Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Na de Kerst 2

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Na de Kerst 2

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

meditatie

En deze te dierzelver ure daarbij komende, heeft insgelijks den Heere beleden, en sprak van Hem tot allen, die de verlossing in Jeruzalem verwachtten.

Lukas 2 : 38.

Anna wist wat zij miste en dat was ware beleving met zuivere uitgangen naar boven. Meest is het meer bezit dan gemis en een houdbaar leven in hetgeen wat het leven niet is. Anna was God dienende nacht en dag. Wij zouden kunnen zeggen: In donker en in licht. Nu, dat is dubbele genade. Als ziende den Onzienlijke. Zich vastklemmend aan een belovend God in een stille betrachting. „Ik zal uitzien naar den Heere en wachten op de God mijns heils. Mijn God zal mij horen". Anna was een vrouw, gekend en verkoren in de stilte der eeuwigheid. Liefgehad met een eeuwige liefde heeft de Heere haar in de tijd opgezocht, levend gemaakt en onderwezen in het koninkrijk der hemelen. De belofte haar geschonken, geloofd, van verre gezien en omhelsd, ja dierbaar daardoor vertroost en nu de vervulling missende, mocht zij nacht en dag uitziende zijn met vasten en bidden. Daar zij vast mocht geloven met geen God te doen te hebben van ja en neen, maar van ja en amen. Zou Ik het dan zeggen en niet doen en spreken en niet bestendig maken spreekt de Heere! En ik geloof dat Anna daar in haar leven amen op heeft leren zeggen. Nu was zij vier en tachtig jaren oud geworden en nog de vervulling missende. En de zorgvuldigheden des levens zullen haar als weduwe echt niet gespaard zijn gebleven. Het zal bij haar ook wel eens geweest zijn: Eenzaam ben ik en verschoven; ja, de ellende drukt mij neer.

In die weg wordt men meest maar niet verstaan en als de Heere Zijn volk aan een kort lijntje houdt, dan houdt men niet zoveel vrienden over. Anna was vaak in de tempel en daar aanschouwde zij de offeranden die heenwezen naar dat geheel enige offer wat eerlang gebracht zal worden door dat Lam Dat de Heere Zichzelf ten brandoffer voorzien had. Maar al die offeranden konden haar gemis niet vervullen. En onder al die feesthoudende offeraars voelde zij zich maar een eenling. Zij kon niet meer zo hard lopen en zo hard zingen, zij moest meer zuchten, vasten en bidden. Het ging met een onvervulde belofte met haar op de eeuwigheid aan. Geen geschonken Borg. Wel in de belofte, maar niet in de vervulling. En nu zou oud en hoe zal het nog ooit op zijn plaats komen. Zouden dan Gods beloftenissen immer haar vervulling missen ? Wat wordt men in die weg toch weinig verstaan. Toch mocht Anna een grote genade bezitten. Namelijk een aanklevende genade. En al was zij overgebleven als een eenzame mus op het dak, toch had zij nog een vriend. En die was ook al oud. Dat was Simeon. Hem was een Goddelijke openbaring gedaan, dat hij de dood niet zien zou, eer hij de Christus des Heeren zou zien. En nu denk ik dat die twee mensen elkander het beste verstonden. Dezelfde verwachting, het zelfde uitzien en dezelfde werkzaamheden. Ongetwijfeld zal Anna wel eens met Simeon over deze zaken gesproken hebben. En vonden zij weerklank in diezelfde weg. Eén in gemis en één in uitzien naar de vervulling. Als Anna het niet meer bekijken kon heeft Simeon haar misschien wel op trachten te beuren. En als het bij Simeon er onder lag, en de bestrijders op de been waren heeft Anna misschien geprobeerd hem moed in te spreken. Waarschijnlijk hebben zij samen wel eens gezongen: Hoopt op den Heere gij vromen; Is Israël in nood, er zal verlossing komen, want Zijn goedheid is zeer groot. Hij maakt op hun gebeden gans Israël eens vrij van ongerechtigheden; Zo doe Hij ook aan mij. Doch ziet de Heere zal Zijn volk niet begeven noch verlaten. Wat Hij eens besluit te Zijner ere, zal zonder hindering voortgaan. Zal Ik het dan zeggen en niet doen? Spreken en niet bestendig maken? Wij lezen van Simeon, dat hij door de Geest in de tempel kwam. En dat kan nu nooit zonder vrucht zijn. Voor hem was het inwendig: Hoe vrolijk gaan de stammen op, naar Sions Godgewijde top, met Israels achtb're vaderen. Bij Simeon was het een bijzondere leiding des Heiligen Geestes. Hij zal de belofte in het paradijs geschonken en in zijn hart verklaard in de vervulling mogen omhelzen. Simeon door de Geest in de tempel. Hoe menigmaal moet men zonder de geest in Gods huis verkeren. Dor en dodig. Ellendiger er uit komen dan dat men erin gegaan is. O, zo veroordeeld soms onder het bidden en onder het preken en nog meer veroordeeld naar huis. Alles te kort. Maar bij Simeon mag het anders gaan worden. Hij komt in de tempel. En hij loopt zo naar de Heere Jezus toe ? Neen, dat is de godsdienst van deze tijd. Zij lopen zo naar Christus, nemen Hem aan, zijn verlost, (waarvan weet ik niet) gered en klaar. Eens bekeerd, altijd bekeerd. Maar zo ging het bij Simeon niet en zo gaat het bij al Gods ware volk niet. Simeon kwam in de tempel en toen ging er wat gebeuren. Want wij lezen: En als de ouders het Kindeke Jezus inbrachten om naar de gewoonte der wet met Hem te doen. Dus wat ging er gebeuren? Simeon ging niet naar Christus, maar Christus kwam tot Simeon. Ziet u, het gaat zo eenzijdig van God uit. Neen, het is niet desgenen die wil, noch desgenen die loopt, maar des ontfermenden Gods. Simeon zal leren roemen in vrije gunst alleen.

De Heere was op de achtste dag besneden en Zijn Naam genaamd Jezus, welke genaamd was van de engel, eer Hij in het lichaam ontvangen was. Jezus, Zaligmaker, want Hij zal Zijn volk zaligmaken van hun zonden. Zie, zo komt de Heere in de tempel. Onder de wet, want zij brachten Hem in om naar de gewoonte der wet met Hem te doen. Geworden uit een vrouw, geworden onder de wet, opdat Hij degenen die onder de wet waren verlossen zoude, opdat zij de aanneming tot kinderen verkrijgen zouden. En nu wordt zo de Middelaar verklaard in de staat Zijner vernedering door de Heilige Geest in het hart van Simeon. En daar neemt hij Hetzelve in zijn armen en loofde God. Hier door het geloof met Christus verenigd, mag hij de verlossing en zaligheid omhelzen. Verlost uit de wettische dienstbaarheid, gesteld in de vrijheid der kinderen Gods. Dan vloeit mijn mond steeds over van Uw eer, gelijk een bron zich uitstort op de velden. Hier verwondering en aanbidding. Wegzinken in een zalige zielsgestalte: Mijn God, U zal ik eeuwig loven omdat Gij het hebt gedaan. Hierin is de eeuwigheid opdat wij behouden wierden. Hier kan de ziel sterven, want zij ligt met het Leven in de geloofsarmen. Mijn ogen hebben Uwe zaligheid gezien, die Gij bereid hebt voor het aangezicht voor al de volken: Een licht tot verlichting der heidenen en tot heerlijkheid van Uw volk Israël. Daar staan Maria en Jozef en dat als type van de Kerk en verwonderen zich. Wie is zij, die daar opkomt uit de woestijn ? En lieflijk leunt op de arm van haar Liefste ?

Wordt vervolgd.

A.

V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 januari 1989

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Na de Kerst 2

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 januari 1989

De Wachter Sions | 8 Pagina's