Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De wapenrusting Gods

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De wapenrusting Gods

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Uw lendenen omgord hebbende met de waarheid." (Efeze 6 : 14b).

159.

5. Zij bedekt hen niet zó, alsof onze oprechtheid ook maar in het minst verdiende, dat God er onze andere zwakheden en tekortkomingen om zou bedekken. Indien er zo iets bestond als een volstrekt volkomen gehoorzaamheid, dan zou hij toch geen vergiffenis kunnen verdienen voor zonde in het verleden; en nog veel minder kan een onvolkomen gehoorzaamheid, gelijk in de engere zin des woord onze gehoorzaamheid is, vergiffenis kunnen verdienen voor de tekortkomingen van heden. Een wettig volkomen gehoorzaamheid is niet meer dan wij als schepselen aan de wet Gods verschuldigd zijn; en hoe zou datgene de schuld der zonde kunnen betalen, wat reeds zelf verschuldigd was, eer er nog een zonde was bedreven? En nog veel minder kan evangelische gehoorzaamheid - die oprechtheid is - dit doen; want zij schiet nog ver te kort bij de gehoorzaamheid, die wij verschuldigd zijn. Indien hij, die twintig pond sterling schuldig is, geen lof verdient, als hij de gehele som afbetaalt, dan gewis zal die man geen lof verdienen, die van de twintig pond, die hij schuldig is, slechts twintig stuivers betaalt. De schuldeisers mogen natuurlijk nemen wat zij goed vinden, en als zij willen zeggen, dat zij met de helft tevreden zijn, dan is die kwijting voor de schuldenaar voldoende. Maar waar heeft God ooit gezegd, dat Hij met het schepsel tot zulk een schikking wil komen? God staat er in het evangelieverbond even strikt en streng op om de ganse schuld betaald te krijgen, als Hij in het verbond der werken gedaan heeft. Er was een volkomen gerechtigheid vereist in het houden, of met een volkomen vloek gedreigd bij het verbreken der wet. Zo is het ook in het evangelieverbond; maar hier komt de zaak anders te staan. In het eerste verbond heeft God dit van het schepsel zelven geëist, om persoonlijk volbracht of verduurd te worden; maar in het evangelieverbond neemt Hij er genoegen mede om beiden uit de hand van Christus, onze Borg, te ontvangen, en ze der oprechte ziel toe te rekenen, die ongeveinsd in Hem gelooft, en zich aan Hem overgeeft.

Ten tweede. Bevestigenderwijze - hoe oprechtheid des Christens onsierlijkheid wèl bedekt.

1. Oprechtheid is die eigenschap, waaraan vergevende genade verbonden is. Het is ongetwijfeld waar, dat Christus al onze zonden en tekortkomingen bedekt; maar het is slechts over de oprechte ziel, dat Hij Zijn mantel werpt. "Welgelukzalig is hij... wiens zonde bedekt is. Welgelukzalig is de mens, wien de HEERE de ongerechtigheid niet toerekent". Psalm 32 : 2. Niemand zal hier aan twijfelen; maar wie is die mens? De volgende woorden noemen ons Zijn naam - "en in wiens geest geen bedrog is". Christus' gerechtigheid is het kleed, dat de naaktheid en de schaamte onzer ongerechtigheid bedekt, het geloof is de genade, die dat kleed aandoet. Maar welk geloof? Geen ander dan het "ongeveinsd geloof', gelijk Paulus het noemt, 2 Tim. 1 : 5. "Zie daar water", zeide de kamerling, "wat verhindert mij gedoopt te worden? " Hand. 8 : 36. En let nu op het antwoord van Filippus, vers 37, "Indien gij van ganser harte gelooft, zo is het geoorloofd"; alsof hij gezegd had: Niets kan u verhinderen dan een geveinsd hart. Alleen het valse, leugenachtige hart vindt de deur der genade gesloten. Hij, die belooft de tekortkomingen van het oprechte hart te bedekken, dreigt de goddeloosheid van het geveinsde hart te zullen blootleggen. "Die zijne wegen verkeert, zal bekend worden", Spreuken 10:9, dat is: bekend worden tot zijn schande.

2. Waar oprechtheid is, zal God aan de ziel Zijn goedkeuring schenken, niettegenstaande de vermenging van zonde, die nog in haar wordt gevonden. Evenmin als God om de oprechtheid van de heilige behagen schept in zijn zonde, evenmin zal Hij hem om zijn zonde van de rang van heilige vervallen verklaren. God wil het getuigenis ondertekenen, dat Lot een rechtvaardig man is. Ofschoon er in de Schrift vele zonden - en zelfs zeer schromelijke zonden - van Job vermeld staan, wordt hij toch als een volmaakt man beschouwd, omdat de gestalte zijns harten oprecht, en de strekking van zijn leven heilig was; terwijl hij eerder overrompeld werd door zijn zonden als door verzoekingen, dan dat hij ze moedwillig of door keus heeft gepleegd. Ofschoon oprechtheid Gods oog niet verblindt om de zonde van de heilige niet te zien, doet zij Hem toch de zonde zien met een medelijdend, en niet met een toornig oog; gelijk een echtgenoot, die weet, dat zijn huisvrouw hem getrouw is, haar medelijden betoont wegens andere zwakheden, en haar in weerwil van haar gebreken, toch als een goede huisvrouw beschouwt. "In dit alles", zegt God, "zondigde Job niet." En aan het einde van zijn strijd doet God hem terug komen uit de kamp met dit eervolle getuigenis aan zijn vrienden, die zich zoveel moeite hadden gegeven om zijn Godsvrucht in twijfel te stellen, dat Zijn knecht Job recht van Hem had gesproken! Voorwaar God zeide meer van Job, dan deze van zichzelf durfde te zeggen. Hij belijdt openhartig zijn onbedachtzame en gemelijke woorden, en roept: "Ik verfoei mij, en ik heb berouw in stof en as." God zag, dat Jobs zonden vergezeld gingen van oprechtheid, en daarom achtte Hij hem volmaakt en rechtvaardig. Job zag, dat zijn oprechtheid vermengd was met vele treurige tekortkomingen, en dit deed hem bij het einde eerder met schaamte zijn zonde belijden, dan roemen in zijn eer en heerlijkheid.

Gods barmhartigheid is ruimer over Zijn kinderen, dan hun barmhartigheid over hen zelven en over hun broederen. (1) Over hen zelven. Denkt gij, dat de verloren zoon - het type van een bekeerde - het kleed had durven vragen, of van zijn vader had durven begeren, om hem met zo grote kosten te onthalen, als zijn vader vrijwillig en uit eigen beweging gedaan heeft? Gewis niet; wij zien, dat een plaats in de keuken het hoogste was, dat hij durfde begeren. Onder de geringste dienstknechten van het huis te zijn! - ach! hij kon zich op de eerste aanblik zulk een ontmoeting met zijn vader niet voorstellen. Een kleed! Hij zou veeleer een koorde, of ten minste een roede hebben kunnen verwachten. Een maaltijd aan zijns vaders tafel! O welk een onverwacht en ongedacht welkom! Indien hij onderweg iemand had ontmoet, die hem zeide, dat zijn vader besloten was, om hem, zodra hij thuis kwam, niet zijn aangezicht te laten zien, maar hem terstond naar het tuchthuis te zenden, om daar gedurende vele maanden met roeden gekastijd en met brood en water gevoed te worden, en hem dan wellicht eindelijk thuis zou laten komen, dan twijfel ik niet, of hij zou dit in de toestand, waarin hij zich bevond, nog als een goede tijding hebben beschouwd. Maar gelijk God vreemde straffen heeft voor de goddelozen, zo heeft Hij ook vreemde uitdrukkingen van liefde en ontferming voor de oprechten. Hij bemint het om hun hoogste verwachtingen te overtreffen: een kus, het beste kleed, een maaltijd, alles op één dag, en dat nog wel op de eerste dag van zijn terugkomst, toen de herinnering aan zijn gruwelijke boosheid nog vers was, en de stank der spoeling en der zwijnen, die hij zo even had verlaten, nog niet of nauwelijks van hem afwas! Welk een grote gunsteling is oprechtheid bij de God des hemels! (2.) En wederom: Gods barmhartigheid is ruimer jegens Zijn kinderen, dan hun liefde en barmhartigheid is jegens elkander. Zij, die wij vanwege de zonde en tekortkomingen, welke in hun leven openbaar worden, zo licht geneigd zijn van hun staat van heiligen vervallen te verklaren, worden wegens hun oprechtheid door God erkend als Zijn volmaakten. Wij vinden Asa's gebreken vermeld, maar tegelijkertijd en als in één adem - als ik dit zo zeggen mag - getuigt God voor zijn volmaaktheid, 2 Kronieken 15 : 17. Het was goed, dat God deze Godvruchtige zuiverde, want indien de naakte geschiedenis van zijn leven, zoals zij vermeld staat in de Bijbel, ons ware medegedeeld zonder het uitdrukkelijk getuigenis van Gods welbehagen in hem, dan zou zijn Godsvrucht wel gevaar gelopen hebben om door vrome mensen te worden betwist. Zeer velen - omtrent wie thans allen twijfel voor ons is opgeheven, omdat wij hen door God Zelf als heilig zien verklaard - zouden, als een jury van mensen, en dat nog wel vrome mensen, over hen gezeten had, veroordeeld zijn geworden. Zie zelfs Elia: omdat hij niemand zulk een ijver voor God en Zijn dienst zag hebben, dat zij openlijk zijn kleuren vertoonden in een vrijmoedige belijdenis, en de vlag der uitdaging of trotsering van de afgoderij dier dagen niet uitstaken, door even beslist als hij er tegen te strijden - hetgeen wel eens zonde in hen geweest kan zijn - klaagt hij bij God, alsof de afval zó algemeen was geworden, dat het gehele geslacht der Godvruchtigen slechts in zijn persoon was bewaard gebleven. Maar God geeft aan die heilige betere tijdingen: "Ik heb in Israël doen overblijven zeven duizend, alle knieën, die zich niet gebogen hebben voor Baal, en allen mond, die hem niet gekust heeft, 1 Kon. 19:18. Alsof God gezegd had: Wees getroost, Elia, ofschoon hun aantal niet groot is, zo is er toch niet zulk een schaarste van heiligen in deze goddeloze eeuw als gij wel vreest. Het is waar, hun geloof is zwak, zij durven niet strijden tegen de zonde der eeuw, zoals gij dit doet, en waarvoor het loon u niet ontgaan zal; evenwel moeten deze nachtdiscipelen, die uit vrees hun licht in een donkere lantaarn zetten, maar toch oprechtheid hebben, waardoor zij er voor behoed worden om zich met deze afgoderij te besmetten, niet door Mij verloochend worden.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 januari 1993

De Wachter Sions | 8 Pagina's

De wapenrusting Gods

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 januari 1993

De Wachter Sions | 8 Pagina's