Hopende en Uitziende

Daniël 12 : 4.

En gij, Daniël, sluit deze woorden toe en verzegel dit boek tot den tijd van het einde; velen zullen het naspeuren en de wetenschap zal vermenigvuldigd worden.

HOPENDE: Merkwaardige woorden zij n het, die we nu hebben te overdenken. Ze hebben ons voor deze tijd ook wel zeer veel te zeggen.

UITZIENDE: We hebben toch wel wat aangedurfd om met elkaar dit boek te bespreken. Maar toch zijn we daar zomaar niet toe gekomen. Tot op heden geloof ik dat de Heere er ons ook in bijgestaan heeft, om deze samenspraken met elkaar te houden. En ik geloof ook niet dat we er verkeerd aan doen, als we deze profetie met elkaar bespreken. Immers lezen we in deze tekst, dat dit boek verzegeld moest blijven tot de tijd van het einde. De tijd kan dus nu wel gekomen zijn waarin we de vervulling zien van het laatste gedeelte van Daniels profetie. Dat heeft er ons dan ook toe gedrongen om deze profetie met elkaar te bespreken.

HOPENDE: r werd dus tot Daniël gezegd, dat hij deze woorden toe moest sluiten en het boek verzegelen tot de tijd van het einde. De kanttekening verwijst bij deze tekst naar hoofdst. 8 : 26, waar we ook lezen dat tot Daniël gezegd werd: en gij sluit dit gezicht toe, want er zijn nog vele dagen toe". En bij die tekst zegt de kanttekening: , Dat is, verberg het. verzegel het, houd het geheim, te weten, dat het niet ruchtbaar worde onder de ongelovigen en vijanden van Gods kerk; zulke honden en zwijnen zouden daardoor meer verbitterd en ra: ; ender gemaakt worden. Verg. Jes. 8 : 16; Openb. 10 : 14. Maar het wordt Daniël niet verboden de godzalige Joden dit te openbaren tot hun troost, gelijk 12 : 4. Doch alles met overleg”.

UITZIENDE: us we worden daar naar deze tekst verwezen, die we thans voor ons hebben. En dan wordt er gezegd, dat het Daniël niet verboden werd om het de godzalige Joden te openbaren tot hun troost. Doch alles met overleg. Nu, wat dit laatste betreft, ik geloof dat ik daar wel iets van geleerd heb. Er moeten moeilijke omstandigheden in ons leven komen, om bepaalde Schriftuitspraken beter en dieper te gaan verstaan dan ooit tevoren. We lezen in Job 8:9: Want wij zijn van gisteren en weten niet". Bij het overlijden van mijn lieve vrouwtje heb ik de diepe inhoud van die woorden wel wat leren inzien. God haalt een streep door al onze berekeningen. Ik had gedacht dat ik haar wel voor zou gaan, omdat ik dat nu eenmaal liever wilde, hoewel ik haar voor de smart over het verlies ook niet overhad. Maar daar komen nog zoveel andere dingen bij, waarin ik een streep door mijn berekening zag gaan. We leren het wel om niet te veel te profeteren. Wat zal er gaan gebeuren in de naaste toekomst? Ik mag wel geloven dat ik er iets van heb gezien, dat ons vreselijke dingen te wachten staan. Dat heeft me doen begeren om maar voor die tijd te worden weggenomen, opdat ik dat alles niet zou behoeven te beleven. En ik geloof dat de profetie van Daniël me ook wel wat te zeggen heeft. Toen ik de kist van mijn vrouw in het graf zag dalen, heeft dat andere plekje dat er in het graf nog overschoot, me heel erg aangetrokken. Ik hoop daar bij te leven.-Het leven heeft zo goed als voor mij afgedaan hier op aarde. Voor zolang de Heere me hier nog laat, hoop ik Zijn kerk nog te mogen dienen, want: Eén ding heb ik van den Heere begeerd, dat zal ik zoeken: at ik al de dagen mijns levens mocht wonen in het huis des Heeren, om de liefelijkheid des Heeren te aanschouwen en te onderzoeken in Zijn tempel”.

HOPENDE: Daniël moest dus deze woorden toesluiten en dit boekje verzegelen tot de tijd van het einde. Zijn profetie is ons bewaard gebleven en ook deze woorden zijn ons bewaard gebleven. En ze moesten bewaard blijven tot de tijd van het einde. Zouden we er dan nu onze aandacht niet aan mogen geven? Het staat voor mij wel vast, dat we in de tijd van het einde leven. Daniël heeft het moeten bewaren wat aan hem geopenbaard werd. Zijn profetie is als Goddelijk door de Joodse kerk erkend. Op Gods tijd gaat alles in vervulling wat we in de Heilige Schrift beschreven vinden. Witsius schrijft dat de uitkomst de beste uitlegger van de Schrift zal zijn. Matthew Henry schrijft, dat Goddelijke voorzeggingen dan eerst recht verstaan worden, als zij haar vervulling verkrijgen. In ieder geval blijft de Schrift voor de natuurlijke mens een verzegeld boek. Toch zullen velen het naspeuren wat in dit boek beschreven staat. En we lezen in de tekst, dat de wetenschap vermenigvuldigd zal worden. We leven nu ook wel in een tijd waarin de wetenschap zeer vermenigvuldigd wordt.

UITZIENDE: Daarover is volgens mij ook nog wel wat te zeggen: Het is een tijd van ontwikkeling geworden op allerlei gebied. In mijn levenstijd heb ik die ontwikkeling steeds meer zien toenemen. We gaan nu gebrek aan domme mensen krijgen. Overal moet men voor geleerd hebben. Wie kan er tegenwoordig niet praten en niet schrijven? Op school leren de kinderen de spreekangst al overwinnen door spreekbeurten te houden. Zo leert men zich steeds gemakkelijker onder de mensen te bewegen en kost het ook minder moeite om op vergaderingen het woord te voeren. En enerzijds is er wel wat voor te zeggen, als men de jeugd wat meer verstandelijke ontwikkeling bijbrengt, want wat is er op technisch gebied al niet uitgevonden. Het is een computerwereld geworden waarin wij leven. Gelukkig zijn wij daar te oud voor geworden. Maar op welk gebied is de wetenschap niet toegenomen? Op medisch gebied staat men haast nergens meer voor. Alleen heeft men tegen de dood nog geen middel uitgevonden. De mens kan het met zijn ontwikkeling ver brengen, maar die ontwikkeling blijft toch begrensd. In de middellijke weg kan men wel het leven verlengen, maar de dood blijft het toch altijd nog winnen van de mens met al zijn wetenschap. Het leven is door ons niet te geven. We kunnen nog geen grassprietje laten groeien. Verder moeten we echter wel versteld staan van de wetenschap van de mens en van wat hij daarmee presteert. Men behoeft alleen maar aan de vliegtuigen te denken die er elke dag en nacht door de lucht gaan, zonder dat er veel ongelukken bij gebeuren. En dat terwijl zij met zo'n zware lading met een ontzaglijke snelheid zich door het luchtruim begeven. Vanaf de grond wordt alles geregeld. Werkelijk, wat de technische uitvindingen betreft, staan we voor wonderen. En we maken er ook nog dankbaar gebruik van, wanneer ze ons te pas komen. Maar het Woord van God zien we in vervulling gaan. De wetenschap zal vermenigvuldigd worden. In het naspeuren ook van wat in Daniels profetie beschreven staat, zal de wetenschap vermenigvuldigd worden. Dus op godsdienstig terrein zal de wetenschap vermenigvuldigd worden. Die wordt wel zo vermenigvuldigd, dat men steeds meer moderne opvattingen krijgt. Eerlijk vriend, ik kan die wijsheid op het punt van de godsdienst ook niet meer bijhouden. Ze gebruiken maar te veel geleerde woorden voor wat ze zeggen en schrijven. Ik ben blij dat er in de Bijbel niet zoveel van die geleerde woorden staan. En de Bijbel is toch ook wel een boek dat geschikt is voor geleerde mensen. Het eigenaardige is ook nog, dat al worden er gewone Hollandse woorden gebruikt, dat die geleerde mensen die gewone Hollandse woorden niet begrijpen. Dat doet me toch denken aan de woorden van de Heere Jezus, dat het voor de wijzen en de verstandigen verborgen is, maar de kinderkens is geopenbaard. Al ben ik niet zo geleerd als die mensen, hun dwalingen doorzie ik nog wel. Wat dat betreft maken ze me niet veel meer wijs. Eenvoud is altijd maar kenmerk van het ware. De zuivere Waarheid heeft zoveel vreemde woorden niet nodig. Ik heb ook altijd getracht om voor het eenvoudige volk zoveel mogelijk het gebruik van allerlei vreemde woorden te mijden. Daar ik me op het gebruik daarvan niet heb toegelegd, ben ik er ook niet zo vaardig in. En u "m^ag verder van mij wel weten, dat ik het steeds meer benauwd krijg onder het vermenigvuldigen van de wetenschap.

HOPENDE: Daar kunnen we het wel benauwd onder krijgen ook, want als de mens niet zo verdorven was door de zonde, dan zou het vermenigvuldigen van de wetenschap hem, niet zoveel kwaad doen. Nu zien we het echter wel in de tijd die wij beleven, waartoe het vermenigvuldigen van de wetenschap de mens brengt. Hoe wijzer dat men een dief maakt, hoe meer dat hij gaat stelen. De mens kan uit zichzelf niet anders dan de verkeerde kant opgaan met het vermenigvuldigen van de wetenschap. We zijn het beste met een geheiligde wetenschap. En och vriend, daar kan ik nu zo weinig van bij mezelf vinden. Ik ben onvernuftiger dan iemand en ik heb geen mensenverstand.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen