Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Blaffende honden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Blaffende honden

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gel. vrienden in ons oude vaderland.

Hier een briefje uit het verre Canada. De zomer ligt weer achter ons met allerlei wederwaardigheden en zo spoedt het jaar weer ten einde. In de afgelopen maand september hebben we onze classisvergadering gehouden in de gemeente te Monarch, waar verschillende zaken behandeld zijn, aangaande ons kerkelijk leven alhier. We hebben goed aangevoeld de redenen die onze vaderen opgegeven hebben voor het houden van meerdere vergaderingen. Vanzelf kunnen wij hier in Canada, met enkele gemeenten als meerdere vergadering alleen classis houden. Maar voor het kerkelijk belang en haar verhouding wensen we toch jaarlijks deze vergadering te houden. Het gevoel is anders dikwijls voor de gemeenten, dat ze, gezien de grote afstanden, als eilandjes zijn in de grote Atlantische Oceaan. Gelijk de ambtsdragers in Holland veel op hen af zien komen, wat het ambt zwaar en moeilijk maakt, zo ook niet minder in dit grote werelddeel. Welk een zuigkracht van wereld en lichte als nabijkomende godsdienst wordt er al niet uitgeoefend op onze jeugd. De Koning der Kerk mocht Zich over onze gemeenten blijven ontfermen, zowel in Holland, als de buitenlandse gemeenten.

We schreven boven ons artikel: , , Blaffende honden". We dachten aan een vraag die ons gesteld werd, toen we 6 weken in ons oude vaderland waren. Er werd toen aan ons gevraagd „Blaffen daar in Canada ook honden? " We begrepen direkt wat deze geachte vraagsteller bedoelde. We zeiden van ja. Zo zelfs dat we gemeend hebben verscheurd te worden. En ze lijken nog onuitroeibaar ook te zijn! Men zegt wel eens, dat blaffende honden niet bijtpn. Maar dat kan men gemakkelijk op de studeerkamer of bij de warme kachel zeggen, maar echt niet als er een levensechte, blaffende hond op ons afkomt. Zijn er dan veel blaffende honden hier? Niet minder dan in Holland. Dan zijn hier nog van die wilde coyotes, die zowel gelijken op een hond als een vos. Vooral 's nachts kunnen ze erg te keer gaan, waar ze dan met een stel tegelijk janken en huilen. Overigens zijn ze erg bang en schichtig. Zij

houden zich vooral op bij de bergen en komen af op kadavers en kunnen met hun gejank de mensen wel wakker houden. De Heere Jezus heeft, als de volmaakte Prediker, Zijn predikaties willen verduidelijken en geestelijke zaken vergelijken met natuurlijke voorbeelden. Welnu, zo heeft Hij het ook gedaan, toen Hij aan het kruis hing en omringd was door vijanden. Hij vergeleek hen toen bij honden. In Psalm 22 : 17 lezen we: Want honden hebben Mij omsingeld; een vergadering van boosdoeners hebben Mij omgeven". Welnu, zo kunnen we het blaffen van honden vergelijken bij het blaffen en benauwd maken van die hellehond. Juist op tijden als men zelf bevreesd en verschrikt is. Juist dan, als men vergeleken wordt met zulke onreine beesten. Als men wakker ligt, om verschillende oorzaken, dan zal het geblaf van die honden de slaap wel verre houden. Vooral als het donker is, komen zij, net als de coyotes, te voorschijn en laten hun angstaanjagend gejank horen. Gelijk als deze dieren zich ophouden bij de bergen, zo doet die hellehond ook van zich horen, bij de bergen van ongeloof en moedeloosheid.

Maar we hebben het zelf ondervonden, dat als de Koning van Immanuëlsland verschijnt, deze honden erg schichtig zijn en op de vlucht slaan. Hoe kostelijk beschrijft J. Bunyan dit in de Christinnereis. Maar hoe kon de hond ver komen! Want de tuin, waarin hij vrij rond kon lopen grensde tot aan het paleis des Konings. Ja, daarin beschrijft hij, dat die hellehond wel eens losbrak en probeerde dan de pelgrims lastig te vallen. Doch, dat dan de Heere verschijnt en hen verlost uit de leeuwenmuil en Zijn eenzamen van het geweld des honds. En dan zegt hij er zo opmerkelijk bij, dat sommigen van hen, het er zelfs voor over hebben, dat zij door die hond gebeten worden om maar langs de smalle weg een aalmoes te bedelen. Dat is een zaak, hetwelk toch wel te kennen geeft dat men buiten Koning Immanuël niet leven kan!

Maar daarmee geeft Bunyan toch wel duidelijk te kennen, dat hij zelf ook te maken heeft gehad met die hellehond. Wat kunnen die geliefde oudvaders toch sprekende hartevrienden zijn, nadat zij gestorven zijn!

We hebben het zelf ondervonden, toen we voor de kansel stonden om een zegen af te smeken en de Heere af te smeken of Hij de hellehond wilde wegschelden. We waren toen zo ellendig gesteld, dat de hemel als gesloten leek en de hel geopend. De overdachte preek lag in de studeerkamer en niet in ons hoofd, noch minder in ons hart. En dan het blaffen van die hond, dat we als een huichelaar openbaar zouden komen. We smeekten toen alleen deze woorden: „Heere, help ons alleenlijk ditmaal". En toen kwamen deze woorden in onze gedachten: „De goddelozen, zegt mijn God hebben geen vrede!" U begrijpt, hoe we de preekstoel opgingen. De zegenbede deden we zo verward, zodat we niet weten wat we gezegd hebben. Maar wel weten we dat er van binnen gezegd werd: , , Als u met het gebed begint, komen de vloeken van je lippen en kom je als een huichelaar openbaar". „O, God", meer konden we niet zeggen. En met dat we beginnen moesten, komt de Heere over met deze woorden: „Simon, Simon, de satan heeft u zeer begeerd te ziften als de tarv e, maar Ik heb voor ulieden gebeden, dat uw geloof niet ophoude". O, we mochten toen weten, dat de woorden die gesproken waren, onderaan de preekstoel, niet van de Heere, maar van die blaffende hellehond waren. O, geloofd zij Zijn Naam! U kunt wel denken, wat toen onze gesteldheid was. Maar wat een helse aanmatiging van die blaffende hellehond, door te durven zeggen: „De goddeloze zegt mijn God, hebben geen vrede”.

(Hoeveel verleidt hij er niet, door zijn godsdienstig gekeffer, de door hen onbekende God te laten mijnen.)

Maar we komen er ook wel achter, dat de duivel als een grote, valse en blaffende hond niet zo gevaarlijk is, als dat hij verschijnt als een lief, klein poedeltje. Want toen we op een andere keer, op zondagmorgen, de Heere om licht smeekten, voor dat we moesten gaan preken, werd er van binnen gezegd: „Nu moet je maar niet zo scherp prediken als de vorige keer. Je kunt beter wat zachtmoediger wezen, daar bereik je veel meer mee". We gingen dat leuke poedeltje nog geloven ook, want we concludeerden: „Zalig zijn de armen van geest; want zij zullen het aardrijk beërven". Maar toen opende de Heere onze_^ ogen, door ons te wijzen op die hellehond in schaapsklederen: „Wedersta de duivel en hij zal van u vlieden". Daar zagen we nu weer zijn ware gedaante en hebben toen gezegd: „Nee, duivel dat zou jij nou graag willen, dat ik jou zo zou behandelen. Maar met 's Heeren hulp zal ik je nog harder moeten behandelen". Wat een sluwe, valse hellehond. O, wat hebben we toch steeds nodig aangezien te worden in Koning Immanuël, Die nu gekomen is om de werken des duivels te verbreken. Op welk een diepe weg heeft Hij daarom moeten gaan. Hoe werd Hij door die hellehond geplaagd, verzocht in de woestijn. Ja, wekte de haat en vijandschap op bij Zijn vijanden, die als blaffende honden en brullende leeuwen rondom Zijn Kruis stonden. Maar die dierbare Borg heeft die hellehond verslagen, door hem die het geweld des doods had te vernietigen. Nee, die hellehond heeft Zijn dood lichaam niet kunnen verscheuren en Zijn benen niet kunnen breken. Maar Hij stond op uit het graf en is in het huis van de sterkgewapende ingegaan, om zijn vaten te ontroven. En Hij heeft de gevangenis gevangen genomen. Daarom is die hellehond als het ware aan de halsband van de overwonnen Koning en door hem gemuilband. Maar als de Koning Zichzelf niet laat zien, dan wordt .wel de blaffende hellehond gehoord, maar dan ziet men echt niet dat hij aan de halsband en gemuilband is. Zijn er die het blaffen niet vreemd is van deze hellehond ? Dan weet u ook dat het verschil van het blaffen van hem en het spreken van de Heere, net zo groot is als de hel met de hemel. Hij lere ons de stem van de ware Herder kennen, want alleen het blaffen van die hellehond te kennen is de grond der zaligheid ook niet. De Heere gedenke onze onbekeerde medereiziger, ook onze jeugd. Hij versterke al die pelgrims die geplaagd worden door die hellehond, in de woestijn van het leven. Gedenke de ambtsdragers en leraars, ook de ermerituspredikant en niet minder onze beproefde ambtsbroeder. Hartelijk gegroet, ook van onze vrouw en kinderen en Gode bevolen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 november 1988

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Blaffende honden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 november 1988

De Wachter Sions | 8 Pagina's