De wapenrusting Gods 141

"Doet aan de gehele wapenrusting Gods." (Efeze 6 : 11)

De Christen moet staan en waken

Ten derde. Staan wordt hier gesteld tegenover slaap en traagheid. Staan is een wakende en waakzame houding. Als de veldoverste zijn soldaten op de grond ziet liggen slapen, dan roept hij: "Staat bij uwe wapenen!" dat is: Staat en weest waakzaam. In sommige gevallen is het voor een soldaat de dood, als hij slapende wordt gevonden, zoals wanneer hij bijvoorbeeld als schildwacht op post moet staan. Dan te slapen, dat verdient de dood, omdat hij moet waken, opdat het gehele leger zou kunnen slapen, en zijn slaap hun het leven zou kunnen kosten. Daarom heeft eens een groot veldoverste gedacht, dat hij een soldaat, die hij met zijn zwaard doorstak, wijl hij hem slapende vond, terwijl hij als schildwacht had behoren te waken, niet meer gaf dan hem toekwam; en hij verontschuldigde zijn strengheid met te zeggen, dat hij hem liet, zoals hij hem had gevonden. Ik vond hem dood in de slaap, en ik liet hem slapende in de dood.

Waakzaamheid is voor de Christensoldaat meer nodig dan voor anderen, omdat andere soldaten strijden met mensen, die even goed slaap nodig hebben als zij; maar des Christens grote vijand. Satan, is immer wakende, doet immer de rond, zoekende wie hij zou kunnen overrompelen. En indien Satan altijd waakt, dan is het voor de Christen altijd gevaarlijk om geestelijk in slaap te zijn, dat is: gerust en zorgeloos te wezen. De Christen zal zelden het onderspit voor zijn vijand moeten delven, of er is óf verraad, óf achteloosheid in het spel. Of zijn onwedergeboren deel verraadt hem, óf zijn genade is niet waakzaam, om hem intijds te ontdekken, en zich te kunnen voorbereiden om hem te ontmoeten. De vijand overvalt hem, eer hij nog geheel ontwaakt is, en zijn zwaard kan trekken. De tijd, wanneer de heilige slaapt, is de tijd, wanneer Satan verzoekt.

Elke vlieg durft het te wagen om op een slapende leeuw te kruipen. Geen verzoeking zo zwak, of zij is sterk genoeg om een Christen te overwinnen, die in valse gerustheid ligt te slapen. Simson slaapt, en Delila snijdt zijn haarlokken af. Saul slaapt, en zijn spies wordt van zijn zijde weggenomen zonder dat hij het merkt. Noach slaapt, en zijn goddeloze zoon vindt de tijd geschikt om zijns vaders naaktheid te ontdekken. Eutychus slaapt, en valt van de derde verdieping, en wordt voor dood opgenomen. Evenzo kan de Christen, die in zijn gerustheid ligt te slapen, spoedig overrompeld worden, zodat hij veel van zijn geestelijke kracht verliest: de blijdschap des Meeren, " namelijk, die "zijne sterkte" is. Hij kan beroofd worden van zijn spies, en zijn wapenrusting - ik bedoel zijn genade - ten minste voor het ogenblikkelijke gebruik er van, en door goddeloze mensen kan, tot schande en smaad zijner belijdenis, zijn naaktheid worden ontdekt, zoals toen de bloeddorstige Joab Davids ijdelheid heeft kunnen opmerken toen deze het volk ging tellen. Was Davids genade toen niet in slaap? Ja, de Christen kan van een grote hoogte van belijdenis vallen, en wel zó diep, en in zulke schandelijke praktijken, dat anderen er wel aan kunnen twijfelen of er enig leven der genade in hem aanwezig is. En daarom betaamt het de Christen om te staan en te waken. De slaap kan de ziel even ongemerkt overmeesteren als het lichaam. De wijze maagden zijn evengoed in slaap gevallen als de dwaze, al waren zij dan ook niet zo diep in slaap. Wacht u van toe te geven aan uw vadsigheid, maar wek uzel ven op tot handelen, gelijk wij iemand, die slaperig is aansporen, om op te staan en heen en weer te lopen. Geeft aan die slaperigheid toe door vadsigheid of onverschilligheid, en zij zal u overmeesteren. Houd u bezig met deze of die plicht, en zij zal u verlaten. David wekt eerst zijn tong op om te zingen, zijn hand om de harp te bespelen, en toen was ook Davids hart wakker, Psalm LVII:8, 9. Men zegt dat de leeuw zich bij zijn eerste ontwaken geselt met zijn staart, teneinde alzo zijn moed op te wekken, en dan gaat hij op zijn prooi uit. Wij hebben genoeg om ons te prikkelen en op te wekken om alle mogelijke zorg en naastigheid te betrachten.

Waarom de Christen moet staan en waken

Ten eerste. Des Christens werk is te fijn om goed gedaan te kunnen worden in een toestand tussen slapen en waken, en van te groot belang om op slordige wijze te worden gedaan. De mens, die op de rand ener diepe rivier, of op de zijde van een stijle heuvel loopt, heeft zeer nodig om goed wakker te zijn. Des Christens pad is zó smal, en het gevaar is zó groot, dat er beide een scherp oog nodig is om te onderscheiden, en een vaste blik om te besturen, maar een slapend oog is tot niets in staat. Richt de blik op een plicht of een oefening der genade, en gij zult bespeuren, dat zij tussen Scylla en Charybdis ligt - twee uitersten, die even gevaarlijk zijn. Het geloof, het grote werk Gods, baant zich een weg tussen de berg der aanmatiging en de poel der wanhoop henen. De lijdzaamheid is een genadegave, die zo noodzakelijk is, dat wij er geen dag buiten kunnen, tenzij wij al die tijd buiten ons zelf willen zijn. Dit bewaart ons, zodat wij noch vervallen in de slaperige verlamming ener botte domheid, die het schepsel van zijn gevoel berooft, noch in een woedende aanval van ontevredenheid, die genoeg, ja te veel gevoel heeft, om de hand Gods te bespeuren, maar de mens van zijn zinnen berooft, zodat hij zich tegen God keert, en in zijn razernij de pijlen des Almachtigen in zijn aangezicht terugwerpt. Van al het andere zouden wij hetzelfde kunnen zeggen. Er is geen waarheid, of er zal vlak naast haar een dwaling worden gevonden. Geen plicht kan worden volbracht zonder dat men zeer dicht bij des vijands kwartieren komt, zodat deze spoedig alarm ruikt en uitgaat om de Christen tegen te staan. Behoort diens hart dan niet altijd te waken? Ten tweede. De moeite van waken is niet te vergelijken bij het voordeel, dat het aanbrengt.

1. Hierdoor verijdelt gij de plannen, die Satan tegen u heeft. Het is de moeite waard om te waken, als men er door voorkomt, dat het huis wordt beroofd, en nog veel meer, als men er door kan beletten, dat de ziel door Satan wordt geplunderd. "Waakt, opdat gij niet in verzoeking komt, " Mattheüs 26:41. Als aan iemand in zijn slaap schier , de hals wordt afgesneden, dan komt hem zijn slaap zeer duur te staan, al is de wonde ook niet zo diep of zij kan nog genezen worden. Als gij één nacht niet hebt gewaakt, zou u dit te staan kunnen komen op vele nachten wakens, en wel in veel minder aangename omstandigheden. En is het dan niet veel beter voor u om zorgvuldig te waken, om u voor leed te behoeden, dan dat , naderhand, of gij het wilt of niet, uw ogen opengehouden worden door de pijn, welke u veroorzaakt wordt door de wonde, die men u in de slaap heeft toegebracht? Gij weet, hoe droevig David gekneusd werd door een , val, die hij in zijn geestelijke sluimering deed. Immers, was hij niet in geestelijke slaap verzonken, toen hij tegen de avond opstond van zijn bed, en als een slaapwan-' delaar op het dak van zijn huis ging? 2 Samuel 11. Hoe vele slapeloze nachten dit deze heilige heeft bezorgd, kunt gij zien uit ' zijn eigen treurige klage over deze zonde, die de stof heeft geleverd voor verscheidene boetpsalmen

2. Door uw waakzaamheid zoudt gij het beste het kwaad kunnen leren inzien van een slapende toestand. Iemand die slaapt, is zich niet bewust van zijn eigen snuiven, en hoe onaangenaam en hinderlijk het is voor anderen; maar hij die waakt, weet het. De man die slaapt, bemerkt het niet, als iemand, die hem bespotten wil, hem ontbloot; maar wie wakker is, bemerkt het, hij is beschaamd en dekt zich.

Evenzo kan het niet anders of gij moet, als gij in geestelijke zin wakker zijt, vele onbehoorlijke dingen zien in het leven van die belijders, die niet waken over hun hart, waardoor uw hart met ontferming over hen bewogen zal worden, ziende hoe zij door , Satan en hun eigen hartstochten misleid en mishandeld worden, daar zij als lompe knechten hun tijd afwachten om hem een poets te spelen, als zij zich verzekerd hebben van hun meesteres - ik bedoel de genade, i die thans in slaap gevallen is - die hen in toom had behoren te houden. Ja het zal u doen blozen van schaamte, als gij ziet hoe door hun naaktheid er met de belijdenis zelve wordt gespot door hen die voorbijgaan. Draag dan zorg, dat hetgeen u doet , blozen, als gij het in anderen ziet, en uw medelijden met hen opwekt, u niet zelf overkomt. Indien gij u door een geestelijke sluimering laat bevangen, dan kunt gij zelf , de man zijn aan wie dit alles - en wat niet nog meer? - overkomt. De slaap maakt allen gelijk. De wijze is dan niet wijzer om voor zijn veiligheid te zorgen dan een dwaas. Is uw oog eens zwaar geworden door de slaap, dan is het nacht voor u, en dan zijt gij, al waart gij ook de beste der heiligen, niets meer dan andere mensen, in zover gij u door de slaap hebt laten overwinnen. '

3. Door uw waakzaamheid zult gij zodanig , gezelschap bij u nodigen, dat u de tijd op liefelijke wijze kan doen opkorten, namelijk uw dierbare Zaligmaker, wiens liefelijke gemeenschap en aangename gesprekken over de dingen van uws Vaders Koninkrijk i u zó zullen behagen, dat gij het gemak en de rust der slapende Christenen niet zult benijden, daar zij het genot van het hemels gezelschap, dat gij smaakt, moeten missen.

Wordt vervolgd W. Gurnall

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen