Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het tweede kwaad (7)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het tweede kwaad (7)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een historiële bevatting van de waarheid

Niet alle geloof is het zaligmakend geloof. Velen stemmen de leer van Gods Woord toe, zonder dat het hen innerlijk beroert. Ze leven voort alsof het hen niet aangaat en alsof ze niet eenmaal rekenschap voor Gods rechterstoel zullen moeten afleggen. Het is een toestemmen zonder meer. Dit geloof is wezenlijk onderscheiden van het ware, zaligmakende geloof. Ds. Kersten zegt ons in zijn Dogm. II, blz. 155, dat het een vrucht is van de algemene werkingen des Geestes. Helaas menen velen in onze dagen, dat er geen wezenlijk verschil is tussen het historieel geloof en het zaligmakende geloof. Behalve dat er veel onverschilligen zijn, die zich achter hun onmacht verschuilen, zijn er ook velen die een historiële bevatting van de waarheid voldoende achten.

Ook is er het tijdgeloof. Dat heeft een diepere strekking, zo leert ons ds. G.H. Kersten. Het gaat gepaard met enig uiterlijk genoegen. Het wast doorgaans ook spoedig op. De tijdgelovige kan enige tijd in overtuiging verkeren, Gods volk gelukkig achten en zelfs met lof spreken van de dienst des Heeren. De rechte vernedering des harten wordt echter gemist. Het bemint meer de goederen van het Verbond, namelijk kwijtschelding van straf, dan de Persoon van Christus. Velen keren na verloop van tijd terug tot de wereld, zoals een hond weerkeert tot zijn uitbraaksel. Ook de tijdgelovige heeft niet meer dan een historiële bevatting, zij het dan met een oppervlakkig vermaak.

Hoewel het een tijdgeloof wordt genoemd, is het toch soms van lange duur. De bekende Hermannus Witsius schrijft in zijn werk over de Verbonden Gods, blz. 365: „Maar omdat het kan gebeuren, ja dikwijls geschiedt, dat de mensen, wanneer de zaken van de kerk voorspoed hebben, in deze belijdenis des geloofs en ingebeelde blijdschap en zodanige levenswandel, welke zij menen tot de godzaligheid genoegzaam te zijn, tot het einde van hun leven volharden, zo wordt de naam van tijdelijk geloof, welke van de Heere alleen aan het geloof der afvalligen gegeven is, minder bekwaam gegeven aan dit geloof, hetwelk wel niet zaligmakend is, maar nochtans standvastig". Witsius wil dan ook liever spreken van een laatdunkend of verwaand geloof. Ook hierbij zien we, dat de rechte vernedering des harten gemist wordt.

Het lijkt ons, dat ds. Harinck aan dit onderscheid geen of niet voldoende aandacht geeft. Zo lezen we in noot 15 op blz. 66: „Het Evangelie, dat we moeten geloven is niet, dat God mij liefheeft en Jezus voor mij gestorven is, maar dat God Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe". Op blz. 173 lezen we: „Het gaat om de geopenbaarde genoegzaamheid van Christus' verzoening en niet om het geloof in de verborgen intentie van Christus' verzoening. God eist geloof voor Zijn boodschap, dat een iegelijk, die de gekruisigde Christus aanschouwt en in Hem gelooft het eeuwige leven zal hebben". Met een geloof, op deze wijze bepaald, zullen er nog velen gevonden worden. Zij zullen als waarheid aannemen en bevestigen, dat zij die in Christus geloven het eeuwige leven zullen hebben. Ook zullen zij de oneindige waardij van Christus' zoendood belijden. Maar dit houdt niet in, dat zij die alzo geloven nu ook het ware zaligmakende geloof ontvangen hebben. Noodzakelijk is, dat de rechte zielsvernedering gevonden wordt, om zichzelf niet met een historieel of tijdgeloof gerust te stellen. Dat is een zaak van groot gewicht om niet bedrogen uit te komen.

Daarom wil ik trachten iets te schrijven over het onderscheid tussen het zaligmakende werk van Gods Geest in de harten der uitverkorenen, en het werk, zoals dat in de harten van veel tijdgelovigen gevonden wordt. Alleen enkele wezenlijke zaken worden vermeld, zonder een orde of een maat te bepalen.

Een ziel, die de bovennatuurlijke, krachtige, zoete, wonderlijke, verborgen en onuitsprekelijke werking van de Heilige Geest ontvangt, ziet behalve zijn dadelijke zonden ook de staat waarin zij verkeert. Zij ziet, dat zij God de rug heeft toegekeerd en niet het aangezicht. En dat om nooit tot God terug te keren. Zij leeft in een staat van vijandschap. Al de roepstemmen des Heeren heeft zij achter haar rug geworpen. De godsdienstige verrichtingen, als zij die al waarnam, waren maar uiterlijk en zonder enige oprechtheid. De taal van het hart was: Wijk van mij, want aan de kennis Uwer wegen heb ik geen lust. Nooit recht acht geslagen op de weg der zaligheid, voorgesteld in de Heere Jezus, omdat zij de zonden niet wilde verlaten en niet een verloren smekeling wilde worden. Boven-

dien aanschouwt zij de heerlijkheid Gods, een beminnenswaardig Wezen, te rein van ogen om het kwade te kunnen aanschouwen, terwijl de heiligheid de glans is van Zijn Goddelijke Majesteit. Een God, Die alleen gediend kan worden in Geest en in waarheid en Wiens Wet geestelijk is. Zij aanschouwt, dat zij verloren ligt en dat door eigen vrije moedwil en schuld. Haar mond wordt gestopt, zodat zij op duizend vragen niet één kan beantwoorden, zoals alle monden eenmaal op de dag des Heeren gestopt zullen worden. Dat is het beginsel van de ware vernedering. Dat is in het toevallend recht. Hoewel nu Gods Woord in het algemeen spreekt van bekering en geloof, spreekt de Heere door Zijn Geest en Woord zulken in het bijzonder toe, dat Hij alleen God is en dat er niemand meer is die verlossen kan, en dat er ook verlossing bij Hem is. Dit verbreekt de ziel geheel en al, doet haar begeren de Heere te vrezen. Maar zulk een ziel komt op een weg, waarin er van haar bekering en geloof niets terecht komt. Bovendien is zij geheel blind en onwetend, inzonderheid in die weg, hoe nu een heilig God met zulk een goddeloos zondaar van doen kan hebben. Maar we hebben nu voldoende zaken aangegeven, welke de Heere door Zijn Geest werkt. Die vernedering wordt gemist bij de onverschillige historiëel gelovige en bij de tijd-of hoogmoedig gelovige.

De tijdgelovige krijgt ook een gezicht van zonde en schuld. Maar het toevallen van Gods recht in alles wat de Heere rechtvaardig eist, maar wat hij niét volbrengen kan, wordt gemist. Meestal dadelijk, maar doorgaans zeer spoedig, is er ook een opluchting en blijdschap in de ziel. Er wordt immers genade in Gods Woord bekend gemaakt en in de Heere Jezus is toch een volkomen verzoening te vinden? Wat nu juist voor Gods kinderen zulk een grote en verborgen zaak is, kunnen zij met hun verstand al dadelijk goed begrijpen. Zij houden dan ook niet van die och-en ach-mensen, die niet kunnen doorbreken en in de banden en boeien hun weg moeten gaan. Ook houden ze niet van zulke mensen, die met Gods recht verenigd zijn geworden en in wier hart de Heere Jezus Zich geopenbaard heeft als de Gezondene des Vaders om de armen het Evangelie te verkondigen. Zij wandelen op de weg der bekering en daar zijn ze niet geheel onvoldaan over. Die strenge Tuchtmeester, die hen uit al hun sterkten drijft en alle hoogten terneder werpt, die zich verheffen tegen de kennis van Christus, wordt bij hen niet gevonden. De Heere eist geloof en dat mogen ze immers betrachten? Want deze waarheid weten ze heel goed: „Er is geen vreselijker zonde, dan de zonde van ongeloof". (173). En daarmee staan ze ver boven de armen en de kleinen, die dat ook van ganser harte belijden. Maar die stijldiep afhankelijk zijn van de bediening van Gods Geest.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 februari 1990

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Het tweede kwaad (7)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 februari 1990

De Wachter Sions | 8 Pagina's