Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De wapenrusting Gods 110.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De wapenrusting Gods 110.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Doet aan de gehele wapenrusting Gods." (Efeze 6:11)

“Indien Hij een dief is, dan is het slechts hierin, dat Hij uw zonde van u wil wegnemen, om u de hemel er voor in de plaats te geven. Ach, ik bid u, om Gods wil, bedenkt toch wat gij doet! Het is het eeuwige leven, dat gij van u wegdoet, en dit doende oordeelt gij zelven, dat gij het onwaardig zijt. Handelingen 13:46.

2. Het bestraft ook diegenen die satans instrumenten zijn om de zielen te beroven van hetgeen hemels is. Onder dieven zijn er sommigen, die gij speurhonden noemt, dat zijn zij, die navraag doen, waar de roof is te verkrijgen, en als zij dan ontdekken, dat iemand met geld of goed op weg is, dan zenden zij een ander om hem er van te beroven; maar laten zichzelven er niet bij zien. De duivel is de grote speurhond, hij bespiedt de Christen in zijn wandel - welke plaatsen hij bezocht en met welke personen hij omgaat, welke genade of welken hemelse schat hij in zijn hart draagt - en als hij dit dan alles weet, dan heeft hij zijn werktuigen, die zijn plannen uitvoeren. Aldus heeft hij de bewonderenswaardige genade gezien van Job, en overlegde hij, hoe hij hem het best van zijn hemelse schatten zou kunnen beroven. En wie zal dit nu voor hem doen? Wie anders dan zijn vrouw en zijn vrienden? Wel wetende, dat zijn verhaal in hun mond geloof zal vinden. O mijn vrienden, onderzoekt uw geweten, en vraagt, of gij de duivel nooit die soort van diensten hebt bewezen. Gij hebt wellicht een kind, of een dienstbode, die eens de blik ten hemel hebben gericht, maar gij hebt hen donker aangezien en weggeschrikt, en nu zijn zij wellicht zo vleselijk gezind, als gij ze slechts hebben wilt. Of wellicht was uw huisvrouw, eer zij u kende, vol van leven in de wegen Gods; maar sedert zij overgeplant werd in uw koude grond, is zij door uw zinledige gesprekken, of door uw wereldgezindheid en formalisme kwijnend in haar staat van genade, en heeft zij haar blijdschap en vertroosting verloren. O mens, welk een beschuldiging zal hierom voor Gods rechterstoel tegen u worden ingebracht! Het zou u minder slecht vergaan, als gij iemand van zijn geld en zijne juwelen had beroofd, dan nu gij hem zijn genade en vertroosting hebt doen verliezen.

3. Het bestraft de treurige achteloosheid, die het meest openbaar wordt in het streven naar deze hemelse prijs. Er is niemand, die niet blij zou zijn, als zijn ziel ten laatste behouden en zalig werd; maar waar zijn de mannen of de vrouwen, die door hun krachtig pogen streven, dat het hun ernst is? Welke krijgshaftige toebereidselen maken zij tegen satan, die zich tussen hen en hun huis stelt? Waar zijn hun wapenen? Waar hun bekwaamheid om ze te hanteren, hun vastberadenheid om in de strijd te volharden, hun verstandige zorg om er zich dagelijks in te oefenen?

Helaas, dit is een zeldzaamheid, die in ieder huis, waar de belijdenis van de godsdienst uithangt, volstrekt niet wordt gevonden. Indien het "ik wou" en "ik wenste" hen in de hemel kon brengen, dan zouden zij er wel komen: maar wat dit worstelen en strijden aangaat, en dit maken van de godsdienst tot ons bedrijf, onze levenstaak, daar zijn zij thans even ver van verwijderd, als zij ten laatste van de hemel verwijderd zullen zijn. • De lieden van TuUy zijn van deze mening en gezindheid, als zij lui en traag in het gras liggen, en zeggen: "O dat dit werken ware! , dat ik hier al nederliggende mijn werk kon doen." Evenzo brengen velen hun leven door in traagheid en niets doen, en in hun hart zeggen zij: "O dat dit de weg ware naar de hemel!" maar de middelen niet willen gebruiken om zich van genade te voorzien voor zulk een onderneming. Ik heb gelezen van een groot vorst in Duitsland, wiens land ingenomen was door een vijand, die machtiger was dan hij. Door de vrienden en bondgenoten, die ter zijner hulp aansnelden, had hij echter weldra een schoon leger op de been; maar, naar hij zeide, had hij geen geld om het te betalen; de waarheid evenwel was, dat hij het geld er niet voor wilde afstaan, waarom sommigen ontevreden weggingen, anderen zich weinig moeite gaven om zijn zaken te behartigen, zodat hij weldra uit zijn rijk werd verdreven. Toen nu zijn paleis geplunderd werd, vond men zijn koffers propvol met geld. Aldus werd hij tot de ondergang gebracht, gelijk sommige kranken sterven, omdat zij de kosten niet willen doen om een dokter te laten komen.

Het zal de rampzaligheid der verdoemden verzwaren, als zij tijd genoeg zullen hebben om eens na te gaan, wat zij verloren hebben, toen zij God hebben verloren, om te gedenken aan de middelen, de aanbiedingen en de talenten, die zij eens ter hunner beschikking hadden, om het eeuwige leven te verkrijgen, maar geen hart hadden om er gebruik van te maken.

4. Het bestraft hen, die veel leven en beweging maken in de godsdienst, vooraan staan in hun belijdenis, en zich ijverig bemoeien met de strengste plichten, alsof de hemel geheel hun hart had gemonopoliseerd. Maar het gaat hun als de adelaar: ls zij het hoogst vliegen, is hun prooi beneden op de aarde, waar ook hun oog is. Zulk een geslacht is er altijd geweest en zal er altijd zijn - een geslacht van mensen, die zich onder de heiligen Gods mengen - aanspraak maken op de hemel, hun uitwendig kleed opgesmukt hebben als het ware met hemelse taal en hemelse plichten, terwijl hun hart gevoerd is met geveinsdheid - waardoor zij anderen, maar veel meer nog zichzelven, bedriegen. Dezulken kunnen der wereld heiligen zijn, maar in Christus schatting zijn zij duivelen. "Heb Ik niet u twaalf uitverkoren? en één uit u is een duivel." En gewis, van alle duivelen is geen zo slecht als de belijdende duivel, de prekende, biddende duivel. O mijne vrienden, weest toch oprecht! De godsdienst is zo teer als uw oog, daar valt niet mede te schertsen. Gedenk aan de wraak, waardoor Belsazar getroffen werd, terwijl hij bij zijn profane feestviering de vaten des heiligdoms gebruikte. De godsdienst en de plichten, die er aan zijn verbonden, zijn gewijde zaken, die niet gemaakt zijn om er u uw lusten en begeerlijkheden uit te laten drinken. God is op merkwaardige wijze verschenen in de ontdekking en beschaming van hen, die heilige zaken misbruikt hebben tot wereldse doeleinden. Isebel vast en bidt, om des te beter Naboth's wijngaard te kunnen verslinden; maar zij werd er zelf door verslonden. Absalom was, totdat hij zijns vaders kroon roofde, even krank als zijn broeder Ammon, totdat deze de kroon der eer had geroofd van zijn zuster, en om zijn verraad te verbergen, hult hij zich in een godsdienstige mantel, en daarom vraagt hij verlof om naar Hebron te mogen gaan en er zijn geloften te betalen, terwijl hij gans wat anders in het schild voerde. En is hij niet door de hand zijner geveinsdheid gevallen? Van alle mensen is het oordeel van diegenen het snelst bevestigd, die wereldse of goddeloze ondernemingen verzilveren met een hemelse schijn. Tot deze kliek behoorden zij, betreffende wie de apostel zegt: Hun verderf sluimert niet" (2 Petrus 2:3) en zij, tot wie God zegt: Ik ben de HEERE, hem zal geantwoord worden door Mij: n Ik zal mijn aangezicht tegen dienzelve man zetten, en zal hem stellen tot een teken en tot spreekwoorden, en zal hem uitroeien uit het midden mijns volks; en gijlieden zult weten, dat Ik de HEERE ben." (Ezechiël 14:7, 8).

Hoe de Christen kan weten of de hemel de prijs is, die hij boven alles begeert.

Tweede toepassing. Beproeft, of het hemelse dingen zijn, of aardse, die gij het meest najaagt. Gewis, mijne vrienden, wij zouden niet zo onbekend zijn met de toestand onzer ziel, als wij maar meer onze eigen gedachten nagingen en opmerkten, waar ons hart naar uitgaat. Wij weten spoedig te zeggen, welke spijze ons gehemelte het aangenaamst is, en kunt gij dan niet zeggen, of het de hemel is of de aarde, die de kostelijkste spijze is voor uw ziel? En zoudt gij vragen hoe gij kunt weten, of de hemel de prijs is, die gij boven alles begeert, dan zou ik u slechts aan deze tweeledige proef willen onderwerpen.

1. Zijt gij éénvormig in uw streven? Strijdt gij voor de hemel en ook tevens voor hetgeen ten hemel henenleidt? Het behaagt God om aardse goederen stuksgewijze, in grotere of kleinere delen, te geven - allen hebben er wat van, maar niemand heeft alles. Maar de hemelse schatten verbrokkelt Hij niet. Indien gij de hemel wilt hebben, dan moet gij Christus hebben; indien gij Christus wilt hebben, dan moet gij Zijn dienst liefhebben, zowel als Zijn offerande. Geen heiligheid, geen geluk. Indien God er zoveel afwilde doen, als het de mensen zou believen, dan zou Hij liefhebbers genoeg vinden, zelfs aan Bileam behaagt het een einde van het stuk, hij zou "de dood des rechtvaardigen" willen sterven, ofschoon hij wilde leven als een tovenaar. Neen, God wil met zulke kooplieden in het klein geen zaken doen; alleen die mens is voor God, en God voor hem, die Gods aanbieding gaarne en in haar geheel wil ontvangen. Heiligheid en gelukzaligheid worden zeer gepast vergeleken bij de twee zusters. Rachel en Lea. Gelukzaligheid schijnt, evenals Rachel, de schoonste - zelfs een vleselijk gezind hart kan haar liefhebben; maar heiligheid, is, gelijk Lea, de oudste, en ook zij is schoon, ofschoon zij zich in dit leven niet op het voordeligst toont - haar ogen zijn dof door de tranen des berouws, en haar gelaat doorploegd met de rimpels der doding van het vlees.

Wordt vervolgd

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 februari 1991

De Wachter Sions | 8 Pagina's

De wapenrusting Gods 110.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 februari 1991

De Wachter Sions | 8 Pagina's