Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terzijde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terzijde

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Feestdagen

De wekelijkse rustdag is een inzetting Gods. De christelijke feestdagen zijn door de kerk ingesteld. Dit onderscheid hebben de Gereformeerden vanouds benadrukt.

In de Middeleeuwen waren de christelijke feestdagen steeds talrijker geworden, niet alleen de feestdagen zoals wij die nu nog kennen, maar ook ter ere van Maria, apostelen, heiligen, martelaren enz. Het volk was daar zeer op gesteld omdat het vrije dagen waren, die overwegend doorgebracht werden in losbandigheid en werelds vermaak. Uit reactie tegen die misbruiken hebben de Hervormers aanvankelijk geijverd voor afschaffing van alle feestdagen, om alleen de zondag te onderhouden.

Luther schreef in 1520: „Gave God dat in de christenheid geen feestdag ware. Maar nu zijn wij met vele feestdagen geplaagd, tot verderf van de zielen, lichamen en goederen". Doch later veranderde hij van gedachten en wilde hij die feestdagen behouden die de heilsfeiten gedenken die genoemd worden in de Twaalf Artikelen.

In Geneve werden terstond bij de doorvoering van de reformatie in 1536 onder leiding van Farel en Viret alle feestdagen afgeschaft. Calvijn was het hier geheel mee eens. Zo is bekend, dat hij op 25 december 1555 gewoon over een vervolgstof uit Deuteronomium (21 : 10-14, de vrouw in krijgsgevangenschap) preekte. In navolging van Geneve bewerkte John Knox, dat ook in Schotland de feestdagen werden afgeschaft, en de Schotse kerk houdt nog tot op de huidige dag aan dit standpunt vast. Men was van oordeel, dat de feestdagen niet door God waren ingesteld, en afbreuk deden aan de hoge betekenis van de zondag.

Op de synode van Dordrecht, 1574 werd besloten, „dat men met de zondag alleen tevreden zal zijn". Speciaal werd vermaand de kerstdagen af te schaffen. Om dit te bereiken, werd de predikanten door de synode aangeraden, op de zondag vóór de kerst „de gewoonlijke materie van de geboorte Christi" te behandelen, zoals ook in de vrijheid der predikanten werd gesteld om op paaszondag van de verrijzenis Christi en op pinksterzondag van de zending des Heiligen Geestes te leren. Maar de feestdagen in de week mochten in elk geval niet meer gehouden worden.

Dit synodebesluit viel evenwel slecht bij het volk. Toen bijvoorbeeld in Leiden op de kerstdagen geen diensten werden gehouden, was de gemeente, „ijverig zijnde om des Heeren Woord te horen", daar niet tevreden mee en vernemende dat er in Delft, Dordrecht, Den Haag en Rotterdam wel op de kerstdagen gepreekt was, schreef het volk in Leiden de afschaffing toe aan de „luiheid" van de predikanten.

In andere plaatsen waar de feestdagen in de week afgeschaft werden, was het gevolg dat het volk zich op die dagen overgaf aan „lediggang die tot wulpsheid mocht overslaan" of dan maar weer bij de roomsen naar de kerk ging. De oorzaak was, dat de overheid niet van zins was, deze dagen weer als werkdagen aan te merken, zodat het voor het volk vrije dagen bleven, ook al werd er geen kerk gehouden.

De synode van Dordrecht, 1578 zag zich daarom genoodzaakt, het besluit van 1574 wat te wijzigen. Deze synode sprak uit: „Het ware wel te wensen dat de vrijheid van zes dagen te arbeiden, van God toegelaten, in de kerk gehouden en de zondag alleen gevierd mocht worden. Nochtans dewijl sommige andere feestdagen door autoriteit der overheid onderhouden worden, te weten de kerstdag met de navolgende dag, insgelijks de tweede paasdag en tweede pinksterdag en in sommige plaatsen de (nieuw)jaarsdag en de hemelvaartsdag, zo zullen de dienaars (predikanten) naarstigheid doen dat zij met predikatiën in dewelke zij inzonderheid van de geboorte en verrijzenis Christi, zending des Heiligen Geestes en dergelijke artikelen des geloofs de gemeente leren zullen, de onnutte en schadelijke lediggang in een heilige en profijtelijke oefening veranderen. Hetzelfde zullen de kerkedienaren in die steden doen, waar meer feestdagen door de autoriteit der overheid onderhouden worden. Intussen zullen alle kerken arbeiden, dat het gewoonlijk gebruik van alle feestdagen behalve de kerstdag (dewijl pasen en pinksteren op de zondag komen) zoveel mogelijk en op het allervoeglijkst afgedaan wordt".

Men moest dus blijven aandringen dat de overheid de feestdagen als vrije dagen zou afschaffen, waarbij de synode nu wel een uitzondering maakte voor de eerste kerstdag; die zou mogen blijven. Maar zolang de overheid nog niet tot afschaffing overging, was het maar beter kerk te houden, om de „onnutte en schadelijke lediggang" op die dagen tegen te gaan.

De synode van Middelburg, 1581 sprak zich in dezelfde geest uit en zo ook de synode van Den Haag, 1586. Immers, deze bepaalde in Artikel 60 van haar kerkorde: „De gemeenten zullen onderhouden, benevens de zondag, de kerstdag, pasen en pinksteren. Maar ter plaatse waar meer feestdagen door bevel der overheden gehouden worden, tot gedachtenis van de weldaden Christi (zoals de besnijdenis Christi en hemelvaartsdag), zullen de dienaars arbeiden dat zij met prediken de lediggang des volks in een heilige en nutte oefening veranderen". Hoezeer toen kerst, pasen en pinksteren inmiddels al aanvaard waren, moge ook blijken uit een ander artikel van de kerkorde van 1586, Artikel 56, dat luidt: „Het avondmaal des Heeren zal ten twee maanden eens, zoveel mogelijk is, gehouden worden, en zal stichtelijk zijn, daar het de gelegenheid der kerken lijden kan, dat op de paasdag, pinksterdag en kerstdag hetzelve geschiede".

Op de duur hebben de kerkelijke vergaderingen hun bezwaren tegen de feestdagen laten varen. Dat is gebleken op de synode van Dordrecht, 1618-1619. In de kerkorde van deze synode werd niet alleen in Artikel 63 de uitspraak betreffende de avondmaalsviering gehandhaafd, maar ook bepaalde de synode in Artikel 67: „De gemeenten zullen onderhouden benevens de zondag ook de kerstdag, pasen en pinksteren, met de navolgende dag. En dewijl in de meeste steden en provinciën van Nederland daarenboven nog gehouden worden de dag van de besnijdenis en de. hemelvaart Christi, zullen de dienaars overal waar dit nog in gebruik niet is, bij de overheden arbeiden dat zij zich met de anderen mogen conformeren (= overeenkomen)".

Men ziet, hoe de mening veranderd was. De synode van 1618-1619 aanvaardde nu ook voor het eerst de tweede feestdagen. En wat betreft de dag van de besnijdenis van Christus (de nieuwjaarsdag) en de hemelvaartsdag was de opvatting ook omgedraaid. Die plaatselijke overheden die aan de aansporingen van vorige synoden gevolg hadden gegeven en deze dagen als vrije dagen hadden afgeschaft, zouden nu één lijn moeten trekken met de andere plaatsen en ze dus weer in moeten voeren.

En zo is het de gedragslijn gebleven tot op heden. Wij zeggen, dat het onderhouden van de feestdagen tot de „middelmatige zaken" behoort, mits maar duidelijk is dat de wekelijkse rustdag de voornaamse is en blijft. Want deze is van goddelijke instelling, terwijl de feestdagen door de kerk zijn ingesteld. Wel mag daaraan toegevoegd worden, dat de Heere er Zijn goedkeuring aan betoond heeft, door Zijn volk en knechten op deze dagen in de overdenking van de stof somwijlen bijzonder te zegenen met de blijken Zijner tegenwoordigheid. Moge het ook nu nog weer ondervonden worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 1989

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Terzijde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 1989

De Wachter Sions | 8 Pagina's