Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een oudere en een nieuwe dogmatiek - II -

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een oudere en een nieuwe dogmatiek - II -

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een vorig artikel stonden we stil bij de Beknopte Gereformeerde Dogmatiek van prof dr. J. van Genderen en prof dr. W. H. Velema, en de wijze waarop daarin gehandeld werd over de rechtvaardigmaking in de Vierschaar der consciëntie. Dit door onder andere A. Comrie en ds. G.H. Kersten verdedigde leerstuk word door met name prof. Velema bestreden, zij het op weinig overtuigende wijze. Hij loochent de rechtvaardigmaking niet, maar zijn woorden laten toch de indruk na dat hij een soort veronderstelde, onbewuste rechtvaardigmaking voorstaat.

Dit is overigens niet het enige punt waarin de Beknopte Dogmatiek tegenover De Gereformeerde Dogmatiek van ds. Kersten staat. Ook de visie van ds. Kersten met betrekking tot het verbond, de kerk en de Doop (zaken, die overigens nauw met elkaar in verband staan) stuit bij de Christelijke Gereformeerde hoogleraars op verzet. We beperken ons tot een paar opmerkingen over het verbond.

Wat de verbondsopvatting van ds. Kersten aangaat, hij vereenzelfdigde het verbond der verlossing en het genadeverbond. Deze opvatting bepaalt volgens de hoogleraars de volgoi'de van onderwerpen in zijn Gereformeerde Dogmatiek. Ze schrijven: "Gereformeerde theologen laten de leer van het genadeverbond dikwijls voorafgaan aan de leer van de persoon en het werk van Christus. Bij een gedachtengang als die van Kersten ligt het voor de hand om zo te doen. Het verbond der genade staat dan dichter bij het verbond der verlossing, waarmee het voor Kersten essentieel één is. In de christologie, die erop volgt, gaat het om de zaligheid van de uitverkorenen". De hoogleraars besluiten met de kritiek: "Het is echter de vraag of het verbond dat God met ons opricht in de tijd, dan wel tot zijn recht kan komen" (blz. 493). De hoogleraars hebben dus een andere opvatting van de leer van de verbonden dan ds. Kersten. Zo schrijven ze op een andere plaats (blz. 199) "dat het verschil tussen het verbond der verlossing en het genadeverbond, dat God in de tijd met de gelovigen en hun kinderen opricht niet uit het oog verloren mag wor­ den". Leerde ds. Kersten de eenheid van het verbond der genade en het verbond der verlossing, zij benadrukken het verschil. Dit heeft te maken met de zogenaamde drieverbondenleer, die in de Christelijke Gereformeerde Kerk aangehangen wordt. De Gereformeerde Gemeenten daarentegen hebben er juist op gewezen "dat aard en wezen van Verbond der Verlossing en Verbond der Genade één zijn en niet twee. In wezen is het één Verbond", aldus een van de zes leeruitspraken, die in 1931 vastgesteld werden. Volgens de Handelingen van de synode van 21 mei 1931 waarop men deze uitspraken aannam, was het Arminius, die begonnen was met het leren van de drie verbonden, "louter met het doel de algemeene verzoeningsleer ingang te doen vinden in de kerk" (Handelingen 1931, blz. 9). De Gereformeerde Gemeenten handhaafden dus de tweeverbondenleer en het spreekt eigenlijk vanzelf dat ds. Kersten hiervan niet afgeweken is. Hij vond de verbondsleer voor de Kerk van groot belang. Het is dan ook niet toevallig dat hij bij de beschrijving van het verbond der werken eerst enige opmerkingen vooraf maakte om dit belang te benadrukken. Het is het enige hoofdstuk in zijn Dogmatiek waarbij hij dat doet (1, 258). Wel een bewijs hoe hoog hij het opnam. In een antwoord op een vraag schreef hij op 18 november 1943: "Sommigen stellen dat er wezenlijk onderscheid is tussen het verbond der verlossing en het genadeverbond. Zo leren zij drie verbonden: Werk-verbond, verbond der verlossing en genadeverbond. Daarbij verloochenen zij Christus als Hoofd van het genadeverbond en stellen zij dat het genadeverbond als zijnde alleen een aanbieding van zaligheid, niet met de uitverkorenen alleen, maar met alle gedoopten wordt opgericht". Na hier een aantal bezwaren tegen te hebben geformuleerd, beëindigde ds. Kersten het antwoord met de woorden: "Houd u maar aan Hellenbroek. Die zegt in zijn Vraagboekje: Met wie wordt het genadeverbond opgericht? Met de uitverkorenen. De drie-verbondenleer is door Arminius uitgedacht. Het is verbondsontzenuwde leer". Ook in zijn Gereformeerde Dogmatiek sprak ds. Kersten zich met grote stelligheid uit: "In aard en wezen is echter geen onderscheid tusschen het Verbond der Verlossing en het Verbond der Genade. Aangaande de zaligheid der uitverkorenen is er slechts één verbond, gelijk onze belijdenisgeschriften en formulieren dan ook steeds van slechts twee verbonden handelen in betrekking tot des menschen eeuwigen staat, n.1. het Verbond der Werken, door alle menschen in Adam ter verdoemenis gebroken, en het Verbond der Genade in Christus ten eeuwigen leven met de uitverkorenen gesloten" (I, 308).

We laten het hierbij. Samenvattend kunnen we stellen dat het voornaamste onderscheid tussen de Beknopte Gereformeerde Dogmatiek enDe Gereformeerde Dogmatiek van ds. Kersten vooral in twee zaken duidelijk wordt. In de eerste plaats stond ds. Kersten een bevindelijke beleving van de leer voor, zoals ook blijkt uit wat hij schreef over de rechtvaardigmaking. De beide hoogleraars daarentegen kanten zich tegen de bevinding. In de tweede plaats sluiten de hoogleraars aan bij een traditie, die de drieverbondenleer handhaaft, een traditie, die in ds. Kersten een fel bestrijder heeft gevonden.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 september 1992

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Een oudere en een nieuwe dogmatiek - II -

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 september 1992

De Wachter Sions | 8 Pagina's