De hemelvaart des Heeren

Meditatie

“De Heere dan, nadat Hij tot hen gesproken had, is opgenomen in den hemel en is gezeten aan de rechterhand Gods". Markus 16:19.

Geliefden,

Wij lezen in Lukas 24:34: De Heere is waarlijk opgestaan en is van Simon gezien". Gestorven en begraven, kon Hij toch van dezelve dood niet gehouden worden. Volkomen heeft de Heere aan het Goddelijke recht voldaan en de schuld Zijner uitverkorenen verzoend. Door de zonden lag ook de ganse uitverkoren schare onder het oordeel des doods. En ook voor hen gold het: Vervloekt is een iegelijk die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet om dat te doen". Doch de Middelaar heeft voor hen de schuld betaald en de vloek weggenomen. Hij is gestorven om onze zonden en opgewekt tot onze rechtvaardigmaking, zegt de apostel. De Goddelijke gerechtigheid eiste de dood van de Borg, maar eiste ook Zijn opstanding. En Christus kon volmaakt getuigen: Ik heb U verheerlijkt op de aarde; Ik heb voleindigd het werk, dat Gij Mij gegeven hebt om te doen. En nu verheerlijkt Mij, Gij Vader, bij Uzelven met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld was".

Nu dat heeft de Vader allereerst gedaan door Hem uit de dood op te wekken en daarmede getoond dat Hij volkomen genoeggedaan was door het offer van Zijn Zoon. Maar zal Hem nog meer verheerlijken door zijn hemelvaart en Zijn zitten aan Zijn rechterhand op de troon Zijner heerlijkheid. Nadat de Heere Jezus uit de dood was opgewekt, heeft Hij Zich nog veertig dagen aan Zijn discipelen vertoond en gewisse kentekenen gegeven van de zekerheid Zijner opstanding. Maar ook met hen sprekende van de dingen die het Koninkrijk Gods aangaan. Wat waren de discipelen bedroefd en bevreesd toen de Heere gestorven en begraven was. Met alles wat zij voordien doorleefd hadden, zijn zij in de onmogelijkheid terecht gekomen. Golven en baren van angst en vertwijfelingen vervaarden hun zielen. "En wij hoopten, dat Hij was degene Die Israël verlossen zou." Hun hoop en verwachting was afgesneden. Hun Liefste was geweken en toch lag er iets in hun ziel verklaard, dat de ganse hellemacht er niet uit kon krijgen en dat waren de liefdesuitgangen naar Hem, Die hun boven alles dierbaar geworden was.

Doch de Heere heeft hen niet vergeten in hun smart, maar heeft hen Zelf opgezocht. Zijn hand tot de kleinen gewend en als die grote Herder der schapen Zijn discipelen weer bijeen vergaderd. Hij ging hen voor naar Galilea en aldaar zouden zij Hem zien. Hij Zelf ging hen onderwijzen en sprak tot hen: "Dit zijn de woorden, die Ik tot u sprak, als Ik nog met u was, namelijk dat het alles moest vervuld worden, wat van Mij geschreven is in de Wet van Mozes en de Profeten en Psalmen". O, Mijne discipelen, u was er nog zo blind voor dat nu alleen door deze weg Gods recht maar verhoogd kon worden en Mijn uitverkoren volk verlost van onder de vloek der wet en het oordeel des doods. Er was voor Mij als Borg geen andere weg, maar ook voor u niet. Nu zult u alleen door Mijn aangebrachte gerechtigheid maar behouden worden. En in deze weg heeft u nu moeten leren, dat uw eigen gerechtigheid u meer in de weg stond dan uw ongerechtigheid. Want u dacht dat u door een genietend, gestaltelijk en gevoelig leven tot de zaligheid kon komen. Maar nu moest u gaan leren, dat u alleen door Borggerechtigheid kon behouden worden. En nu is alles wat van Mij gesproken is in de Wet van Mozes en de Profeten en de Psalmen in en door Mij vervuld. De Vader is volkomen aan Zijn eer gekomen en u moest gaan leren, dat de zaligheid in geen ander is dan in Mij, Die van de Vader gezonden is. Dierbaar onderwijs hadden de discipelen verkregen en zoete omgangen met de Heere Jezus gehad vóór Zijn sterven. Dóór Zijn sterven met alles in de dood en de onmogelijkheid terechtgekomen maar na Zijn opstanding onderwezen uit een volbracht werk, tot ere van een Drieënig God, kregen zij een zuivere grondslag voor hun ziel. En na Zijn hemelvaart een volkomen oplossing van het werk der verlossing, zodat zij met een onuitsprekelijke blijdschap werden vervuld. Het moet altijd maar weer door de Heere Zelf verklaard worden en het licht moet altijd maar weer vallen op het Goddelijk werk en door de toepassende kracht des Heiligen Geestes geschonken worden om er de zalige nuttigheid van te verkrijgen. Het verduisterde verstand moet altijd maar weer geopend worden, opdat de Schriften verstaan mogen worden, en de Christus der Schriften gekend, geloofd en omhelsd mag worden, want buiten de Schrift zal het geen dageraad zien noch hebben.

“De Heere dan, nadat Hij tot hen gesproken had, is opgenomen in den hemel". Zegenende is Hij van Zijn discipelen heengegaan. Zij hebben Hem nagestaard met verwondering en stille aanbidding. In de volheid des tijds heeft Christus de hemel verlaten om het werk der verlossing aan te vangen. Maar na volbrachte arbeid, is Hij ingegaan als de grote Hogepriester in het binnenste heiligdom en dat niet met vreemd bloed van de offerdieren, maar met Zijn Eigen dierbaar bloed om voor het Aangezicht Gods te verschijnen. Maar ook heeft Hij door Zijn hemelvaart de weg naar het binnenste heiligdom, welke door de zonden was toegesloten weer geepend. Zijn Kerk weer in de gemeenschap Gods teruggebracht waaruit zij gevallen was en Zijn Bruid de Vader voorgesteld, zonder vlek of rimpel. Het voorhangsel in de tempel, scheidde het Heilige van het Heilige der Heiligen. Door de dood van Christus is dat voorhangsel gescheurd van boven tot beneden. Maar nu heeft de Middelaar het voorhangsel Zijns vleses gescheurd en het Heiligdom ontsloten voor Zijn volk opdat hun hoop en geloof op God zijn zoude. Opgenomen in de hemel, is Hij nu gezeten aan de rechterhand Gods. Met de hoogste eer en heerlijkheid bekleed. Allerdiepst vernederd, is Hij nu allerluisterrijks verhoogd. En nu is Hij daar biddend werkzaam ten goede van Zijn Kerk die hier in de strijd verkeert. Hij komt hen in hun zwakheden te hulp en Hij doet hen de kracht Zijner voorbede bij ogenblikken gevoelen en mogen zij in de strijd welken zij gedurig onderworpen zijn het hoofd wel weer eens opheffen. Zo worden zij in de kracht Gods bewaard door het geloof en dat tot de zaligheid die bereid is om geopenbaard te worden in de laatste tijden. De Middelaar is er door gekomen, maar zo zal ook de Kerk er door komen. Want Hij heeft gezegd: "En Ik zal hen allen tot Mij trekken". Maar nu gelukkig dat volk dat er hier iets van mag leren kennen. Die met de apostel mogen zeggen: "Christus is het Die gestorven is, ja wat meer is, Die ook opgewekt is. Die ook ter rechterhand Gods is. Die ook voor ons bidt". Die zullen dan ook ervaren in hun leven dat het nu enkel en alleen in Hem te vinden is. Die zo luisterrijk is verhoogd.

De Heere nocht Zichzelf verheerlijken in het toebrengen ook onder ons tot de Gemeente die zal zalig worden. Maar geve ook Zijn volk onderwezen te worden uit de nuttigheid van de hemelvaart des Heeren en stelle dan ook deze eenvoudige meditatie tot een eeuwige zegen, opdat Zijn eer als Sions Koning mocht klimmen uit het stof. Amen.

A.

V.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen