Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nuttige Samenspraken (87)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nuttige Samenspraken (87)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

van een heilzoekend leraar met zijn akkerlieden bij zijn gewone en buitengewone huisbezoeken.

VIJFDE SAMENSPRAAK (vervolg)

Over de oogst zelf en wel vooreerst over het gras-en korenmaaien.

Leraar (vervolgt): aar tot een rechte voorbereiding van de dood wordt ook noodzakelijk een geestelijk leven des geloofs vereist, want zal niemand zonder geloof en bekering ingaan in Gods koninkrijk, zo is het zeker dat alle mensen, die buiten deze genadewerkingen komen te sterven, noodzakelijk verloren gaan. Daarom is het nodig dat onze zonden eerst in ons sterven, voordat wij sterven, gelijk zelfs een heiden (Seneca) eertijds gesproken heeft, wat ook Paulus bevestigt in Coll. 3 : 5, Doodt dan uwe leden die op de aarde zijn en in Gal. 5 : 24 zegt hij: at wij het vlees moeten kruisigen met de bewegingen en deszelfs beheerlijkheden, opdat de zonde niet heerse in onze sterfelijke lichamen, om haar te gehoorzamen in de begeerlijkheden van hetzelfde lichaam. Wederom in Rom. 6 : 11, Want indien wij naar het vlees leven, zo moeten wij sterven, (niet alleen de tijdelijke maar ook de eeuwige dood), maar indien wij door de geest de werken des lichaams doden, zo zullen wij leven, te weten: ier geestelijk en hier namaals eeuwig. Geen krachtiger middel dus, om wel te sterven, als in de dag der genade wel te leven, ja mij dunkt dat dit het enige middel tot een zalige dood is. Ik wil juist niet ontkennen, dat er wel eens een ziel in haar uiterste getrokken wordt, die nog kort voor dezen van een geestelijk geloofsleven ontbloot was, maar wie zal loochenen dat dit niet geschiedt volgens Gods gewone handelwijze met de zondaar, maar om de rijkdom van Zijn vrije genade eens bij uitstek groot te openbaren, opdat een iegelijk zien kan, hoe machtig Hij is om te kunnen verlossen. Echter moeten dezulken, voordat zij uit de dood tot het leven overgaan, het geestelijk leven deelachtig zijn en dat oefenen door een geloofswerkzaamheid in de Heere Jezus. Maar dit zijn zeldzame voorvallen en een recht christen laat het daar niet op aankomen, maar zoekt zich altijd zo te gedragen, dat hij zijn staf en lamp gereed heeft, wanneer het God zal behagen hem op het doodbed neer te leggen en in Zijn eeuwig huis te halen. Konden wij zo zalig worden, vrienden, dat wij hier onze wellust en vermaak opvolgen, onze driften de vrije teugel lieten en dan met onze laatste levenssnik Gods genade met een zucht deelachtig werden, wat was dan de weg naar de hemel gemakkelijk te betreden, hoe aangenaam voor het vlees, wat een ruime poort om in te gaan en hoe velen zouden dan niet zalig worden. Maar het is hier met een Bileams wens niet te doen: ijn ziel sterve de dood der oprechte en mijn uiterste zij gelijk het zijne! Niets minder dan dat, hier moet men strijden om in te gaan, hier lopen die loopbaan die ons is voorgesteld, hier doden de leden die op aarde zijn en het vlees niet bezorgen tot begeerlijkheid. Geweld, geweld, moet er gedaan worden op het koninkrijk der hemelen, want de geweldenaars nemen het in met geweld. En is dit zo, tracht dan naar het ware en zaligmakende geloof, waardoor gij de wereld kunt overwinnen, in Gods gericht gerechtvaardigd, met de Heere bevredigd en tot Zijn kinderen aangenomen worden, ja, waardoor men leven kan al was men gestorven. Wij bidden u alsof God door ons bade, laat u door het geloof met Hem verzoenen,

want buiten het geloof is het onmogeUjk Gode te behagen, daar buiten kunt u niet zalig sterven, noch ooit in de zalige rust van Gods gemeenschap ingaan. Maar voegt bij uw geloof ook de deugd, als een vrucht daarvan, want buiten heiligmaking kan ook niemand God zien. Daarom paart Christus het geloof aan de bekering, als een noodzakelijke voorwaarde, die van de kant van de zondaar geëist wordt, waar buiten hij in Gods koninkrijk niet ingaan en daarom ook niet zalig sterven kan, waarom het leven als een gevolg van de bekering aangemerkt wordt, Ezech. 18 : 32 en de reinen van hart door de mond van de Zaligmaker ook zalig gesproken zijn, Matth. 5 : 8. En deze bekering nu wordt door de mens op de volgende wijze beoefend.

Wanneer hij zich aan de wereld met al haar begeerlijkheden onttrekt en zijn gehele leven tracht te heiligen ten dienste van zijn verbonds-God (zoals reeds eerder gezegd is). Dan leeft hij zichzelven niet meer, maar de Heere en kan zich verzekeren dat hij, die de Heere leeft, ook in de Heere sterven en altijd des Heeren zijn en blijven zal, want de godzaligheid heeft de onfeilbare belofte van dit en het toekomende leven.

Maar gelijk het de plicht is, om met een heilige wandel waardiglijk te wandelen die roeping, waarmee wij van boven geroepen zijn, namelijk, tot heerlijkheid en deugd, zo betaamt het niet minder, uit kracht hiervan, dat wij die beoefenen, niet alleen in die grote liefdeplicht ten opzichte van God, maar ook ten opzichte van onze naasten, om in een christelijke vrede met hen te leven, geen haat noch wrok voedende tegen enig schepsel, zelfs niet tegen onze vijanden, want zonder vrede zal ook niemand God zien. Tevergeefs zegt de Zaligmaker niet: ndien gij de mensen hun misdaden niet vergeeft, zo zal ook de Vader u de uwe niet vergeven. Het is opmerkelijk dat Christus zegt: o gij dan uw gave op het altaar zult offeren en aldaar gedachtig wordt, dat uw broeder iets tegen u heeft, laat daar uw gave voor het altaar en gaat henen, verzoen u eerst met uw broeder en komt dan en offert uw gave. Daarom leert Hij ons ook bidden: ergeef ons onze schulden gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. De haat is een eigen vrucht des vleses en een duidelijk teken van een onherboren zielstaat, gelijk de liefde een vrucht des geestes en een waarachtig kenteken van de wedergeboorte is. Daarom is dit altijd de zorg van de christenen geweest, om hun hart van alle zondige haat tegen hun naasten te ontlasten, eer ze naar de eeuwigheid overgingen. En het wordt tot eeuwige lof van die grote leraar Fulgentius aangemerkt, dat hij op zijn doodbed zijn leerlingen ontbood, om vergiffenis te verzoeken voor alles waarin hij nog gebrekkig tegen hen geweest was, met betuiging dat hij hetzelfde aan hen deed. Maar helaas, wat eenonverzoenlijke haat blijft niet in het hart van velen geworteld! Beleeft men niet zulke dagen, als waarvan Paulus gewaagt in 2 Tim. 3 : 3, waarin de mensen zouden leven zonder natuurlijke liefde, ja onverzoenlijk, want de ondervinding leert, dat men elkaar, zelfs om nietige dingen, een eeuwige haat zweert, die men aan kinderen en nageslachten nog openbaart en zelfs op het sterfbed niet wil uitroeien. Ik zal u en uw kinderen gedenken, is de eigen vloektaal van zulke baatzuchtige Lamechs en woedende Belials-mannen, Gen. 4 : 13. Maar weest verzekerd dat u in zo'n haat levende en met zo'n liefdeloos hart stervende, geen deel zult hebben aan het koninkrijk der hemelen. Evenmin als u uw schuldenaren vergeeft, zo min zult u vergeving van uw schulden bij God ontvangen. Daarom legt af alle haat, toorn, gramschap, kwaadheid, lastering enz., vermaan ik met Paulus in Kol. 3 : 8.

Nu zeg ik dit nog voor het laatst. Wilt u naar al deze dingen streven, om zo uw ziel voor de dood te bereiden, dat u dan geen dag of uur verzuimt, maar van nu aan een begin maakt, terwijl het nog heden genoemd wordt, want u weet niet in welke ure de Heere komen zal. Gedenkt aan de vermaning van de apostel, Ef. 5 : 15, 26. Ziet dan, hoe dat gij voorzichtelijk wandelt, niet als onwijzen maar als wijzen, de tijd uitkopende., Het is een opmerkelijke spreekwijze die de apostel hier gebruikt, wanneer hij gewaagt van kopen, nu weet u wat tot het kopen vereist wordt. Dat men kopen wil wordt eerst door ons als nodig erkend, hoog geschat, daar jaagt men naar zonder ophouden, totdat men het verkregen heeft. Zo wil Paulus dat wij met de tijd zullen handelen, omdat die als met arendsvleugelen wegvliegt, nooit stil staat, nooit naar ons wacht en hier namaals niet weer kan worden teruggeroepen. Dat wij daarom de waarde daarvan trachten te kennen daar die kostelijker is dan uitgegraven goud en die kennende, ook als het nodigste tot uitwerking van onze zaligheid najagen, om er ons gedurig van te bedienen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 januari 1986

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Nuttige Samenspraken (87)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 januari 1986

De Wachter Sions | 8 Pagina's