Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De bekering van de stokbewaarder.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De bekering van de stokbewaarder.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

„En hen buiten gebracht hebbende, zeide hij: ieve heren, wat moet ik doen, opdat ik zalig worde ? " Hand. 16:30.

Gel.,

In Johannes 10 spreekt de Heere Jezus van Zichzelf als de goede Herder. En zo horen wij Hem zeggen in het 16e vers: „Ik heb nog andere schapen, die van deze stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen, en zij zullen Mijne stem horen, en het zal worden een kudde en een Herder". Hier spreekt de Heere dus van andere schapen. En tot de discipelen heeft Hij eens gesproken: „Maar gaat veel meer heen tot de verloren schapen van het huis Israels". En bij de Kananese vrouw zegt Hij: „Ik ben niet gezonden dan tot de verloren schapen van het huis Israels". Zo is Hij dan ook gekomen tot het Zijne, en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. Doch wij lezen ook in de profetie van Jesaja: , , Het is te gering, dat Gij Mij een Knecht zoudt zijn om op te richten de stammen Jacobs en om weder te brengen de bewaarden in Israels; Ik heb u ook gegeven tot een Licht der heidenen, om Mijn heil te zijn tot aan het einde der aarde".

Zo wordt er dus gesproken over' de toebrenging niet alleen der Joden, maar ook der heidenen. Dit deed dan ook de apostel uitroepen: , , Is God een God der Joden alleen, en niet ook der heidenen ? Ja ook der heidenen!"

Nademaal Hij een enig God is. Die de besnijdenis rechtvaardigen zal uit het geloof, en de voorhuid door het geloof'. En omdat ook heidenen liggen onder het zegel der eeuwige verkiezing, spreekt de Heere nu over andere schapen, die van deze stal niet zijn. En als de gróte Herder der schapen, n.1. de uitverkorenen, heeft Hij ook Zijn leven gesteld voor de schapen. De Herder geslagen, opdat Zijn schapen het eeuwige leven zouden ontvangen en deelachtig worden. En nu zullen die schapen op Zijn tijd worden toegebracht door het krachtdadige werk des Heiligen Geestes. Want die Geest gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonden en van ge-rechtigheid en van oordeel. Krachtens Adams diepe val ligt de gehele wereld verdoemelijk voor God. Dood in de misdaden en de zonden. Zo is er dan ook in de allereerste plaats nodig de ware levendmaking. Want zonder levendmaking kan niemand God zien en leven. Toebrengen, trekken uit de macht der duisternis en overzetten in Zijn koninkrijk. Trekken met mensenzelen en met touwen der liefde. De schuldbrief thuis brengen en zichzelf schuldig leren kennen voor God. Maar om nu ook Zijn stem te mogen horen. Daar Hij gans verlorenen in zichzelf komt te roepen, zeggende: O, alle gij dorstigen komt tot de wateren; en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld en zonder prijs, wijn en melk".

Om zo door genade gebracht te worden tot de grote Herder der schapen, om alles in Hem te vinden wat tot het leven nodig is. Alle gebroken bakken verlaten, om de Fontein te leren kennen. O, gelukkig degenen die werkelijk door genade hier iets van mogen kennen. Met minder zal het echt niet kunnen. Het gaat toch op zulk een grote en allesbeslissende eeuwigheid aan. O, vleit uzelf toch niet met een beetje godsdienst, want dat bed zal toch te kort zijn, en dat deksel te smal. God wil dat aan Zijn gerechtigheid genoeg zal geschieden. En als aan dat recht zal voldaan moeten worden, dan zal de mens moeten sterven. En daar heeft hij nu net alles op tegen. Want hij is zich zelf toegevallen. En probeert in alles het leven te behouden. IJdel en lichtzinnig reist men op de eeuwigheid aan. Maar gelukkig als men het voor God eens mag verspelen. Zoals die stokbewaarder., Deze man kwam juist in de banden. Hij dacht ook vrij te zijn en te kunnen doen wat hij wilde, maar God werd hem te sterk en zo moest hij het voor de Heere verspelen.

Wij wilden u dan ook enkele weken bepalen bij de bekering van die stokbewaarder. En dat naar aanleiding van ons tekstgedeelte. En zien ons hierin voorgesteld: „De bekering van de stokbewaarder":

Ie Een onbegrepen weg.

2e Een oprechte bede.

3e Een gezegende vrucht.

Gel.,

Wat werkte de Heere toch krachtiglijk onder het volk na de uitstorting des Heiligen Geestes. De Heere wrocht mede en bevestigde het Woord door tekenen en wonderen, die daarop volgden. Wat gaf de Heere toch getuigenis aan Zijn Eigen werk en dat tot blijdschap der discipelen. Ja, het mag ook wel eens tot blijdschap en verwondering strekken, als de Heere getuigenis geeft in het hart van Zijn knechten en volk aan de Waarheid welke onder ons nog beluisterd mag worden. Dit deed zelfs de apostel Paulus zeggen: „Ik hoop ook in uwe consciëntie geopenbaard te zijn". Het is een groot voorrecht een plaats in het hart van Gods ware volk te mogen hebben en dat vanwege de bevindelijke Waarheid. Paulus en Silas mochten zo samen het land doorreizen predikende de gekruiste en opgestane Middelaar, en dat het volk zich bekere van hun ijdele wandeling. Gekomen te Troas, werd van Paulus in de nacht een gezicht gezien. Namelijk van een Macedonisch man staande, die hem bad en zeide: , , Kom over in Macedonië en help ons."

Daar was dus nood! Deze man, deed een beroep uitgaan naar de apostel. Zo van tijd tot tijd gaat er ook een beroep uit tot Gods knechten. Maar is er dan wel een waarlijke nood ? Ik geloof dat het bij deze man zomaar geen los beroepingswerk was, maar dat hij gebonden mocht liggen met het beroep aan de troon der genade. En, door Goddelijke overreding, mocht Paulus dat beroep aannemen.

Vervolg op bladz. 356.

Ik denk zo maar dat de apostel er een beetje verwachting van had. Vlakte in zijn ziel en een aanbinding aan de gemeente van Macedonië. En al is het dan een kleine en bij de mensen een onaanzienlijke gemeente: „Ik zal u behoeden overal waar gij zult henen trekken". Och het komt er maar op aan of de Heere er van afweet. En dan gaat het meestal toch anders dan wij denken. Maar gelukkig die verwaardigd mag worden te ervaren dat hij in een weg is, die hij zelf niet gezocht heeft. Om te mogen zeggen: Heere U weet ervan. Zelf niet gezocht en zelf niet begeerd. Maar geroepen en gezonden niet anders meer te willen. O, dat verslonden liggen in de wille Gods met alle voor en tegenheden. Wij zeiden reeds, daar was nood, maar daar was ook noodzaak! Een Goddelijke noodzaak. Van de Heere Jezus lezen wij: „En Hij moest door Samaria

Meditatie (vervolg).

gaan". Daar lag een vaatje der eeuwige verkiezing welke moest worden toegebracht, naar het welbehagen des Vaders. En dat zal ook in Macedonië zo zijn. Maar voor Paulus en Silas zal het ook gelden: en zij moesten door Samaria gaan. O, dat drukken van de voetstappen des Heeren. Wat is het dan toch een wonder als je wegje in Gods Woord mag staan. Want de waarheid steunt niet op de bevinding, maar de bevinding moet steunen op de waarheid. Maar ja, zo zal het toch een geheel andere weg zijn voor Paulus en Silas, dan zij gedacht hadden. Paulus werd ingewonnen om de roeping op te volgen en weldra voeren zij af naar Samothrace en de volgende dag naar Neapolis. En vandaar naar Filippi, de voornaamste stad van Macedonië. Daar aangekomen zijnde, onthielden zij zich daar ettelijke dagen. Een grote stad, maar... geen kerk of synagoge te bekennen. Ach zo zie ik in gedachten deze beide knechten des Heeren door de straten van Filippi gaan. Misschien heeft Silas wel gezegd: Paulus, zullen wij ons dan toch vergist hebben ? Filippi, een grote stad, vol on-en bijgeloof, maar geen plaats om te vergaderen. Zo breekt de dag des Heeren aan. Het ware werk Gods wordt altijd beproefd. Daar weten Gods ware geroepen knechten ook wel iets van. Dan kunnen de bestrijders zo menigvuldig zijn ook bij het ontwaken op Gods dag, dat zij van moedeloosheid wel op hun bed willen blijven liggen. Al de overdachte waarheid ontvalt hen en voelen zij zich zo ledig van alles, dat zij gemakkelijker van alles zouden kunnen doen, behalve preken. Maar zo lezen wij dan ook: „En op den dag des Sabbats gingen wij buiten de stad aan de rivier waar het gebed placht te geschieden". Wel Paulus wat gaat u nu toch een bijzondere weg. In plaats van naar de stad, buiten de stad. Dat is toch wel wonderlijk, toch wel raadselachtig? Ja, zegt de kerk. Ik ben velen tot een wonderteken. Gods raad is wonderlijk, Gods weg is wonderlijk en Gods werk is wonderlijk. Zo zal de ziel ook alleen maar leren: Heilig zijn o God Uw wegen. Eigen wil en zin verachten wordt op Jezus school geleerd.

Wordt vervolgd.

A.

V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juli 1987

De Wachter Sions | 8 Pagina's

De bekering van de stokbewaarder.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juli 1987

De Wachter Sions | 8 Pagina's