Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terzijde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terzijde

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voorzorg (2)

Voorzorgsmaatregelen zijn niet verkeerd; daarom wijzen wij ook de preventieve geneeskunde niet af. Maar dat betekent natuurlijk niet, dat alle voorzorgsmaatregelen geoorloofd zijn. Voor de beoordeling zijn twee punten van belang:

1. Is de voorzorgsmaatregel op zichzelf genomen - met inbegrip van de achterliggende gedachte, het principe waarop de maatregel gebaseerd is - in overeenstemming met het geloof in Gods voorzienigheid?

2. Wordt de vaaatregelgebruikt op een wijze die in overeenstemming is met het geloof in Gods voorzienigheid?

Zo eindigde vorige week ons eerste artikel over het onderwerp "Voorzorg". Wij willen dit nu toepassen op de zaak die thans zo druk besproken wordt. Is vaccinatie op zichzelf genomen - met inbegrip van de achterliggende gedachte, het principe waarop de maatregel gebaseerd is - in overeenstemming met het geloof in Gods voorzienigheid? Vaccinatie berust op de aanname, dat er bepaalde ziekten zijn die men maar éénmaal kan krijgen. Heeft men die ziekte eenmaal doorstaan, dan is men er "immuun", dat wil zeggen: onvatbaar, voor geworden door middel van zogenaamde "antistoffen". Dit geldt van alle infectieziekten, zoals pokken, difterie, kinkhoest, tetanus, polio, bof, mazelen, rode hond. Daaruit wordt de volgende gevolgtrekking gemaakt: infecteer (besmet) de mensen opzettelijk met deze ziekte in een zo veilig mogelijke vorm, zodat men er later nooit meer "echt" ziek van kan worden. Vaccinatie is dus: het inbrengen van verzwakte smetstof in het lichaam, om zo immuniteit tegen de desbetreffende infectieziekte te veroorzaken.

Hiertegen zijn ernstige bezwaren in te brengen. Wij belijden dat gezondheid en ziekte ons uit Gods hand toekomen. Wie dan de pretentie heeft: ik heb nu een middel waardoor ik machtig ben, mijn lichaam immuun te maken voor een bepaalde ziekte, waardoor ik mijzelf dus onvatbaar kan maken voor Gods oordelen, zodat Gods hand mij nooit meer treffen kan (althans niet met die bepaalde ziekte), geeft daarmee blijk van grove hoogmoed tegen de Heere.

Men merkt aanstonds het verschil met andere voorzorgsmaatregelen, zoals wij er vorige week opgesomd hebben. Wij kunnen bij het heersen van gevaarlijke ziekten hygiëne in acht nemen, zware lichamelijke inspanning zoveel mogelijk vermijden, enz. enz., maar niemand zal dan kunnen zeggen: Nu hoef ik niet meer te vrezen; nu ben ik immuun voor die ziekte. We hebben dan het nodige gedaan wat er uit voorzorg gedaan kon worden, maar wij beseffen tegelijk dat de mogelijkheid om ziek te worden, blijft bestaan, zodat wij, als het wel is, blijven vragen of de Heere ons en onze kinderen voor die ziekte bewaren wil.

Wie daarentegen eenmaal het uitgangspunt van de vaccinatie omhelsd heeft: inenting maakt onvatbaar voor die bepaalde ziekte, hoeft niet meer om bewaring te vragen. Ja, natuurlijk wel in allerlei andere situaties des levens; hij beseft best wel, dat hij een ongeluk op de weg kan krijgen, of een andere ziekte. Maar voor deze ziekte behoeft hij niet meer te vrezen. Die kan de Heere hem niet meer toezenden, want hij is gevaccineerd. Zou men dat laten varen, zou daarmee het gehele vaccinatiestelsel op losse schroeven komen. Maar dan moet het toch voor ieder duidelijk zijn, dat het vaccinatiegeloof onverenigbaar is met het geloof in Gods voorzienigheid, zoals dat in zondag 10 van de Heidelberger Catechismus is uitgedrukt.

Dan blijkt ook tegelijk, dat de voorbeelden die men te berde brengt, als "we maken toch anderszins wel gebruik van de medische wetenschap", "we bouwen toch ook zware dijken om ons te beschermen tegen het water", "we sluiten onze woningen goed af opdat de dief niet binnenkomen zal", niet opgaan. We treffen zulke voorzorgsmaatregelen zo goed mogelijk, maar nooit zullen we dan kunnen zeggen: Nu weet ik zeker dat de dijk nooit meer breken kan, enz. Doch het vaccinatiestelsel heeft als uitgangspunt, dat het mogelijk is, zich te immuniseren tegen de slaande hand Gods.

Niet alleen dat uitgangspunt strijdt met de belijdenis van Gods voorzienig bestuur, maar ook de methode die men daartoe hanteert: iemand die gezond is, met opzet een beetje ziek maken, in een (naar men meent) onschadelijke of nagenoeg onschadelijke vorm, met als doel de ziekte daarmee te slim af te zijn. Dat is een ongeoorloofd ingrijpen in en vooruitlopen op Gods bestuur. Wie zo handelt, meent de ziekte naar zijn hand te kunnen zetten. Hij wil zich naar eigen goeddunken van de ziekte bedienen. Hij denkt de ziekte in getemde vorm (het zg. "tamme virus") in zijn dienst te kunnen nemen. Dat is de hoogmoed van de gevallen mens, die waant Gods oordelen de baas te kunnen zijn en er de baas over te kunnen spelen.

Nu moeten wij hierbij goed onderscheiden. Vroeger was het risico van vaccineren uitermate groot. Men zegt wel, dat honderd jaar geleden meer mensen stierven aan de pokkenvaccinatie, dan aan de pokkenziekte zelf. Velen waren toen tegen vaccinatie, alleen al omdat inenten zo riskant was. Er konden allerlei gevaarlijke, ja dodelijke bijverschijnselen optreden. In de loop der jaren is de vaccinatietechniek aanzienlijk verbeterd, zodat de medische risico's nu nog maar klein zijn. Degenen die in het verleden alleen maar als bezwaar hadden tegen vaccinatie, dat wij de gezondheid van onszelf en onze kinderen niet moedwillig in gevaar mogen brengen door zo'n riskante ingreep - het laat zich begrijpen, dat die hun verzet tegen vaccinatie inmiddels hebben laten varen, nu het gevaar dat eraan verbonden was, lang zo groot niet meer is. Maar deze medische risico's zijn voor ons niet het hoofdbezwaar. Ons grote bezwaar ligt elders.

Daarmee is tevens een andere vraag beantwoord. Wij weten allemaal inmiddels wel, dat er tegen polio twee vaccinatiemogelijkheden zijn, populair gezegd het suikerklontje en de prik. Daartussen is verschil. Het suikerklontje (het Sabin-vaccin, ook wel genaamd OPV) is de klassieke methode van vaccineren: het toedienen van levend, maar verzwakt (zg. tam) virus. Dat is niet geheel zonder risico; het virus kan zich vermenigvuldigen.

Maar het Salk-vaccin (IPV genaamd), dat via een injectie toegediend wordt, bestaat uit geïnactiveerd (dood) virus. Omdat dat dood is, kan het (althans zo zegt men) de mens onmogelijk meer ziek maken, maar het bewerkt nog wel dat het lichaam antistoffen gaat vormen. Het Salk-vaccin is, zegt men, volkomen veilig, mits het vaccin uiteraard op de juiste wijze bereid is en toegediend wordt.

Neemt dat onze bezwaren weg? Als het waar is, wat over het Salk-vaccin gezegd wordt, is wel het medisch risico geminimaliseerd. Maar onverkort blijft het uitgangspunt staan: het geloof dat men zich op deze wijze immuun zou kunnen maken tegen Gods slaande hand.

Bij een vorige epidemie heeft iemand gewezen op het verschil tussen Ezra en Nehemia. Ezra wilde van de koning geen heir en ruiters vragen, want hij had kort tevoren nog zo vrijmoedig getuigd van de hand zijns Gods ten goede over allen die Hem zoeken. Daarom legde hij de gevaarlijke reis met vasten en verootmoediging voor het aangezicht des Heeren en had hij geen militaire bescherming meer nodig (Ezra 8). Maar Nehemia had er in gelijke omstandigheden geen bezwaar tegen, dergelijke bijstand te vragen (Nehemia 2). "Wat de ene mocht, kon de ander niet doen; wat de ander deed, durfde de ene niet betrachten." Met andere woorden: persoonlijke gewetensbeslissingen ten aanzien van al of niet laten vaccineren kunnen verschillend uitvallen; daarin moeten we elkander respecteren.

Het is zeker een nuttige onderwijzing die ons hier gegeven wordt. Alleen, zij kan slechts betrekking hebben op middelen die in zichzelf geoorloofd zijn. Niemand zal toch op grond van Gods Woord willen beweren, dat een militair geleide verkeerd is. De overheid draagt het zwaard niet tevergeefs. We lezen dan ook niet, dat Ezra het middel niet wilde omdat hij het zondig vond. In de gegeven situatie kreeg hij te geloven dat de Heere hem ook zonder soldaten beveiligen zou. Terwijl Nehemia ze als middel uit Gods hand ontvangen mocht.

Maar waar we de eerste vraag uit het begin van dit stuk met betrekking tot de vaccinatie ontkennend hebben moeten beantwoorden: vaccinatie is op zichzelf genomen geen geoorloofd middel, gaat de aanhaling van Ezra en Nehemia niet meer op. De tweede vraag moeten we bewaren tot de volgende keer.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 1992

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Terzijde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 1992

De Wachter Sions | 8 Pagina's