd dus ook niet in ere gehouden in Micha's dagen. En hoe is het in deze tijd? Och, welk gebod van 's Heeren Wet houdt men thans nog in ere ? De geboden van de eerste tafel der Wet worden gruwelijk overtreden, want met God wordt in geen enkel opzicht meer rekening gehouden. Zijn bestaan wordt miskend, Zijn Naam onteerd en Zijn dag ontheiligd. Maar in de overtreding van de geboden van de tweede tafel der wet leeft de mens zich zeker helemaal uit. En uit de overtreding van het 5e gebod vloeit ook juist zoveel ander kwaad voort. Het wettig gezag wordt miskend. Dat is juist ook de grote gruwel van deze dagen. Het begint in de huisgezinnen. Daar mogen we wel acht op geven. De vader wordt door de zoon veracht. Waar de oorzaak ? Meest wel bij de vader zelf. We kunnen onze kinderen de schuld wel geven, maar dwingen we zelf wel het nodige respect voor ons af? Er wordt maar al te veel geklaagd over de kinderen, zonder te zien wat men zelf tekort geschoten is. Het gezag wordt niet meer op een rechte wijze gehandhaafd. Daarom is er geen ontzag meer. De tekst spreekt over een verachten van de vader. Dat verachten en onteren van de ouders is een verschrikkelijke zaak. Laten de kinderen dat goed bedenken. Ook al zouden de ouders daar zelf aanleiding toe geven, dan mogen de kinderen hun ouders toch niet onteren. Maar erger is het nog, wat in deze tijd ook maar al te veel gebeurt, als de kinderen naar de goede raad van hun ouders niet meer willen luisteren. Als ook de schoonouders niet meer geëerd worden. De tekst spreekt daar ook van. „De dochter staat op tegen haar moeder, de schoondochter tegen haar schoonmoeder". De ouders die dit moeten ondervinden met hun kinderen, weten ervan hoe smartelijk het is, als de kinderen hen verachten en tegen hen opstaan. O, die huiselijke twisten toch in deze ontaarde tijd! Als de Heere Zijn algemene genade steeds meer gaat intrekken, wordt het een hel op aarde. Een hel ook in de huisgezinnen. En zijn de kinderen gehuwd, hoe verachten ze dan ook veelal hun ouders. Daarom wordt er ook over de schoondochter gesproken. De verhouding schoonmoeder-schoondochter laat dikwijls wel wat te wensen over. De schoonmoeder is er ook wel veelal de oorzaak van. We zijn niet zo jong meer, vriend. Zo hebben onze ogen dus-al heel wat aanschouwd. De jaloersheid bij de schoonmoeder kan ook veel kwaad doen. Zo wordt er door middel van de schoonmoeder door de vorst der duisternis veelal een aanslag gedaan op het huwelijk. Maar de schoonmoeder moet weten dat de man zijn vader en moeder moet verlaten en zijn vrouw aankleven. We hebben bij het huwelijk van onze kinderen een offer te brengen en we mogen de ordinantie Gods niet wederstaan. Hoe aangenaam is het als de aangetrouwde kinderen als eigen kinderen tegenover ons staan, omdat ze aanvoelen dat we ze als onze eigen kinderen aanvaard hebben. Hoe kunnen we toch voor veel leed bewaard blijven, als we ons naar de geboden des Heeren gedragen. De orde die God in de samenleving heeft ingesteld, wordt veronachtzaamd, waarvan zoveel onenigheid in de familiekring het gevolg is. De schoondochter heeft haar schoonmoeder ook te eren. Ook dit valt onder het vijfde gebod. Niet alleen moeten de ouders hun aangetrouwde kinderen aanvaarden, maar ook de aangetrouwde kinderen moeten hun schoonouders eren als hun eigen ouders.

UITZIENDE: Zo vinden we hier dus heel wat stof ter overdenking voor deze tijd. We zijn er onder de Goddelijke besturing toe gekomen om de profetie van Micha met elkaar te bespreken. Dat mogen we wel opmerken, want deze profetie tekent toch zo precies de tijd die wij beleven. Maar dan kunnen we ons ook te beter indenken wat het voor de profeet Micha is geweest om in zo'n tijd te leven. Hij zegt ook nog, dat eens mans vijanden zijn huisgenoten zijn. Dat geeft ook veel te overdenken.

HOPENDE: Job heeft ook over zijn huisgenoten geklaagd. Hij noemt er dan gelijk de dienstmaagden bij. Daaruit blijkt wel, dat hij met die huisgenoten ook bedoeld heeft degenen die in zijn huis werkzaam waren en in het gezin waren opgenomen. Maar verder worden deze woorden ook nogal eens gebruikt voor degenen die we onder onze bloedverwanten kunnen rekenen en die ons soms ook om de godsdienst vijandig zijn. Als het de Heere behaagd heeft om genade te verheerlijken in het hart, dan worden zijn huisgenoten ook wel zijn vijanden. Het is zeer smartelijk als men dat moet ondervinden. Als men van zijn eigen ouders, van man of vrouw, van broeder of zuster of ook wel van kinderen vijandschap moet verduren. En levende in zo'n tijd als de profeet Micha, zal men wellicht ook voor die vijandschap niet gespaard blijven. De vreze Gods wordt dan zeker niet geduld. Micha gevoelde zich in alle opzichten toch zo alleen staan. Daarom schoot er niet anders over dan: „Ai mij". Maar daarom bleef er ook niet anders over dan een uitzien naar de Heere. „Maar ik zal uitzien naar den HEERE, ik zal wachten op den God mijns heils; mijn God zal mij horen". We zijn tot het bespreken van die woorden nog niet toegekomen, dus hopen we daar de volgende keer aan te beginnen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 april 1985

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Hopende en Uitziende

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 april 1985

De Wachter Sions | 8 Pagina's