Niet verbaasd

Meditatie

Maar hij zeide tot haar: ijt niet verbaasd. Gij zoekt Jezus den Nazaréner, Die gekruist was; Hij is opgestaan, Hij is hier niet; ziet de plaats, waar zij Hem gelegd hadden. Markus 16 : 6.

Geliefden, Op Goede Vrijdag is de Heere gestorven en begraven en Maria Magdaléna en Maria, de moeder van Joses, aanschouwden, waar Hij gelegd werd. Een steen werd voor het graf gewenteld, en daar lag de Rotssteen Wiens werk volkomen is in een rotssteen der aarde om de dood te verslinden tot een eeuwige overwinning. De vrouwen gingen naar huis en bereidden specerijen en zalven, opdat zij na de Sabbath hun Heere zouden zalven en alzo een laatste liefdedaad aan hun Liefste bewijzen. Zij wilden hun Heere voor het bederf bewaren en hadden er geen erg in dat deze Heilige geen verderving zou zien.

Zij wilden een gestorven Jezus dienen en hadden er geen erg in dat zij weldra door een levende Middelaar zouden bediend worden. Zij kwamen zeer vroeg op de eerste dag der week tot het graf. Zij dachten niet aan de wachters, want de ware liefde tot Christus dreef alle vrees uit. Het was bij hen: "Jezus is het alleen, waarnaar mijn hart gaat heen". Toch deed er nog een zwarigheid op, want zij dachten aan de steen welke voor het graf lag. Wie zal ons de steen van de deur des grafs afwentelen? O, daar kunnen wat zware stenen op het hart liggen als de Heere wonderlijke en onverklaarbare wegen gaat houden. Geen inzicht en geen doorzicht. Echt niet wetende hoe het nu verder moet. En toch niet terug te kunnen. Maar daar mochten zij opzien. Dus van de omstandigheden afzien en wat hoger zien. O, als dat eens gebeuren mag dan vallen de stenen van bezwaren weg. Als men op de omstandigheden ziet waarin men verkeert, dan kunnen er zoveel stenen van bezwaren zijn dat er geen doorkomen aan is. Maar opziende zagen zij, dat de steen afgewenteld was, want hij was zeer groot. Nee, die steen hadden zij er nooit af kunnen krijgen. Als wij hem er zelf nog af kunnen krijgen dan is het zo'n zware steen nog niet. O, hij probeert het wat om de steen af te wentelen. Maar een gelukkige mislukking als het werkelijk onmogelijk wordt.

Dan komt er plaats voor Hem Die alle macht gegeven is in de hemel en op aarde. Hij alleen kan de bezwaren oplossen en wegnemen. Als deze vrouwen nu in het graf ingegaan waren, zagen zij een jongeling zittende ter rechterzijde, bekleed met een wit lang kleed, en werden verbaasd. Want Die zij zochten vonden zij niet. Zij zochten hun Heere en zij vonden een engel. Zij werden verbaasd. Want hoewel onuitsprekelijk groot, het was hun Heere niet. Zij zochten nu in de eerste plaats geen weldaden, want daar waren zij nu niet mee geholpen. Doch zij zochten de Persoon Die alleen hun hart en leven vervullen kan. Eerder waren zij zo gezet op de weldaden en daar konden zij zo kostelijk van getuigen en bij leven. Maar zij zijn met de weldaden aan het eind gekomen op Goede Vrijdag. Daar zijn zij met alles in de dood terecht gekomen en geëindigd. Zij waren het ware leven kwijt en het ware leven ligt toch in de geloofsverenigingmet Christus. Hij Die ons leven is, zegt de apostel. Maar nu krijgen deze vrouwen toch dierbaar en hemels onderwijs.

O, vrouwen, weest niet verbaasd. Daar is geen reden toe wanneer u zou weten dat uw Heere en Koning is opgestaan en als Triumfator uit de zware strijd gekomen is. Zijt niet verbaasd, want de Heere heeft de schuld verzoend en het eeuwige leven voor u aangebracht. Ja, zijt niet verbaasd want Hij heeft de scheiding weggenomen tussen God en uw ziel en ook voor u een eeuwige gerechtigheid aangebracht. O, wat zoekt gij toch langer de Levende bij de doden. Ik weet dat gij zoekt Jezus, de Zaligmaker, de Goël, de Losser.

Hij was gekruist en is gestorven en begraven, want door geen andere weg kon Hij de verlossing der Zijnen aanbrengen. En door geen andere weg kon God aan Zijn eer komen. En vrouwen, het schijnt voor u verloren en het lijkt voor u niet anders dan dat deze grote Held, bij Wie de Vader hulp besteld had, verslagen en teniet gedaan was en dat de vijanden eeuwig over Hem zouden juichen. U bent nu wel verbaasd en bedroefd, doch uw droefheid zal tot blijdschap keren. Want Hij is hier niet; Hij is opgestaan. Gedenk toch eens wat Hij Zelf gesproken heeft. Troost, troost Mijn volk, zal ulieder God zeggen en spreek naar het hart van Jeruzalem. O vrouwen, nu ben ik hier om namens uw Liefste u te verkondigen het aangename jaar des Heeren tot uw vrijmaking. Opdat uw treurige harten met blijdschap zullen vervuld worden. Hij is opgestaan. Want Hij kon van dezelve dood niet gehouden worden. De smarten des doods zijn Hem ontbonden geworden en nu leeft Hij tot in eeuwigheid. En Zijn opstanding is het enige en onwankelbare fundament uwer zaligheid. Want was Christus niet opgewekt, nooit zou er van enige verlossing of zaligheid sprake kunnen zijn voor een gans verloren volk. Want door de kracht van Zijn opstanding worden dode zondaren levend gemaakt en behouden.

Maar nu heeft Hij ook bewezen de ware Zone Gods te zijn door de Geest der heiligmaking door de opstanding uit de doden. En nu is Hij gestorven om de zonden van Zijn volk, doch opgewekt tot hun rechtvaardigmaking. Nu zal Hij als de opgestane Middelaar Zijn volk vrijmaken van de banden der zonden, des doods en het eeuwige oordeel. O, wat heeft de opstanding des Heeren dan toch veel te zeggen. Dan mocht de apostel met recht zeggen: Christus is het Die gestorven is, ja, wat meer is. Die ook opgewekt is. Hij is hier niet, ziet de plaats waar zij Hem gelegd hadden. Zie maar vrouwen, het is geen gezichtsbedrog, geen visioen noch kunstig verdichte fabel. Het is werkelijkheid. Dit werk is door Gods alvermogen, door 's Heeren hand alleen geschied. Wat mocht deze engel toch een kostelijke Paaspreek houden. Hier werden treurigen vertroost en neergebogenen opgericht. Straks zullen zij Hem ontmoeten en aan Zijn voeten terechtkomen en dan ook Hem aanbidden en alles in Hem vinden wat tot hun leven en zaligheid nodig is. Dan de banden gebroken en hun Liefste als een bundelke mirre wat tussen hun borsten vernacht. Dan is het leven en de vrede door een dierbare geloofsgemeenschap met Hem, Die hun hoop en hun verwachting is. Zo zal nu de ganse Kerk door de opstanding van Christus ontvangen: sieraad voor as en vreugdeolie voor treurigheid, ja het gewaad des lofs voor een benauwde geest. Want dan is en blijft Hij Dezelfde voor Zijn volk en wil Hij ook door de kracht Zijner opstanding nog geestelijk doden levend maken. O, dat dat nog onder ons openbaar mocht komen tot heerlijkheid van deze verrezen en verhoogde Middelaar. Maar dat ook Zijn volk door Zijn kracht mocht opgewekt worden tot een wandel in Zijn vreze de tijd hunner inwoning hier op aarde, opdat Hij verheerlijkt worde Die toekomt geëerd en gevreesd te worden. Amen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen