Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hopende en Uitziende

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hopende en Uitziende

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Romeinen 2 : 1

Daarom zijt gij niet te verontschuldigen, o mens, wie gij zijt, die anderen oordeelt; want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelven; want gij, die anderen oordeelt, doet dezelve dingen.

HOPENDE: In de brief aan de Romeinen heeft de apostel Joden en heidenen dezelfde leer van vrije genade voorgehouden.

Alle mensen zijn in Adam van God afgevallen en hetzelfde oordeel onderworpen. Door de zondeval zijn we allen geheel verdorven geworden. Niemand behoeft zich boven een ander te verheffen. Wel kan er in de uitleving een groot onderscheid zijn. Uit het vorige hoofdstuk hebben we gehoord, hoe gruwelijk de heidenen zich in allerlei boosheid hebben uitgeleefd. Al wat de apostel opgesomd heeft, hebben we maar kort samen kunnen vatten. Waar komt de mens al niet toe, als de Heere hem zijn algemene genade onttrekt! Maar nu is de mens oók nog zo hovaardig dat hij zich, schuldig stellende aan het kwaad dat anderen bedrijven, ook nog boven die anderen verheft. Dat is het wat de apostel zegt in de tekst waar we nu even onze aandacht aan moeten geven. De apostel spreekt over een zich verontschuldigen. En ook over het veroordelen van een ander. Dat euvel was bij Joden en heidenen te vinden. Onder de heidenen waren er ook rechters, die het kwaad in anderen moesten veroordelen, maar die zelf ook aan hetzelfde kwaad wel schuldig stonden. En onder de Joden waren er farizeeërs, die zich ook wel boven anderen wisten te verheffen, terwijl er van hen ook niet zoveel goeds te zeggen was.

UITZIENDE: De tekst zegt ons dus hier wel duidelijk, wie de mens in zijn natuurstaat is. Hij is toch zo eigengerechtigd. Hij ziet de splinter in het oog van een ander, maar de balk in eigen ogen bemerkt hij niet. En zo denkt hij zelf ook nog aan het oordeel Gods te zullen ontkomen, zoals de apostel in het vervolg van dit hoofdstuk daar ook nog opwijst. Het is de bedoeling van de apostel om de rechtvaardigheid Gods te verhogen, opdat hij de gerechtigheid waarin de mens alleen voor God bestaan kan, te duidelijker aan het licht zal kunnen brengen. We moeten steeds maar niet uit het oog verliezen, dat de apostel de leer van d^ rechtvaardigmaking van de verdoemelijke zondaar, alleen op grond van de gerechtigheid des Middelaars, met kracht heeft willen verdedigen in deze zendbrief. En dat heeft hij ook alleen maar recht kunnen doen door de gevallen mens zo laag mogelijk weg te zetten. De zuivere Waarheid ontziet de mens in zijn eigengerechtigheid niet. Dan blijkt daarin ook dat het Woord Gods een oordeler der gedachten is en van de overleggingen des harten. We kunnen een ander veroordelen in ons hart en ook wel met onze mond. Met de veroordeling van een ander staan we in ieder geval altijd nogal gauw klaar. En de mensen weten we ook nog wel wat wijs te maken met onze mooie praatjes. Als we met God in aanraking komen, dan houden echter al die mooie praatjes wel op. Het oordeel Gods zullen we niet ontvlieden, zoals het 3e vers ons zal doen weten.

HOPENDE: Als ik de aanspraak van de apostel in de tekst nauwkeurig lees, dan kan ik daaruit niet anders opmaken dan dat hier een ernstig waarschuwend woord tot ieder mens gericht wordt. "Daarom zijt gij niet te verontschuldigen, o mens!" Al bedrijven we nog niet die schandelijke Sodomszonde waarover de apostel in het vorige hoofdstuk heeft gesproken, er zijn nog veel meer andere boosheden door hem genoemd waarvan we toch ook zeker niet vrijuit gaan. Als Gods Wet bij de behandeling van de Heidelbergse Catechismus recht verklaard wordt, wie kan dan zijn hand rein uit zijn boezem halen? Och, de ware zielsontdekking zal ons doen weten dat we niet anders dan een samenknoping van ongerechtigheid zijn. En ik kan niet anders zien, dan dat de apostel de staat van de mens blootlegt, zoals die is als gevolg van onze zondeval. Trouwens, het 3e hoofdstuk zal de waarheid van wat ik nu zeg wel duidelijk aantonen. In onze gevallen staat zijn we allen aan elkaar gelijk. Dan geldt dus ook voor ons allen: "Daarom zijt gij niet te verontschuldigen, o mens". De Heere doorzoekt met Zijn lamp de binnenkameren des buiks. El|5: mens moet met de aanspraak van de apostel tot zichzelf inkeren. Voor geen mens blijft er een verontschuldiging of verschoning over in het rechtvaardig oordeel Gods. Als onze gerechtigheid niet overvloediger zal zijn dan van de farizeeërs en schriftgeleerden, zullen we het koninkrijk Gods niet kunnen ingaan. Deze scherpe afsnijdende leer voor het vrome vlees heeft Jezus Zelf verkondigd en had de apostel te prediken. En wij hebben ook geen andere leer de mensen voor te houden. Met die leer zullen we dan ook niet anders dan vijandschap kunnen oogsten, want de mens met wat uitwendige vrome godsdienst komt daar helemaal tegen in verzet. Dan wordt hem zijn vrome jas ontnomen.

UITZIENDE: En dan moet ge er eens over denken, dat hij tegen die leer in verzet komt, terwijl hij echt nog zo vroom niet is als hij zich voordoet, want de apostel spreekt hier de mens aan, die een ander oordeelt, terwijl hij hetzelfde kwaad bedrijft. We weten wat de Heere Jezus van de farizeeërs en schriftgeleerden heeft moeten zeggen, waarom Hij ze geveinsden heeft genoemd. Onder een mantel van uitwendige vroomheid wist men heel wat ongerechtigheid te verbergen. Ja, soms sprak men het wel openlijk uit hoe men erover dacht. Met de sabbatsheiliging nam men het zeer nauw. Maar Jezus moest tot deze geveinsden zeggen: "Maar gijlieden zegt: Zo een mens tot vader of moeder zegt: Het is korban (dat is te zeggen, een gave), zo wat u van mij zou kunnen ten nutte komen, die voldoet". Dit geslacht is nog niet uitgestorven. En van dit geslacht heeft men ook dezelfde vijandschap te verwachten als die men tegen de Persoon des Middelaars heeft geopenbaard. Maar de zuivere ontdekkende leer der Waarheid zal toch ook altijd nog kracht doen ter zaligheid bij degenen voor wie God die leer gebruiken wil om ze te doen zien wat ze in die leer aangaande hun verdoemelijke staat wordt voorgehouden. Die weten zich in de rechte prediking aangesproken, als gans schuldig aan al Gods geboden en mitsdien geheel verdoemelijk voor God. Och vriend, het is niet te vergeten, als er een tijd gekomen is in het leven, waarin men persoonlijk in de rechte prediking zich hoorde aangesproken met de woorden die we hier in de tekst vinden. Dan heeft men niet meer naar een ander kunnen zien, als er gezegd werd: "O mens!" Er zijn tijden waarin men alleen in de kerk zit. Men zit alleen in de kerk, als men schuldig wordt verklaard. Dan ziet men rondom zich heen al die mensen zitten, van wie men niet anders denken kan dan dat die mensen wel heilig en zonder zonden zijn. Die mensen gaan allen wel naar de hemel toe en zelf ziet men zich dan zitten als iemand die onder al die mensen niet thuishoort. Die scherpe ontdekkende prediking is dan geheel en alleen tot zulk een mens gericht. Dat is dus wat anders dan dat men onder bepaalde opmerkingen die er van de kansel worden gemaakt, tot de conclusie komt dat die of gene het er nu weleens goed mee kan doen. En zulke mensen die zo zitten te luisteren, worden door de apostel in de tekst bedoeld.

HOPENDE: Er zijn toch altijd zulke verschillende luisteraars onder de zuivere prediking van Gods Woord. Maar van verre staande tollenaars zijn er meest niet zoveel. Als er zo'n tollenaar onder het Woord zit, dan heeft de prediker een goede afnemer. Die veroordeelt een ander niet maar die veroordeelt zichzelf. Die wijst zichzelf als de schuldige aan, slaande op zijn borst, niet in zelfverheffing, maar in ware zelfverfoeiing. En die ziet wel dat hij het oordeel Gods niet kan ontvlieden. Daarom zegt hij: "O God, wees mij zondaar genadig". Maar als die gerechtvaardigd af mag gaan naar zijn huis, zal hij met de leer van vrije genade, zoals de apostel die heeft voorgestaan, wel van harte mogen instemmen. Zo'n mens wordt wel van zijn vrome zuurdesem gezuiverd, hoewel hij daar verder ook wel zijn hele leven voor nodig heeft.

UITZIENDE: Och vriend, dit laatste spreekt me nu in het bijzonder toch ook wel aan. Ik hoop dit niet in zelfverheffing te zeggen, hoewel ik daar ook niet van gezuiverd ben, maar het is de Heere bekend, dat ik er steeds meer achter moet komen dat ik nog maar een klein stipje heb gezien van wat de mens door de zonde is geworden. Al leefde ik zoveel jaren als Methusalem, maar dan geloof ik dat ik er nog maar een klein stipje van zal zien. Grondeloos diep is de mens gevallen. En God alleen weet op het allervolmaakst welk een gruwelijk monster van ongerechtigheid de mens is. Is het dan geen wonder, als die God zulk een mens nog draagt en verdraagt?

HOPENDE: Daar is Hij God voor en daarin laat Hij Zich ook nooit begrijpen. De apostel spreekt over mensen die anderen oordelen en niet weten dat zij daarin ook zichzelf veroordelen, omdat zij dezelfde dingen doen. Die mensen veroordelen dus zichzelf zonder het te weten. Maar er zijn ook mensen die het weten hoe ze zichzelf moeten veroordelen. En dat terwijl ze toch bewaard blijven voor zulke schandelijke dingen, als die de apostel van anderen heeft opgesomd. Maar hoewel zij daarvoor nog bewaard gebleven zijn en ze niet goedkeuren in een ander, ja, er zich ook toe geroepen zien om die dingen bij anderen te bestraffen, ze kunnen niet boven die anderen uitkomen. Zie, daar wil de apostel heen, als hij de leer van de rechtvaardigmaking des zondaars wil gaan verklaren. We hopen hem daarin dus te mogen volgen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 augustus 1991

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Hopende en Uitziende

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 augustus 1991

De Wachter Sions | 8 Pagina's