Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terzijde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terzijde

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onderwijs

Enkele uitspraken van Ds. Kersten, door hem in de Tweede Kamer gedaan, over de principiële kwestie van de keuze tussen openbaar of bijzonder onderwijs: , , De openbare school is ons volk opgelegd. De Bijbel is van onze scholen weggeroofd en in het volk blijft de roep, blijft de eis, dat de Bijbel op de school zal worden teruggebracht, want èn huisgezin èn Kerk èn school zullen moeten vormen één geheel." (door hem gesproken in de Tweede Kamer op 3 juni 1924).

„Mijnheer de Voorzitter! Men heeft ons de school afgenomen. Het liberalisme, door Rome gesteund, schiep een neutrale volksschool, een school, die voor Protestanten en Roomschen beiden dienen moest; voor Jood en heiden. Zulk onderwijs moest dan opvoeden tot Christelijke en maatschappelijke deugden. Ieder moest kunnen beseffen, dat dit onderwijs onbevredigd moest laten, althans niet bevredigen kon noch mocht ieder, die voor God zich geroepen acht zijn kinderen op te voeden in de vermaning en vreeze des Heeren. Door de neutralisering der volksschool, door die school zelfs een propagandamiddel te maken voor het ongeloof, zijn wij gedrongen tot bouw van eigen scholen. Wij konden, wij mochten niet anders." (in de Tweede Kamer, 15 december 1926).

„Mijnheer de Voorzitter! Het standpunt, dat de Staatkundig Gereformeerde Partij ten aanzien van het onderwijs inneemt, acht ik van algemeene bekendheid. Wij aanvaarden onder de gegeven omstandigheden de bijzondere Christelijke school noodgedrongen. Tot de stichting van die bijzondere Christelijke scholen zijn wij geperst, omdat men de openbare school, waaraan velen zeggen hun hart nog verpand te hebben, haar van ouds Gereformeerd karakter heeft ontnomen, en er niet meer de beginselen leert, waarin wij onze kinderen moeten opvoeden. Met de huldigen toestand zijn wij niet te zeer verheugd. De verdeeldheid, die in ons volk, vooral op het gebied van het lager onderwijs heerscht, is voor ons geen begeerlijke toestand. Evenwel zijn wij verplicht onzen kinderen Christelijk onderwijs te geven, d.w.z. onderwijs, gebaseerd op Gods Woord. Dat zijn wij jegens God duur verplicht." (Tweede Kamer, 16 december 1927).

„Door de droeve verzaking van de beginselen van Gods Woord is de noodzakelijkheid geboren van eigen scholen te stichten. Evenwel niet om in die verdeeldheid op schoolgebied te berusten. Hoe eer aan dezen toestand een einde gemaakt wordt, hoe aangenamer het ons zijn zal, doch dat kan alleen, als de Overheid, haar roeping getrouw, onderwijs geeft, gebouwd op de beginselen, die eens als het fondament van onze Staatsformatie zijn gelegd." (Tweede Kamer, 30 maart 1928).

„De toestand is deze, toen van de school Gods Woord werd weggenomen, de ouders voor de vraag kwamen te staan, of zij hun kinderen mochten toevertrouwen aan het onderwijs op scholen, waar zij niet alleen buiten het Woord Gods worden gehouden, maar waar ook gebouwd wordt op een beginsel, dat geheel in strijd is met het beginsel, dat Gods getuigenis ons geeft. Uit innerlijke overtuiging hebben vele ouders die vraag ontkennend beantwoord. Het heil hunner kinderen drong hen, en uit dien drang is geboren de roep om bijzonder onderwijs, om scholen, die zij zelf moesten bouwen, en die zij gebouwd hebben na zwaren strijd." (Tweede Kamer, 2 december 1930).

„Wij moeten daarheen terug, dat ons volk weer geplaatst wordt op de helaas verlaten, doch vaste en onwrikbare beginselen der Hervorming. Nu men van de openbare school die beginselen met beslistheid weerde, zijn wij genoodzaakt geworden de openbare school te verlaten. Wij moesten! (...) Het is dus duidelijk, dat wij de Overheid niet ontheffen van den plicht om zorg te dragen, dat de kinderen van ons volk onderwijs gegeven wordt in de beginselen, welke ik zooeven aangaf. Zoolang echter aan die verplichting niet wordt voldaan, achten wij ons genoodzaakt, onze kinderen op afzonderlijke scholen op te voeden in de vermaningen en de vreeze des Heeren." (Tweede Kamer, 2 december 1930).

Wij hebben een aantal citaten willen geven uit Kamerredevoeringen van Ds. Kersten, die onze lezers in het algemeen niet tot hun beschikking zullen hebben. „De conclusie is duidelijk. Ds. Kersten onthief de overheid niet van haar plicht om onderwijs te geven, maar dan wel onderwijs dat gegrond is op Gods Woord. Hij koos zeer duidelijk voor de ene, openbare school, dus voor onderwijs dat rechtstreeks van de overheid uitging, maar dan moest dat natuurlijk wel een openbare school zijn, gebouwd op de aloude gereformeerde beginselen. Alleen omdat en zolang dat niet het geval was, aanvaardde hij de bijzondere school als noodoplossing.

Men kan dat ook vinden in de partijrede van 1926 „Breken en bouwen" (opgenomen in „Hoort de roede"), pag. 19 en 20, waar Ds. Kersten zeide: „Ik wil gaarne mijn geringe krachten geven aan de vorming van één school; ik geloof die eene school zou door de Regeering dan moeten onderhouden; doch dat zou de school zijn waar Gereformeerd onderwijs gegeven werd en niet anders. Die scholen heeft men ons ontnomen. Van de openbare school is Gods Woord geweerd; de neutraliteit, die men daar huldigde, en de maatschappelijke en Christelijke deugden, die men daar ging verheerlijken, zijn ons Geref. volk een vloek geworden. Wij mogen onze kinderen aan zulk een school niet toebetrouwen. Wij moesten komen tot zelfstandig onderwijs. Men heeft ons gedwongen (...) Morgen aan den dag moge weer van overheidswege in het gansche land Gereformeerd onderwijs gegeven; en de Heidelbergsche Catechismus weder op alle scholen teruggevoerd worden, 't Zal ons volk een rijken zegen zijn en geen kind bederven. Doch zoolang dat niet het geval is, moeten wij hebben onze eigen scholen." De conclusie moet wel zijn, dat de overheid ten opzichte van het onderwijs een taak en verantwoordelijkheid heeft die, althans in de opvatting van Ds. Kersten, veel verder gaat dan alleen „aanvullend, controlerend en ondersteunend". Ds. Kersten rekende het tot haar taak, ook zelf rechtstreeks onderwijs te geven, gebouwd op de aloude gereformeerde beginselen. Men doe dat standpunt van Ds. Kersten in onze dagen dan ook niet laatdunkend af als „staatsopvoeding''.

Dit onverminderd de rechten en plichten der ouders als eerstverantwoordelijken voor de opvoeding van hun kinderen. Maar die rechten en plichten worden niet aangetast, wanneer het (zuiver op Gods Woord gegronde) onderwijs van de overheid uitgaat, net zo min als die rechten en plichten der ouders aangetast worden, nu in onze kring thans (als noodoplossing) vele scholen van kerkeraden uitgaan.

Overigens kunnen we best begrijpen dat er vrees is, dat de overheid van zulk een vergaande haar toegekende onderwijstaak misbruik maakt. Voor die vrees is, zeker in onze tijd, reden. Maar zij mag geen reden zijn om de eis aan de overheid anders te stellen, net zo min als wij de overheidstaak om de ware godsdienst te handhaven, mogen laten varen, ook al is het gevaar niet denkbeeldig, dat er een overheid zou kunnen komen, die van deze haar toegekende plicht misbruik zou maken tot onderdrukking juist van de ware belijders.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 september 1989

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Terzijde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 september 1989

De Wachter Sions | 8 Pagina's